Bestaan ufo’s? Jazeker! Iedere maand worden er bij verschillende instanties talloze meldingen gedaan van vreemde lichten in de lucht. Maar het is natuurlijk de vraag of die vreemde lichten ook werkelijk duiden op buitenaards bezoek. Daarvoor moet je eerst grondig onderzoek hebben verricht naar mogelijke, meer aardse verklaringen. Hoe een dergelijk onderzoek in zijn werk kan gaan, daarover gaat het interessante boek Ufo’s in België en Nederland: De waarheid achter de waarneming van de Vlaming Frederick Delaere.
De ondertitel van het boek is teveel gezegd: ‘de’ waarheid achter ‘de’ waarneming bestaat niet. Het boek zou dan ook gelezen kunnen worden als een poging om het ufo-fenomeen te debunken. Dat zou niet terecht zijn, want Delaere wil het ufo-fenomeen wel degelijk serieus nemen. Ook sluit hij niet uit dat buitenaards leven bestaat. Hij wil slechts met een nuchtere blik naar het ufo-fenomeen kijken, hij is (terecht) sceptisch ten aanzien van overtuigde believers, die ieder stofdeeltje op een foto direct tot buitenaardse orb verklaren.
Onderzoek is nodig, en daar pleit Delaere in dit boek voor. Daarmee geeft hij direct aan dat het ufo-fenomeen uit de sfeer van belachelijkmaking getrokken moet worden. Juist als je het fenomeen serieus neemt, zorg je ervoor dat mensen hun waarneming tijdig durven te melden, zodat onderzoek gedaan kan worden.
Delaere is oprichter en coördinator van het Belgische ufo-meldpunt (http://www.ufomeldpunt.be/). (De bekende ufo-onderzoeker Wim van Utrecht is zijn directe collega bij het meldpunt.) Zijn boek is van een ongekende nuchterheid, terwijl ook humor en milde ironie niet ontbreken. Maar belachelijk maken doet hij nergens. Sterker nog, het boek begint direct met een hoofdstuk over ‘het imagoprobleem van de ufo’. In dat hoofdstuk stelt Delaere dat believers en debunkers (dus de keiharde sceptici) elkaar spiegelbeeld zijn. Delaere zelf wil meer een middenpositie innemen, maar neigt in de praktijk wel naar een ietwat sceptisch standpunt. In hoofdstuk 2 beschrijft hij vervolgens de geschiedenis van het ufo-onderzoek en van het Belgische ufo-meldpunt. (Ook het Nederlandse onderzoeksbureau NOBOVO (dat al lang ter ziele is) wordt nog genoemd.)
In de rest van het boek staat de waarnemer en de waarneming centraal. Hoofdstuk 3 gaat over de moeilijkheid van waarnemen, zoals het feit dat onze hersenen onze waarneming beïnvloeden, en dat het soms buitengewoon moeilijk is om schattingen te geven van grootte en afstand. In de hoofdstukken 4 en 5 gaat het echt om het onderzoek van een aantal concrete ufo-waarnemingen. Leuk is dat hij daarbij niet alleen laat zien hoe sterren en planeten, vliegtuigen en Thaise ballonnen voor ufo-meldingen zorgen, maar dat soms ook meer exotische oorzaken aan de orde van de dag zijn, zoals gefotografeerde insecten, drones, lichten van hijskranen en laserstralen.
Hoofdstuk 6, ten slotte, gaat over een aantal onverklaarbare meldingen. Wie de titel van het hoofdstuk ziet (‘The X-Files: Onverklaarbare meldingen’) zou kunnen denken dat hier het deksel van de doofpot open gaat, maar niets is minder waar. Het gaat hier om vreemde waarnemingen die, soms vanwege ouderdom en soms vanwege gebrek aan informatie, het predikaat ‘onverklaard’ krijgen, maar waarbij de auteur wel degelijk een mogelijke aardse hypothese opwerpt.
