Waldo Swijnenburg en de troost en schoonheid van het atheïsme (boekbespreking)

(Kleine aanpassing van de tekst op 19/05/2015, om 16.15 uur.)

Atheïsten zijn langzamerhand een bedreigde diersoort aan het worden. Zo begint socioloog, psycholoog en filosoof Waldo Swijnenburg zijn onlangs verschenen boek De schoonheid en de troost van een wereldbeeld zonder god. Niet alleen zijn atheïsten wereldwijd in de minderheid en zijn ze zelfs langzaam aan het verdwijnen, als we de laatste cijfers mogen geloven, maar bovendien is hun wereldbeeld ook niet bepaald wervend. Atheïsten doen weinig moeite om hun visie met argumenten te onderbouwen, meent Swijnenburg. Ze beschuldigen gelovigen er vaak van dat die te weinig argumenten geven voor hun wereldbeeld, maar zelf ventileren atheïsten vooral onderbuikgevoelens. Daar komt nog bij dat een wereld zonder god wordt vaak als kil en koud gepresenteerd. Niet alleen moet het anders, het kán ook anders, aldus Swijnenburg.

Swijnenburg lijkt daarmee een interessant boek te hebben geschreven, en ik moet toegeven, er zijn slechtere boeken te vinden. Met name de genuanceerde stellingname van Swijnenburg en het feit dat hij zich nergens verlaagt tot retoriek of ridiculisering van geloof maakten dat ik denk dat dit een boek is dat ik ongelovigen én gelovigen kan aanraden om te lezen. Maar toch vind ik het boek uiteindelijk een gemiste kans. Het grootste probleem is de balans tussen de twee delen van dit boek.

Het boek bestaat uit zes hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk bespreekt Swijnenburg mystieke ervaring, een beroep op openbaring en ‘onderzoek’ (d.w.z. natuurlijke theologie) als bronnen van religieuze kennis. Uiteraard wijst hij erop dat geen van die bronnen voldoende is om religieuze kennis te waarborgen. Het tweede en derde hoofdstuk gaat vervolgens in op de eigenschappen van God en verschillende ‘godsbewijzen’ zoals het ontologische, kosmologische en teleologische. Het moet gezegd worden, Swijnenburg heeft meer dan veel andere atheïsten zijn huiswerk gedaan. Hij gaat met respect om met klassieke godsbewijzen – in het begin van het boek zegt hij al dat het voor hem ‘inspirerende intellectuele kunststukjes zijn die de bijzonderheid van het bestaan onderstrepen’ (47)). Het is een goede sterkte-zwakteanalyse.

Hoofdstuk vier gaat vervolgens in op wetenschappelijke godsbewijzen, dat wil zeggen argumenten vanuit intelligent design en finetuning. In hoofdstuk vijf gaat hij ten slotte in op de menselijke moraal, het bewustzijn en de manier waarop geloof ons in de genen lijkt te zitten. Het is duidelijk: Swijnenburg wil wél zijn huiswerk doen, en geloof ook intellectueel serieus nemen. Dat is hem wat mij betreft gelukt.

Echter, ofschoon goed geschreven en behoorlijk genuanceerd, behandelt het boek tot dan toe weinig nieuws. De kern van het boek, waar ook de titel op doelt, zit in hoofdstuk zes. Pas in dat laatste hoofdstuk laat Swijnenburg zien hoe een atheïstisch wereldbeeld niet (louter) pessimisme predikt, maar positieve zin kan geven. Het biedt troost, schoonheid en is een bron voor verwondering over het bestaan. Hij meent dat er wel degelijk manieren zijn om ook vanuit een atheïstische levensbeschouwing recht te doen aan de vraag waarom er iets is en niet niets, aan de toch wel bijzondere status van de mens en het menselijk bewustzijn. Sterker nog: ook vanuit atheïsme hoeft de dood niet het laatste woord te zijn.

Het is met name dat laatste hoofdstuk dat interesse wekt, want hier komt atheïsme als een bron van spiritualiteit naar voren. Helaas gaat Swijnenburg in dat boek erg kort door de bocht (vooral wat de behandeling van de moraal betreft), en is het hoofdstuk eigenlijk te kort om recht te doen aan de verschillende aspecten. Ik moet dus erkennen dat dit boek me uiteindelijk teleurstelde, omdat pakweg 85-90% van het boek bestond uit godsdienstkritische argumenten die ik al zo vaak had gelezen of gehoord. Het laatste hoofdstuk is niet voldoende – niet diepgravend genoeg – om de balans in evenwicht te brengen.

