Over Peter Sloterdijk

Omslag van Sloterdijks boek
(bron: Bol.com)

Vanochtend las ik Peter Sloterdijks zojuist verschenen Polyloquia: Een brevier uit. Het boekje verschijnt in de reeks ‘Kleine klassieken’ van uitgeverij Boom en bevat een verzameling fragmenten uit eerder gepubliceerd werk van Sloterdijk als Woede en tijd, De verschrikkelijke kinderen van de nieuwe tijd en Sphären II. Het gaat om cultuurfilosofische en –historische fragmenten en uitspraken waarmee Sloterdijk laat zien hoe hij zijn eigen werk als filosoof en schrijver ziet: als een ‘gesprek in een hoofd dat zich tegelijkertijd met de meest uiteenlopende activiteiten bezighoudt en ze … door elkaar roert’, zoals de ‘gebruiksaanwijzing’ achterin het boekje vermeldt.

In vier bedrijven worden achtereenvolgens een macrohistoricus, literatuurwetenschapper, theoloog en ‘opiniater’ opgevoerd als alter ego’s oftewel ‘kopgeboorten’ van Sloterdijk. Ze spreken over onderwerpen als ironie, de functie van hoofddeksels, woede, politiek, kapitalisme, en religie.

Je vraagt je toch af wat een uitgever beweegt om zo’n boekje te publiceren. Het gaat over veel en tegelijkertijd gaat het nergens over: daarin is het representatief voor Sloterdijks hele oeuvre (althans voor het deel wat ik ervan gelezen heb). Dit boekje bevestigt andermaal mijn mening dat het bij de filosoof Sloterdijk gaat om een windbuil van kosmische proporties, die krachtig klinkende zinnen schrijft, pompeuze verhalen en historische beschrijvingen die uiteindelijk, als puntje bij paaltje komt, iedere pointe ontberen.

De filosoof Sloterdijk is de culminatie van de totaal ontspoorde Duitse academische filosofie. Hij combineert een bijna seksueel getinte obsessie met de geschiedenis met een manisch misbruik van de Duitse blokkentaal, wat resulteert in een linguïstisch rookgordijn dat uiteindelijk een zwart gat blijkt te zijn waarin alles rondcirkelt in een onoverzichtelijke chaos op weg naar het niets van de totale betekenisloosheid.

“De mens is een wezen dat niet past”, schrijft Sloterdijk ergens (het is een fragment dat op de voorkant van het boek staat afgedrukt), en hij vervolgt: “Zijn verhouding met de bestaande verhoudingen is buiten verhouding. Voor hem klopt het om niet te kloppen”. Je hoort hem bijna vanachter zijn schrijftafel grinniken om zoveel loze diepgang verpakt in een klinkende tegel die synoniem blijkt voor klinkende munt.

Maar ik laat me graag overtuigen van het tegendeel.

P.S. toegevoegd om 16.55 uur: Ik ontving de opmerking dat dit wel een heel negatief stukje was, dat de bespreking verre van af is, etcetera. Laat het even helder gezegd zijn dat bovenstaande géén recensie is en ook niet als zodanig op deze weblog gerubriceerd staat! Het is meer een persoonlijke bespiegeling (en parodie) op Sloterdijks stijl en denken naar aanleiding van mijn lezing van het boekje van Sloterdijk. Verder is het – maar dit hopelijk ten overvloede – niet het eerste boek van Sloterdijk dat ik lees. Nogmaals, als iemand van mening mocht zijn dat Sloterdijk wel degelijk iets zinnigs te zeggen heeft, ik laat me graag overtuigen van mijn ongelijk.

1 gedachte over “Over Peter Sloterdijk”

Reacties zijn gesloten.