Echt waar: af en toe denk ik eraan om uit Nederland weg te gaan. Als ik kijk naar de politiek en de manier waarop mensen hier met elkaar omgaan, zijn er momenten waarop ik me hier echt niet langer thuis voel. Dan denk ik aan dat liedje van het Goede Doel: ‘Is er leven op Pluto, kun je dansen op de maan, is er een plaats tussen de sterren waar ik heen kan gaan?’ Maar dan: ‘Ik heb getwijfeld over België, omdat iedereen daar lacht, heb getwijfeld over België, want dat taaltje is zo zacht. Stond zelfs in dubio, maar ik nam geen enkel risico…’ De zanger van België blijft waar hij is, en ik blijf waar ik ben: geworteld met beide benen in de koude grond van Nederland. En dat is waar het om gaat bij je thuis voelen: geworteld zijn, vergroeid zijn met de plaats waar je bent. Toch?
In zijn ‘bodem-en-bloed’-scheppingstheologie Dit broze bestaan schrijft de predikant Willem Maarten Dekker dat God wil ‘dat wij het leven aanvaarden en onze roeping op de ons gegeven plek aanvaarden’. Het is de wil van God dat je je thuis voelt op de plaats waar je bent. ‘Op de vlucht slaan is iets dat een christen niet doet. Je blijft ten allen tijde op je post, want daar ligt je roeping’. Iemand die vlucht, is een gelukszoeker: iemand die het geluk zoekt omdat hij het vermogen om te lijden heeft verloren. Alleen een échte christen, zo meent Dekker, kan lijden doorstaan en blijft op zijn post. Een christen is dáár thuis waar zijn wortels liggen, zijn bodem en zijn bloed.
Ik vind dat een sterk staaltje ‘elitetheologie’: theologie die vanuit een bevoorrechte positie van vrede en vrijheid wordt ontwikkeld. Maar waar het mij hier om gaat: ik denk helemaal niet dat je thuis voelen echt plaatsgebonden is. Volgens mij draait het heel ergens anders om.
Onlangs verscheen Thuis, een heel prettig leesbaar boek van de Duitse filosoof Daniel Schreiber. Dit boek is een sterk biografisch gekleurde filosofische zoektocht ‘naar de plek waar we willen leven’, aldus de ondertitel. Schreiber vertelt over zijn omzwervingen over de wereld, voortgekomen uit een voortdurende rusteloosheid. Hij vertelt over zijn overgrootmoeder die ook thuisloos was, als vluchteling in het begin van de negentiende eeuw in West-Oekraïne, in een regio waar ze met Polen, Oekraïners, Tsjechen, Russen, Tataren en Wit-Russen samenleefden. Maar uiteindelijk aan het begin van de Tweede Wereldoorlog moesten ze vluchten voor hun leven. Een reis volgde door Europa, waarbij vele familieleden onderweg het leven lieten, op weg naar wat later de DDR zou worden.
Schreiber schrijft over zijn eigen odyssee als homoseksueel. Als kind voelde hij zich al anders, werd op school gepest zowel door leerlingen als door communistische leerkrachten, werd door zijn familie vreemd bekeken. Uitsluiting kenmerkte zijn leven. Hij beschrijft het gevoel versplinterd te zijn, en ontdekt gaandeweg dat misschien thuis voor hem de plek is waar hij een toekomst voor zichzelf kan zien, waar hij de fragmenten van zijn versplinterde persoon kan verzamelen en samenvoegen tot iets nieuws. Die plek hoeft niet per se fysiek te zijn.
Het gaat er volgens Schreiber in ons leven minder om waar we wortel schieten, ‘waar het op aankomt is veeleer dat je wortel schiet. Het leven laat ons op bepaalde oevers aanspoelen, het kiest de landschappen en steden waar we in leven min of meer willekeurig voor ons uit. Maar we ontkomen er niet aan daarbij onze eigen verantwoordelijkheid te nemen en er binnen de eigen mogelijkheden iets van te maken’. Het punt is: het ideale thuis bestaat niet. Utopia is een droom. Waar het op aankomt is dat we iets weten te maken van wat we hebben dat ‘goed genoeg’ is. Om van daaruit een sprong te wagen.
Wat in Schreibers boek voortdurend tussen de regels door schittert, maar wat hij nergens thematiseert is wat een andere Duitse filosoof, Otto Friedrich Bollnow (1903-1991), ‘nieuwe geborgenheid’ noemt. Bollnows boek uit 1955 met die titel is een reactie op het toenmalige existentialisme dat verkondigde dat de mens ontheemd was, eenzaam en zoekende naar ‘een dragende verbondenheid met een werkelijkheid buiten de mens zelf’. Waar de mens naar verlangt, schrijft Bollnow, is een nieuwe geborgenheid, een uiting van ‘vertrouwen in het Zijn’ oftewel ‘geloof in het Zijn’. Die zoektocht naar geborgenheid uit zich ook in het zoeken naar een thuis. Maar dan niet als een ruimtelijke plek ergens op aarde, maar om ‘de totaliteit van de levensorde, waarin [de mens] “zich thuis voelt”, het hele terrein van leven, dat hem vertrouwd is’.
Waar Schreiber naar zocht, was die nieuwe geborgenheid van Bollnow, die denkbeeldige ordening van het leven, een rotsvast vertrouwen in de dragende werkelijkheid die hem in staat kon stellen om, waar hij ook was, de sprong te wagen, zichzelf over te geven aan dat leven zelf. Aan het einde van het boek blijkt dat hij die geborgenheid heeft gevonden. Schreiber schreef een warm, hoopvol boek.
Dus als ik me niet thuis voel in Nederland, kan ik vluchten naar een ander land. Maar dat lost niets op. Schreiber probeerde het. Hij vluchtte uit zijn vaderland Duitsland, de wereld over, naar Engeland en Amerika. Maar uiteindelijk kwam het besef dat vluchten zinloos is. Zoeken naar een thuis is zoeken ‘naar een plek die de mogelijkheid in zich draagt bij jezelf aan te komen’, aldus Schreiber. Je zo thuis voelen kun je overal en nergens.
Je thuis voelen heeft dus niet zozeer te maken met het geworteld zijn op een bepaalde plek, maar heeft veel meer te maken met hoe geborgen we ons voelen in deze wereld überhaupt. Als die geborgenheid ontbreekt, maakt het niet uit waar je bent, dan zul je je nergens thuis voelen. Als die geborgenheid er wél is, maakt het ook niet uit waar je bent, dan kun je je overal thuis voelen. Dan kun je misschien zelfs de nukken van anderen verdragen, hun botheid, hun intolerantie. Tot op zekere hoogte dan.
Je zo thuis voelen betekent: je durven overgeven aan het leven, aan de wereld, aan die werkelijkheid (beter: die Werkelijkheid) die je draagt. En die overgave aan jouw plaats tussen de sterren, Bollnow schreef het al, is niets minder dan een daad van geloof.
(Dit essay verscheen oorspronkelijk in iets gewijzigde vorm in het Nederlands Dagblad van 23 maart 2018. Voor abonnees, zie HIER.)
Thuis: De zoektocht naar de plek waar we willen leven
Daniel Schreiber.
Ambo Anthos 2018. Paperback. 173 pp.
ISBN 9789026340406. € 20,99