Ik had veel liever gezien dat Swijnenburg de ideeën uit dat laatste hoofdstuk verder had uitgewerkt tot een volledig, maar misschien iets dunner boek – maar dan wel een boek dat kan dienen om ongelovigen én gelovigen te laten zien hoe je zonder God zin aan het leven kunt geven. Volgens mij kan dat prima, want ik denk dat mensen God niet nodig hebben om zin aan hun leven te geven. Maar dát het kan zegt nog niets over hóe je dat dan vervolgens theoretisch en praktisch invult.

Wat ik bovendien jammer vind, is dat uiteindelijk Swijnenburg toch in de polarisatie van geloof versus ongeloof blijft zitten. Voor hem blijven gelovigen uiteindelijk toch mensen die met bepaalde proposities in hun hoofd zitten, die hij als atheïst achterhaald vind. Hij ziet gelovigen uiteindelijk niet als zinzoekers, die uiteindelijk in hetzelfde schuitje blijken te zitten als de atheïst. Swijnenburgs slothoofdstuk zou een mooi uitgangspunt kunnen zijn om het contact te zoeken met (liberale) gelovigen en andere zinzoekers, maar die kans laat hij liggen. Jammer.

Wil atheïsme echt toekomst hebben, dan zullen atheïsten toch echt harder hun best moeten doen om een eigen spiritualiteit te ontwikkelen. Voor Nederlandse begrippen heeft Swijnenberg een fundament gelegd, maar helaas ook niet veel meer dan dat. Wie bouwt er verder?

Waldo Swijnenburg, De schoonheid en de troost van een wereldbeeld zonder god.
Amsterdam: Balans 2015.
317 pp., ISBN 9789460039065. € 19,95

13 gedachten over “Waldo Swijnenburg en de troost en schoonheid van het atheïsme (boekbespreking)”

  1. @ Taede

    Je zegt: “Wat ik bovendien jammer vind, is dat uiteindelijk Swijnenburg toch in de polarisatie van geloof versus ongeloof blijft zitten. Voor hem blijven gelovigen uiteindelijk toch mensen die met bepaalde proposities in hun hoofd zitten, die hij als atheïst achterhaald vind. Hij ziet gelovigen uiteindelijk niet als zinzoekers, die uiteindelijk in hetzelfde schuitje blijken te zitten als de atheïst. Swijnenburgs slothoofdstuk zou een mooi uitgangspunt kunnen zijn om het contact te zoeken met (liberale) gelovigen en andere zinzoekers, maar die kans laat hij liggen. Jammer.”

    Als ik dan naar je nieuwe project kijk “ Even voorstellen: Mijn nieuwe project over religieus atheïsme en religieus naturalisme”:

    https://tasmedes.wordpress.com/2015/02/18/even-voorstellen-mijn-nieuwe-project-over-religieus-athesme-en-religieus-naturalisme/#more-2181

    en daar lees:

    “Vandaar dat veel theologen (waaronder ikzelf) neigen naar ‘post-theïstische’ godsconcepten, concepten die dus radicaal afstand nemen van theïstische ideeën en ernaar neigen om de persoonlijke, subjectieve ervaring tot uitgangspunt te nemen voor hernieuwde reflectie over transcendentie. Ik denk dat religieuze atheïsten en religieuze naturalisten een heel eind samen op weg met post-theïstische zinzoekers kunnen gaan. Dat is iets wat ik ook het komende jaar verder wil exploreren.”

    dan kunnen we de komende tijd hier op dit blog hopelijk meer over die exploraties horen/lezen. Swijnenburg’s boek heeft je voor jouw doelstelling kennelijk weinig opgeleverd

  2. Het is natuurlijk jammer voor je, Taede, dat het boek van Swijnenburg niet aan je wensen of eisen voldoet, maar misschien moet je een boek over atheïsme niet vanuit een theïstische referentiekader lezen.
    Je formuleert bv als wens/eis: ” maar dan wel een boek dat kan dienen om ongelovigen én gelovigen te laten zien hoe je zonder God zin aan het leven kunt geven.”
    Waarom die eis van zingeving?
    Want Swijnenburg zegt toch ook, in lijn met van Heerden: ‘WEES BLIJ DAT HET LEVEN GEEN ZIN HEEFT’.

    Al eerder schreef ik: het lijkt er op dat je het atheïsme zo belangrijk vindt dat je atheïsten niet geschikt vindt daarover te schrijven.
    Dat lijkt me voor je project een hinderende attitude.

