Ikzelf heb het boek niet gelezen, maar was er wel nieuwsgierig naar: het boek De Zeloot van de Iraans-Amerikaanse schrijver Reza Aslan. Ik had al veel over het boek gelezen toen het in de Verenigde Staten net was uitgekomen. Daar veroorzaakte het nogal wat ophef, niet alleen door de inhoud, maar ook door het feit dat Aslan een moslim is, waardoor een interview met de Amerikaanse tv-zender Fox behoorlijk de mist inging (de interviewster snapte niet waarom een moslim de figuur van Jezus zo interessant kon vinden), waarna het filmpje van het interview overal op internet verscheen (zie verder Wikipedia). Aslan werd even een beroemdheid, maar niet zozeer vanwege het boek.
Nu is het boek in het Nederlands vertaald en verschenen bij uitgeverij Balans. Dr. Angela Roothaan, werkzaam aan de VU, meldde mij dat ze het boek wél aan het lezen was. Gisteren ontving ik haar bespreking van Aslans boek, die ik hieronder als gastbijdrage opneem…
Zoon van God, opstandeling, zeloot – wie was Jezus nu eigenlijk?
Gastbijdrage door Angela Roothaan
Met plezier het nieuwe boek van Reza Aslan gelezen, over Jezus. Toen het net verschenen was, ontstonden er felle discussies op internet. Een aantal mensen verklaarden dat ze het boek niet gingen lezen, vanwege stemmen die aangaven dat het als ‘historische-Jezus-studie’ niet zorgvuldig genoeg was, en ook niets nieuws bracht. Ook schreven sommigen het boek af als een islamitisch boek over Jezus, omdat de schrijver een moslim is. Dat laatste leek me al helemaal geen reden om het boek niet te lezen (juist interessant, in een tijd waarin vertegenwoordigers van religies vaak botsen, om een studie te lezen die daar niet op uit lijkt te zijn), en het eerste ook niet. Zelfs de meest grondige historisch kritische studie is theorie-geladen, en draagt een of andere visie op Jezus uit. Die visies zijn juist het boeiende. Of: het is boeiend dat iemand die zo lang geleden geleefd heeft, en zelf geen eenduidige erfenis heeft nagelaten, nog steeds mensen uitdaagt om een visie op hem te ontwikkelen.
Aslan wil op zoek naar ‘de historische Jezus’ en plaatst zich daarmee in een lange rij met voorgangers. Het is een penibele onderneming, die vraagt om keuzes te maken naar welke stemmen men met voorkeur wil luisteren (die van Paulus en de zijnen, die van de Jacobus-de-broer-van-Jezus groep, die van de Romeinse geschiedschrijving, of nog andere bronnen uit de periode). Datering van die stemmen (welke zijn ouder) maakt wel iets uit, maar niet alles, uiteindelijk blijkt, ook uit de analyse van Aslan, uitermate vaag hoe Jezus zichzelf zag en wat zijn boodschap was. Messiaanse termen als ‘Zoon van God’ of ‘Mensenzoon’ zijn geen gesneden koek meer voor de huidige lezer, laat staan de gedachte aan zoiets als een Messias (een koning die de oude glorie van Israel komt herstellen, of die het Rijk Gods zal doen aanbreken) zelf. Hoe moeten we zulke termen dan interpreteren?
Het is sowieso de vraag of ‘hoe iemand zichzelf ziet’ (het hoofdstuk met dat onderwerp vond ik wel het meest verrassend – Aslan maakt daarin veel werk van het begrip ‘Mensenzoon’, maar komt daar ook niet helemaal uit) bepalend kan zijn voor hoe hij gezien wordt. Vele generaties hebben zich gespiegeld in de woorden die van Jezus zijn overgeleverd. In hun bijtende, verrassende, irriterende of troostende inhoud. Van ‘ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard’ tot ‘zalig zijn de armen van geest’. ‘Geef aan de keizer wat de keizer toekomt’ en ‘het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te komen’. In die spiegel zien ze steeds iets anders. Een moralistische, een goddelijke, een revolutionaire of een mystieke Jezus.
Aslan voegt er de zijne aan toe. De titel is in dit opzicht een beetje misleidend, want de schrijver benadrukt dat Jezus niets te maken heeft met de zeloten die een politieke rol spelen in de periode na zijn dood, maar ook niet enkel een ‘vrome’ is (wat de term betekent). Zoon van God is hij volgens Aslan in ieder geval niet. Daarin keert hij zich tegen de Paulinische traditie, en sluit hij zich aan bij hoe hij de traditie van Jacobus en Petrus (de Joodse ‘moedergemeente’) ziet. De betreffende term wordt in de oude Joodse traditie aan koningen toegekend, en zou dan op het Messias-schap van Jezus kunnen duiden, maar niet in de metafysische zin opgevat zoals later gebruikelijk wordt.
Wat was Jezus volgens Aslan dan wel? Hij was wel opstandig, maar niet in eerste instantie ten opzichte van de Romeinse bezetter. Wat hij vooral liet horen was de stem van de arme Galileeërs, die er slecht van af kwamen in een tijd waarin de priesters die voor de tempel in Jerusalem werkten vooral naar zichzelf toerekenden, en anderen, zoals de vorsten van het huis van de Herodianen zich vooral richtten op de geneugten van de Helleniserende cultuur. Hij wilde zeker iets herstellen, een oorspronkelijke religiositeit, hij wilde de weg naar God democratiseren, en een waarschuwing laten horen tegen de gerichtheid op aardse rijkdom. Of hij daarbij wel of niet geweld wilde gebruiken, en al dan niet een politieke rol wilde spelen blijft in het vage. En misschien was dat ook wel niet duidelijk. Een profeet dus, met verwarrende Messiaanse verwachtingen rondom hem.