Uiteraard komt in het boek ook de Belgische ufo-golf van 1989-1991 ter sprake. Sinds de beroemde Petit-Rechainfoto als een hoax werd ontmaskerd, wordt door sceptici de hele ufo-golf vaak wegverklaard als massa-hysterie. Delaere meent echter dat de foto weliswaar een vervalsing is, maar dat er in die periode wel degelijk talloze vliegende driehoeken zijn waargenomen. ‘Er zijn in die periode dus wel degelijk mysterieuze zaken gebeurd in het Belgische luchtruim’, schrijft hij (31). ‘Zaken die tot op de dag van vandaag nog niet verklaard zijn…’ Het zou echter kunnen, zo schrijft hij verder, dat het daarbij gaat om Amerikaanse testtoestellen die – wellicht met medeweten van de Belgische legertop – boven Belgisch grondgebied rondvlogen, maar ‘dat is echter een gerucht dat nergens officieel is bevestigd’ (31).
Het boek is bijzonder helder geschreven, op informele toon, en boeiend. Talloze illustraties verhelderen Delaeres betoog, achterin is een kleurrijk fotokatern opgenomen. Het is een nuchter – voor sommigen wellicht ontnuchterend – en vooral helder boek, dat gezond verstand wil prikkelen om bij vreemde waarnemingen niet direct naar het meest onwaarschijnlijke scenario over te springen, maar te proberen rustig allerlei mogelijke aardse verklaringen stuk voor stuk af te vinken. Het boek zoekt dus de balans tussen nuchterheid en een open geest. Want: ‘Wie weet krijgen we ooit bezoek van buitenaardse wezens. Dat zou ik formidabel vinden. Tenminste als ze ons gunstig gezind zijn…’ (171).
Frederick Delaere, Ufo’s in België en Nederland: De waarheid achter de waarneming.
Tielt: Lannnoo 2014.
204 pagina’s, ingebonden paperback, ISBN 978401415354, € 19,99.
Ik blijf het maar een vreemde vertoning vinden, UFO’s op deze blog bedoel ik. Aan de andere kant, er is eigenlijk niet zoveel verschil tussen de wijze waarop in het algemeen met onbekende oorzaken wordt omgegaan. Het zou een uinodiging moeten zijn om uit te zoeken wat die oorzaken zijn, maar in plaats daarvan worden allerlei wilde speculaties geopperd.
Een UFO dat alleen maar een niet geïdentificeerd vliegend object is, is natuurlijk niet interessant genoeg, en dat lijkt de reden te zijn om bv. aan te nemen dat het over vliegtuigen van buitenaardse wezens zou kunnen gaan, en vervolgens gaat daar dan de discussie over.
De wereld met zijn levende en intelligente bewoners wordt vaak beschouwd als iets waarvan we uiteindelijk geen idee hebben waar dat allemaal vandaan komt, en ook die constatering is blijkbaar niet bevredigend genoeg zodat mensen zijn gaan beweren dat die wereld het werk is van een bovennatuurlijke God, en ook hier lijkt de discussie zich dan op toe te spitsen.
Het zoeken naar gewone en natuurlijke verklaringen lijkt hierdoor buiten die discussies te vallen, ook al omdat dat zoeken aanmerkelijk moeilijker is dan het uiten van vrijblijvende speculaties die niet te controleren zijn en waarvoor je ook geen speciale kennis nodig hebt.
Multatuli zei het al: “Geloof is slaap. Twyfel is begeerte. Onderzoek is arbeid. Het getal werklieden is gering.” (Multatuli, Ideeën I, nr. 425)
Zie http://www.dbnl.org/tekst/oost033grot01_01/oost033grot01_01_0002.php
Geeft dit boek ook nieuwe informatie, Taede? Of goede referenties?
