De religieuze positie die ik in mijn laatste column schetste, impliceert dus niet dat Gods bestaan geloochend of ontkend wordt. Het betekent wél dat iemand accepteert dat over God niets gezegd kan worden, en dat wat wél over God gezegd wordt (om het spreken over God tenminste levend te houden en de gevoeligheid of ontvankelijkheid voor religieus geloof te cultiveren) dat al wat positief uitgezegd wordt ook en tegelijkertijd ontkend moet worden.
Atheïsme: Een religieuze wormenkuur? (aankondiging lezing)
Aanstaande woensdagavond (14 januari) zal ik in Best (bij Eindhoven) een avond verzorgen over het thema: “Atheïsme: Een religieuze wormenkuur?” Centraal zal staan hoe in mijn optiek de religiekritiek van het atheïsme een zuiverende werking heeft op het religieuze discours, en hoe het een bepaalde kijk op geloven, met name geïnspireerd door de spiritualiteit van … Lees verder