  3. Joop,

    Hoe kom jij erbij dat ik het boek van Swijnenburg ‘vanuit een theïstisch referentiekader’ gelezen heb? Ik ben helemaal geen theïst. En waarom die eis? Omdat Swijnenburg zichzelf het als taak heeft gesteld, zo schrijft hij in het begin van het boek, om te te laten zien hoe de wereld zonder God toch zinvol is. Hij verwijst dan ook naar Van Heerdens positie, maar is het er uiteindelijk niet mee eens. Swijnenburg meent dat het leven wel degelijk zin heeft, o.a. om voor anderen een zinvol leven mogelijk te maken. Je laatste opmerking laat ik maar zitten, daar kan ik weinig mee.

  4. Hallo Nand,

    Het boek is voor mijn project in zoverre interessant, dat Swijnenburgs boek weer een voorbeeld is van een trend die lijkt te ontstaan, namelijk dat atheïsten op zoek lijken naar een eigen atheïstische spiritualiteit. Op zich is dat niet nieuw (Leo Apostel schreef er in de vroege jaren ’90 al een boek over dat een tijd terug herdrukt is), maar toch verschijnen er de laatste tijd steeds meer boeken op dat gebied. Maar je hebt gelijk, Swijnenburgs boek is inhoudelijk net wat aan de magere kant.

    En inderdaad, ik hoop op termijn meer op het blog te schrijven over mijn exploraties op dit gebied. Net name in het najaar, als het boek waar ik aan werk concretere vorm heeft, zul je er veel meer over lezen en horen…

  5. ‘Hoe kom je er bij ..’, vraag je me
    Welnu, ik definieer een theïst als iemand voor wie het concept ‘God’ (of vergelijkbare concepten/entiteiten) relevant is.
    En een atheïst als iemand voor dat geen rol speelt. Behalve dan als hij/zij met een theïst een discussie wil voeren. Of dat verstandig en zinvol is, vraag ik me af: voor zo’n discussie is een gezamenlijke taal, althans enigszins overlappende referentiekaders, essentieel. En dat is er meestal niet. Heb jij anders zo’n taal voorhanden?

    Voor het geval het je interesseert, mijn positie:
    http://joopromeijn.blogspot.nl/2015/04/boeddhisme-en-het-god-concept-een.html

  6. “Wil atheïsme echt toekomst hebben, dan zullen atheïsten toch echt harder hun best moeten doen om een eigen spiritualiteit te ontwikkelen”
    Alledaagse ongelovigheid lijkt toekomst te hebben, of atheïsme nu een eigen spiritualiteit ontwikkeld of niet. De eis ‘spiritualiteit’ aan atheïsme op te leggen lijkt nogal tegenstrijdig. Atheïsme is duidelijk niet spiritueel.

  7. Ik snap ook niet zo goed wat je met spiritualiteit bij atheïsten bedoelt (of de noodzaak daarvan). Voor mij tenminste is een van de grootste aantrekkingskrachtpunten in het atheïsme dat er niet een voorgeprogrammeerd dogma in zit dat me probeert te vertellen hoe ik of anderen mijn/ hun leven zouden moeten invullen: dat kan ik prima zelf.
    Ook zal een atheïst nooit spiritualiteit zo ervaren zoals een gelovige dat kan.
    Zie het zo: één van de dingen die ik geweldig leuk vind zijn games, ik spendeer er redelijk wat tijd aan, en het is dus in zekere zin een soort zin van mijn leven, of althans, iets dat mijn leven leuker maakt.
    https://youtu.be/bkL94nKSd2M?t=27m25s
    Maar als jij een game speelt, zul je waarschijnlijk al een stuk eerder afhaken dan ik, ieder zijn hobby’s nietwaar?
    Maar draai het nu eens om, hoe zou jij het ervaren als ik er maar op blijf aandringen dat jij Taede toch echt games moet gaan spelen om je er volledig in te verliezen, om ze te ‘geloven’. Omdat ik vind dat het je schort aan spirituele ervaring, morele kompassen, een zin in je leven etc.?
    Zou je het dan kunnen? Of zou je mij er op wijzen dat het geen ‘echte’ werelden zijn. En dat ze ‘maar’ verzonnen en gemaakt zijn door creatieve mensen en bedrijven?

  8. Het begrip spiritualiteit leent zich blijkbaar nogal voor en brede interpretatie, hoe definiëren we spiritualiteit nu uiteindelijk precies.

    En maakt een stukje zingeving oftewel voor de atheïst of whatever niet deel uit van een primair menselijke behoefte, hoe hardnekkig we dit feit ook mogen blijven ontkennen.

    @Dennus, heb je bij het gamen ook een O.R. bril op, ik heb net The Witcher III Wild Hunt gedownload, een prachtige virtuele wereld, zie het gamen eigenlijk als een vorm van mediteren, je helemaal kunnen verliezen in…..