In het algemeen vind ik de Nederlandstalige boeken over dit onderwerp erg globaal en oppervlakkig. Ook als ik deze recensie lees bekruipt mij weer datzelfde gevoel. Er lijkt een stuk grondigheid te ontbreken, met daarbij wel pretentieuze subtitels die suggereren dat er sprake is van een ‘verklaring’ of ‘de waarheid’.
Ook wordt er veel papier verspilt aan Venus, sterretjes, lantaarntjes en ander klein spul wat absoluut niet representatief is voor de echt goede cases.
Ik vraag me dan ook af of dit boek zich kan meten aan het boek van Leslie Kean, die heel professioneel te werk gaat en veel getuigen van beroemde cases zelf heeft geïnterviewd en in veel gevallen ook zelf een bijdrage heeft laten schrijven.
De subtitel luidt: “Generals, pilots, and government officials go on the record”.
Dr Michio Kaku gaf als commentaar: “This book is bound to set the gold standard for UFO research.”
Waarom? Omdat het “a treasure trove of insightful and eye-opening information” bevat. En voor écht nieuwe informatie in dit onderzoeksveld moet je diep graven.
Het staat ook boordevol referenties en geeft een erg goed inzicht in de beste cases, waarbij beslist meer aan de hand is dan lichtjes in de lucht.
@Frank ‘Diep graven’ is juist wat Leslie Kean volstrekt nalaat. Zij laat klakkeloos de ooggetuigen aan het woord onder het mom dat die vanwege hun uniformpjes wel betrouwbaar zullen zijn. En dit terwijl er ontzettend veel kritische beschouwingen zijn te vinden over die getuigenissen en de voorvallen zelf. Nauwelijks een woord van Kean daarover.
Het boek van Delaere bevat minder spectaculaire verhalen omdat het zich beperkt tot België en Nederland, maar is vele malen kritischer dan het product van Kean. Ik vind het ook een prettig nuchter boek, kan me goed vinden in wat Taede er hier over schrijft. Voor Skepter schreef ik de volgende korte aanbeveling:
“Met dit boek laat Delaere, coördinator van het Belgisch Ufo-meldpunt, zien dat je ongeïdentificeerde vliegende objecten serieus en nuchter kunt bestuderen zonder te gaan speculeren over buitenaardse bezoekers. Na een reeks meer algemene hoofdstukken over de
onderzoeksmethoden die ufo-vorsers ter beschikking staan, komt Delaere met talrijke ufo-meldingen die het meldpunt onderzocht — elk jaar komen er honderden binnen — en
daarvoor lees je zo’n boek toch eigenlijk. ‘Ufologen’ als Coen Vermeeren roepen vaak dat er goed
onderzoek naar het ufo-fenomeen gestart zou moeten worden, maar wie dit boek leest, kan er niet omheen dat dat allang gebeurt.”
Hoi Pepijn,
Ik ben het hartgrondig oneens met je mening over Keans boek, net als de 8 PHD’s die haar op Amazon met hun editorial reviews de hemel in prijzen.
@Pepijn: Zover ik er iets over heb gelezen heeft het waarnemen van UFO’s door piloten, (dit betreft getrainde waarnemers inzake het classificeren van rondom vliegend luchtverkeer, (dus geen gestoorde fantasten in uniformpjes) en verder onderzoek naar verklaringen hieromtrent, wat jij als kritische beschouwingen benoemt, tot nog toe geen enkel resultaat opgeleverd.
Nog afgezien van het feit of de buitenwacht überhaupt wel van eventuele resultaten in kennis zal worden gesteld.
( There’s a secret government, inside the government…and I don’t control it.”Bill Clinton)
De V.S. is en blijft vrij ontoegankelijk in het vrijgeven van hun UFO-files in tegenstelling tot andere overheden zoals Engeland, Brazilië en Mexico.
En hier zullen we het dan maar verder mee moeten doen.
