De religieuze positie die ik in mijn laatste column schetste, impliceert dus niet dat Gods bestaan geloochend of ontkend wordt. Het betekent wél dat iemand accepteert dat over God niets gezegd kan worden, en dat wat wél over God gezegd wordt (om het spreken over God tenminste levend te houden en de gevoeligheid of ontvankelijkheid voor religieus geloof te cultiveren) dat al wat positief uitgezegd wordt ook en tegelijkertijd ontkend moet worden.
Zomaar een gedachte in de trein (column)
Wat is leven? We weten het niet. Maar het is toch eigenaardig dat we het leven niet kunnen loslaten, zoals we bij het ademen onze eigen adem loslaten en bij het ontlasten onze eigen ontlasting. We kunnen dus het leven ook niet willen. Althans, ik kan wel zeggen dat ik het leven wil, maar dat … Lees verder
Het is de Maand van de Filosofie. Dan is het chique om moeilijk te schrijven en te spreken, want dat is voor veel academische filosofen synoniem met “diep denken”.