Toch een islamitisch boek dus? Jezus als belangrijke profeet? Misschien. Dat Jezus zo lang en zo veelvuldig geïnterpreteerd is, maakt duidelijk dat zijn belang groter is dan confessionele inperkingen willen. Joden, moslims en Christenen maken, of ze dat nu willen of niet, deel uit van een gedeeltelijk overlappend netwerk van tradities. Dat sommigen bereid zijn om hun visie te geven op die overlappende gedeelten is waardevol en leerzaam voor allen die in zich in dat netwerk ophouden. Misschien laat een islamitische visie wel een licht vallen op een aspect van Jezus dat niet voldoende gezien werd in de Christelijke tradities.
Waarom het boek van Aslan ook een aanrader is, is dat het leest als een trein. Het is zo geschreven dat het lijkt dat je in de tijd die hij behandelt terecht komt. Je voelt de warme zon die op de tempelhof brandt, en je ziet de bloederige lijken nadat een opstand is neergeslagen door de Romeinen. Huiveringwekkende parallellen aan onze eigen tijd dringen zich herhaaldelijk op, wanneer je leest over de vele elkaar bestrijdende, fanatieke rebellengroepen, en de militaire overmacht van de imperiale macht uit het verre Rome. Decennialange aanslagen, autobommen, religieuze en etnische twisten, olie, atoommacht – andere middelen, vergelijkbare verwarring en leed.
Alleen lijkt Aslan zich zelf van deze overeenkomsten niet zo bewust. Hoe kon hij anders meerdere keren schrijven dat het feit dat de Romeinen Jezus als politiek gevaar zagen toch een bewijs is dat hij enige aspiraties op politiek gebied had? Hoeveel onschuldige mensen zijn in onze tijd van ‘terroristenjacht’ immers niet opgepakt en achter slot en grendel verdwenen, omdat ze er verdacht uitzagen, of mensen kenden die verdacht waren? Het zegt niets. Jezus kan dan ook net zo goed een politiek naïef iemand zijn geweest, die omdat hij onbuigzaam was in zijn sociale en religieuze boodschap, in de kaartenbak van de geheime dienst van zijn tijd terecht kwam. Een zaak vormde die afgehandeld moest worden. Maar dit leert de geschiedenis in ieder geval: lastige profeten laten verdwijnen helpt misschien de zittende heersers eventjes, het kan niet verhelpen dat topzware macht uiteindelijk instort. De boodschap van die profeten, om armen en zieken te helpen, en eigen aardse ambities op te geven, krijgt dan toch een soort van gelijk achteraf.
Maar nu ben ik al in mijn eigen interpretatie van Jezus terecht gekomen, en die van Aslan voorbij.
Reza Aslan: De Zeloot. Het leven van Jezus van Nazareth en de geboorte van een religie
Uitgeverij: Balans, 340 pp., ISBN: 9789460037368, prijs: 19,95 euro.
De recensie opent met “felle discussies op het internet”, waarbij bevooroordeelde geluiden worden geciteerd. Daardoor lijkt het alsof de kritiek op het boek vooral komt van ondeskundigen (fundamentalisten, moslimhaters). Maar ik heb nog geen recensie gelezen van een kenner die NIET zeer kritisch/negatief was. Angela Roothaan is ook geen nieuwtestamenticus of historicus volgens mij (ze promoveerde op Spinoza als ik het wel heb). Dus het boek van Aslan zal best goed geschreven zijn en ook best enige inzichten bevatten. Maar het lijkt toch vooral een hype te zijn.
Steven,
Het controversiële aspect van Aslans boek is dat hij Jezus eigenlijk lijkt te beschrijven als een terrorist. Ik vermoed dat een deel van de ophef/hype rondom dat boek daardoor te verklaren is. Voor mij waren de negatieve kritieken de voornaamste reden waarom ik geen tijd aan het boek wilde besteden (bovendien heb ik nog zoveel liggen en in de planning, dat ik prioriteiten moet stellen).
“Een aantal mensen verklaarden dat ze het boek niet gingen lezen, vanwege stemmen die aangaven dat het als ‘historische-Jezus-studie’ niet zorgvuldig genoeg was, en ook niets nieuws bracht. … [maar] Zelfs de meest grondige historisch kritische studie is theorie-geladen, en draagt een of andere visie op Jezus uit.”
Dat zal zo zijn, maar het doel van het historische onderzoek naar Jezus is juist om door een goede methodologie willekeur en vooringenomenheid zoveel mogelijk uit te bannen. Aslan trekt zich niets aan van de methodologische discussies in het vakgebied, en zijn boek kan dus gerangschikt worden onder de pre-1906 periode (Schweitzer).
De visie zelf van Aslan mag boeiend zijn – maar niet wegens haar historische merites.
Taede, ik heb ooit het standaardwerk van Theissen&Merz bestudeerd en daar vond ik al verwijzingen naar ouder onderzoek dat Jezus associeerde met Zeloten (o.a. Brandon). Onderzoek dat overigens nooit veel deskundigen heeft kunnen overtuigen: er pleit teveel tegen die visie. E.e.a. laat zien dat Aslans verhaal niet veel meer is dan leuk opgediste visies die al lang geleden zijn weerlegd.
De bekendheid van Aslans boek is vooral te wijten aan twee zaken: 1. Boeken over Jezus doen het altijd goed, vooral als ze ‘controversieel’ zijn (schrijf dat Jezus eigenlijk een eskimo was die in India is overleden en je hebt een bestseller), 2. Het domme interview van Fox dat het boek een boost gaf.