Ik heb een stukje uit Delaere’s boek gelezen:
“De meeste auteurs bleken believers te zijn, terwijl ik gaandeweg een twijfelaar en daarna steeds meer een overtuigde non-believer werd.”
Hij lijkt inderdaad een ‘overtuigde non-believer’:
“Tegelijk gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen dat er wellicht altijd een aantal waarnemingen onverklaard zal blijven. Toch ben ik er persoonlijk vrij gerust op dat voor elk van die gevallen een rationele verklaring bestaat.”
“Natuurlijk zou het fantastisch zijn als we op iets buitenaards zouden stuiten. (…) Maar voorlopig ga ik niet uit van zo’n scenario en ben ik ervan overtuigd dat er nog nooit aliens of ruimteschepen op aarde zijn geweest.”
Heel overtuigd, dus. Met dit soort overtuigingen denk je natuurlijk al snel aan ‘een geheim militair toestel’ als meest ‘rationele’ verklaring voor de ‘Belgische driehoeken’.
Helaas blijf je dan wel zitten met dit soort waarnemingen:
“The craft was immobile and silent, but it suddenly transmitted a hissing sound and reduced the intensity of the lights. Simultaneously, a red light ball came out of the center and headed straight downward, not far from their position. The policemen were both terrified. The light ball turned from its vertical path into a horizontal path, and disappeared from view behind some trees.”
“More than 300 cases involved witnesses seeing a craft at less than 300 meters (1,000 feet), and over 200 sightings lasted longer than five minutes. Sometimes observers were right underneath the craft.
On three occasions, red light balls left the structure, and on two occasions they were seen returning to the craft.”
Een inmiddels 25 jaar oud geheim militair toestel wat vrijwel geruisloos stil hangt, en waaruit rode lichtballen komen die verticaal en horizontaal door de lucht bewegen en weer kunnen terugkeren naar het toestel?
Maar waar moet je anders mee aankomen, als je ervan overtuigd bent dat “voor elk van die gevallen een rationele verklaring bestaat”, en van dit soort cases zegt: “het is eerder een soort frustratie. Als ik geen aannemelijke verklaring kan vinden, wil ik mij er des te harder in vastbijten, want een onopgelost fenomeen kan ik gewoonweg niet zomaar laten voor wat het is.”
Met dit soort frustraties wordt de verleiding wel héél groot om alles wat niet past bij een ‘rationele’ verklaring een beetje onder het tapijt te vegen onder het mom van ‘mensen zijn slechte waarnemers’.
Daarom ben ik benieuwd of dit fenomeen, rode lichtballen die het toestel verlaten en weer terugkeren, vermeldt wordt in zijn boek. Ik denk van niet… En dat terwijl het van dichtbij is waargenomen in meerdere gevallen, door meerdere getuigen.
Het staat wél in het boek van Kean, in het hoofdstuk wat geschreven is door Generaal Majoor Wilfried De Brouwer.
Hij schrijft ook:
“The flying objects didn’t try to hide and, in several cases, moved toward the observers on the ground.
They were able to remain stationary and hover, even in unusual positions such as vertical and/or banking at 45 degrees or more. They could fly at slow speeds and accelerate extremely fast, faster than any known aircraft, and they remained silent, or made only a very slight noise, even when hovering or accelerating.”
Claimt De Brouwer daarmee het bewijs voor buitenaards bezoek te hebben geleverd?
Nee.
Hij schrijft heel neutraal: “The Belgian government was honest and acknowledged publicly that it could not explain the many sightings.”
Sceptischer kan niet … (de betekenis van sceptisch is immers: ‘twijfelend’ – in tegenstelling tot ‘overtuigd’).