  9. @Egbert,
    Ik moet bekennen dat ik geen idee heb wat een O.R. Bril is, dus die draag ik niet 😀
    The Witcher ken ik wel, maar ik heb helaas tegenwoordig niet veel tijd dus enorme RPG’s moet ik me meestal laten passeren. Wel jammer, het ziet er allemaal erg mooi uit wat ik in de trailers zag.

    En maakt een stukje zingeving oftewel voor de atheïst of whatever niet deel uit van een primair menselijke behoefte, hoe hardnekkig we dit feit ook mogen blijven ontkennen.

    Heus wel, iedereen heeft een zingeving nodig, ik denk alleen dat het niet zo veel uitmaakt wat die zingeving dan is, ik denk dat enkele mensen wel in staat zijn zelf hun zingeving te bepalen, en heel veel mensen ook niet, en dus dan daarvoor maar kijken naar anderen: -naar spiritualiteit of religie, of cultuur/ idealisme (denk aan communisme, socialisme, liberalisme etc.), maar ook zoiets als postzegels verzamelen, skydiven of heroïne gebruiken kan een zingeving zijn. En niet alleen dat, peer-pressure speelt ook een grote rol, doe je wat je doet enkel wat je doet omdat jij dat wilt of belangrijk vind, of doe je het ook omdat andere mensen of de maatschappij verwachtingen hebben? Of omwille van je sociale status? En dan heb ik het nog niet eens over geld. Het speelt allemaal een rol, en geen mens is constant met dezelfde zingeving bezig.
    Dus zingeving maakt wel degelijk uit, maar als je denkt dat ook maar iemand je een zinnig antwoord kan geven over wat die zingeving (voor jou) dan zou moeten zijn, dan ben ik bang dat je bedrogen uit komt, je kunt hier en daar dingen meepakken, maar ik denk (en nogmaals, dan ben ik alleen maar, uit miljarden andere meningen) dat je er toch het beste zelf voor moet gaan zitten, het bedenken wat jou zingeving is, en het vervolgens toch allemaal anders moet gaan doen dan je eerst bedacht had 😉

  10. @Dennus,

    https://nl.wikipedia.org/wiki/Oculus_Rift

    Ik heb er ook nog geen, ook leuk om toeristische locaties te bezoeken, scheelt een hoop geld. 🙂

    Het stukje persoonlijke zingeving waar je in je leven mee bezig bent kan inderdaad vele terreinen bestrijken en uiteindelijk probeer je altijd dingen te zoeken die bij jou een goed gevoel generen, daar draait het allemaal om, wat het ook maar mag zijn, dat is nogal persoonlijk maar je vraagt je toch ook wel eens af of het langs de grote lijnen nog iets van betekenis heeft, maar net wat je stelt, daarop krijg je geen antwoord, dat zal je uiteindelijk ook zelf moeten proberen te ontdekken. (in zoverre er tenminste iets te ontdekken (ervaren) valt.

  11. @Egbert
    maar je vraagt je toch ook wel eens af of het langs de grote lijnen nog iets van betekenis heeft
    Dat had ik ook altijd, en nog steeds wel, maar heb het een beetje opgegeven er over te filosoferen. We kunnen maar beter onze eigen betekenis aan alles bepalen/ geven, kun je zelf bepalen dat het enorm belangrijk is waar je mee bezig bent als alles goed gaat, en relativeren dat het allemaal toch niets uitmaakt als minuscuul stofje zijnde in dit enorme universum als het even tegenzit 😀

    Ziet er wel leuk uit zo’n bril, in de jaren ’90 werd het al eens geprobeerd, maar was geen succes. Maar nu computertechnologie wel fatsoenlijke 3D beelden kan fabriceren zal het best een aparte ervaring zijn. (Las in de link dat je er ook Portal mee kan spelen bv. Die levels dat je de zwaartekracht gebruikt om met snelheid uit muren en plafonds te ‘portallen’, dat moet misselijkmakend zijn, haha!).

    Ik heb me i.i.g. vorig weekend enorm vermaakt met Ori and the Blind Forest, had hem al gekocht in de steam summer sale, maar was er nog niet aan toe gekomen. Maar wat is die mooi en tof om te spelen zeg, echt een aanrader!

  12. @Dennus: Dat had ik ook altijd, en nog steeds wel, maar heb het een beetje opgegeven er over te filosoferen.

    Ik heb onlangs “De lege spiegel” van Jan Willen v/d Wetering gekocht waarin hij zijn ervaringen in een Zen klooster in Kyoto beschrijft. Vond het best wel een lezenswaardig boek.

    Misschien dat ik “Het dagende niets” en “De zuiver leegte” ook ga aanschaffen.

    Ori and the Blind Forest ziet er inderdaad wel spectaculair uit. 🙂

Reacties zijn gesloten.