N.B. Ook de Amerikanen waren nieuwsgierig, getuige dit memo wat naar Washington is gestuurd:
http://www.noufors.com/images/12%20Documents%20that%20take%20UFOs%20seriously/1990-Belgium.pdf
Frank,
Delaere is een non-believer in de zin van: hij is er niet bij voorbaat van overtuigd dat het bij ufo’s om buitenaards bezoek gaat. Believers zijn in zijn opinie al bij voorbaat geneigd te geloven dat het bij ufo’s om buitenaards bezoek gaat. Dat is het verschil. Je moet echt het boek gaan lezen om te lezen hoe hij zich afzet tegen sceptische “debunkers”, want daar heeft hij evenzeer een broertje dood aan, omdat die al bij voorbaat uitsluiten dat het om buitenaards bezoek zou gaan. Het zijn heel genuanceerde verschillen, die je goed in het oog moet houden.
Overigens geeft Delaere in dit boek openhartig toe (tégen de debunkers!) dat er in 1989 iets geks door het Belgische luchtruim zweefde. Hij oppert inderdaad de verklaring van een geheim Amerikaans militair vliegtuig, maar zegt daar dan expliciet bij dat dit slechts geruchten zijn. Je ziet hopelijk dat zijn positie echt behoorlijk open en genuanceerd is. Hij neemt noch de positie van een scepticus noch die van believer in, maar onderzoekt gewoon ieder geval dat op zijn tafel belandt om te kijken welke natuurlijke verklaringen hiervoor verantwoordelijk kunnen zijn voordat hij de (veel minder plausibele) verklaring van echt buitenaards bezoek accepteert. Want hij geeft in het boek echt aan dat hij hoopt ooit dat buitenaards bezoek nog eens te mogen verwelkomen.
Wat interessante (speculatieve) beschouwingen van o.a. Stephen Hawking of we nu echt wel zo blij zouden moeten zijn met het leggen van contact met buitenaardsen, (Aliëns).
http://www.scientias.nl/aliens-mijden-ja-of-nee/
Ik heb de eerste 21 pagina’s hier kunnen lezen, Taede:
http://www.terralannoo.nl/sites/default/files/books/issuu/9789401415354_0.pdf
Ik werd er niet erg enthousiast van…
Allereerst zie ik nergens ook maar enige referentie of bronvermelding.
Verder zie ik een definitie van de term ‘UFO’ die veel ruimer is dan gebruikelijk in de UFO literatuur:
“Een ufo is in wezen niets meer dan datgene wat aanleiding geeft tot een ufomelding.”
Dat mag zo zijn op het Belgische UFO meldpunt, maar meestal wordt een veel striktere definitie gehanteerd om bij voorbaat alle planeten, satellieten, vliegtuigen, etc uit te sluiten:
“Any airborne object which by performance, aerodynamic characteristics, or unusual features, does not conform to any presently known aircraft or missile type, or which cannot be positively identified as a familiar object.”
Dit is de definitie die in de jaren 50 reeds door de USAF is geïntroduceerd.
Op pagina 14, na Suske en Wiske en zijn levensverhaal, komt hij dan eindelijk toe aan een interessante case: Roswell. Helaas weet hij zelfs in die ene alinea die hij eraan besteedt nog een flinke misser te maken:
“Omdat het [Mogul ballon] project top secret moest blijven, vond het leger er niets beters op dan de brokstukken een dag later toe te schrijven aan een buitenaards ruimteschip, omdat dat soort films in die periode in trek waren.”
Dit statement is niet alleen onwaar (waar is de bronvermelding?), het is ook volstrekt onlogisch.
De waarheid: De brokstukken werden eerst via een officiële persmededeling toegeschreven aan een vliegende schotel, maar dit statement werd binnen 24 uur ingetrokken en vervangen door een ‘weerballon’.
(Ik neem aan dat Delaere beseft dat één van de ‘Roswell believers’ niemand minder is dan Apollo astronaut Dr Edgar Mitchell? Hij baseert zijn ‘geloof’ op gesprekken met de nodige mensen uit die streek, mensen die hij goed kende omdat hij er is opgegroeid en die hem het nodige hebben toevertrouwd. Dit maakt Dr Mitchell zó zeker van zijn zaak dat hij niet schroomt om op de nationale TV zijn ‘geloof’ te prediken.)
Vervolgend gaat het weer over Suske en Wiske, Mik en Mak, Lego, Playmobil en computerspelletjes.
Dan komt zijn volgende miskleun: “In de jaren vijftig en zestig werden de ufo’s nog samengehouden met klinknagels en gebruikten de aliens nog ladders om hun ruimteschepen te verlaten. Tegenwoordig zijn ufo’s vooral driehoekige platformen die kunnen dematerialiseren en beschikken over een stealthfunctie, waardoor radars ze niet kunnen opmerken.”
Ook dit is niet waar. Driehoekige UFO’s zijn reeds gemeld in de jaren 50/60, en klinknagels plus ladders weer helemaal niet. In tegendeel, juist het gladde oppervlak en de áfwezigheid van naden of klinknagels wordt vaak als opvallende eigenschap van UFO’s gemeld, ook in de jaren 50/60.
De rest gaat over films, het internet en de vele onzin die je daar kunt vinden, en‘believers’ versus ‘sceptici’.
Kortom, de eerste 21 pagina’s hebben me niet bepaald geënthousiasmeerd om het hele boek te kopen.
Zoals ik eerder schreef: De oppervlakkigheid van Nederlandse UFO literatuur is vaak stuitend, en de kopers van dergelijke boeken krijgen daardoor een volkomen verkeerd beeld voorgeschoteld. Maar gelukkig kan iedereen tegenwoordig aan de betere Amerikaanse literatuur over dit onderwerp komen.
Ik snap zijn oproep tot nuchterheid overigens wel, maar noem het boek dan niet ‘de waarheid achter de waarneming’.
@Egbert: Als aanvulling daarop dit prikkelende filmpje van Neal deGrasse Tyson, die het niet helemaal eens is met Hawking. Het idee over de verhouding aliens/mensen wat hij in dit filmpje verkondigd is overigens ook gangbaar in UFO kringen, hoewel Tyson zelf UFO’s als onzin afdoet.
.. en iemand die in feite dezelfde ideeën verkondigt als Tyson maar een heel andere mening heeft over het UFO fenomeen is Dr Michio Kaku: (en dan stop ik met off-topic zijn, Taede 😉
Behandelt Delaere de vraag in hoeverre ufologie als (samenhangend) onderzoeksterrein staat of valt bij de alien-hypothese? Ik zie een hellend vlak dat afloopt naar nogal willekeurige onderwerpen, zoals bijvoorbeeld GBO’s (geruisloze blauwe objecten). Publieke belangstelling speelt hier vast een grote rol, maar geeft Delaere er ook wetenschappelijke overwegingen bij?
@Frank, inderdaad, misschien vinden ze ons wel helemaal niet zo interessant en net wat
Neil deGrasse Tyson stelt we projecteren natuurlijk onze eigen hersensspinsels ook op de wijze
waarop eventueel buitenaards leven ons zou benaderen.
Bedankt overigens voor de interessante filmpjes.
Toevallig vond ik de volgende link.
http://www.huffingtonpost.com/2014/12/31/cia-ufos-it-was-us_n_6400140.html?ncid=txtlnkusaolp00000592
UFO’s bestaan zeer zeker, hoewel ik het bestaan ervan zou rangschikken onder de (nog) niet goed begrepen natuurverschijnselen i.p.v. het te relateren aan buitenaardse beschavingen, maar dat is ook maar slechts een mening, je kunt natuurlijk in wezen niets uitsluiten.
Ook interessant:
http://www.cam.ac.uk/research/news/map-of-life-predicts-et-so-where-is-he
“Extra-terrestrials that resemble humans should have evolved on other, Earth-like planets, making it increasingly paradoxical that we still appear to be alone in the universe, the author of a new study on convergent evolution has claimed.”