Soms krijg je boeken ter recensie opgestuurd, waar je vervolgens mee worstelt, niet omdat ze zo moeilijk zijn, maar gewoon omdat je niet weet wat je er eigenlijk over moet zeggen. ‘Maar over ieder boek valt toch wel iets te zeggen?’, kan iemand tegenwerpen. Natuurlijk is dat zo en een goede recensent weet er ook altijd wel iets van te maken. Iets, maar feit blijft dat niet alles wat je zegt, ook even interessant is. Niet alles wat gezegd wordt, voegt ook iets toe aan wat al gezegd is.
Datzelfde geldt ook voor dit boekje: Opnieuw gelezen. Hedendaagse schrijvers over de parabels. Filosoof Paul van Tongeren en bioloog Rob van Woerkom hebben het redactiewerk op zich genomen. In het voorwoord schrijven ze dat het initiatief voor dit boek ontstond vanuit de Nijmeegse St. Antonius van Padua-kerk. Die parochie bestond honderd jaar en vandaar ‘ontstond de gedachte om iets te laten zien van de manier waarop mensen zich niet alleen in deze eeuw, maar al bijna twintig eeuwen lang laten aanspreken, inspireren en steunen door deze verhalen. Dat moest niet zozeer historisch beschreven worden of programmatisch verklaard, maar getoond, door te laten zien dat die verhalen ook nu en in de toekomst nog steeds zeggingskracht hebben en kunnen houden’ (11).
Het boek gaat over parabels van Jezus, of ‘gelijkenissen’ zoals ze ook wel worden genoemd. Aan 25 ‘bekende schrijvers, filosofen en theologen’ werd gevraagd een parabel tot uitgangspunt te nemen voor een beschouwing van enkele bladzijden. Ik noem zomaar wat namen: Noorje ter Berg, Sophie van Bijsterveld, Erik Borgman, Edith Brugmans, Johan Goud, Ger Groot, Monic Slingerland, Janneke Stegeman en Marjoleine de Vos. Ik moet de redacteuren complimenteren met het feit dat het ze gelukt is om tot een uitstekende balans te komen tussen mannelijke en vrouwelijke schrijvers. Hier kunnen andere redacteuren een voorbeeld aan nemen!
Maar wat levert het op? Tsja, en hier begint mijn geworstel. Want het is absoluut geen slecht boekje, laat dat meteen gezegd zijn. De teksten zijn helder, en wat in ieder geval duidelijk wordt, is dat de schrijvers vrijwel alle traditionele lezingen van de teksten achterwege laten. Sommigen proberen de tekst echt iets nieuws te laten zeggen, willen laten zien dat de tekst iets anders zegt dan wat traditioneel verteld is. Dat is uiteraard een bewonderenswaardig streven. Anderen doen iets anders. Zo schrijft Ria van den Brandt, die de parabel van het mosterdzaadje tot uitgangspunt nam, een tamelijk briljant verhaal vanuit het perspectief van het mosterdzaadje zelf. Het wordt als het ware een parabel op zichzelf. En een hele theologische traditie klinkt in haar bijdrage door, echt heel knap.
Opnieuw gelezen is dus geen slecht boekje, maar je moet er van houden. Ik werd er uiteindelijk niet warm van. Het probleem is namelijk dat het geheel nergens echt indruk maakt. Al lezende verloor ik regelmatig de interesse. Behalve de originele move van Ria van den Brandt is er nergens een bijdrage die er qua originaliteit echt uitspringt. Nergens proef ik urgentie. Nergens prikkelt het, nergens schuurt het, nergens wordt het echt interessant. Het zijn geen teksten waar de schrijvers hun ziel en zaligheid in hebben gelegd. Nergens word ik door de teksten geraakt. Het zijn bijdragen die je leest en die je vervolgens als waterdruppels van een regenpak van je laat afglijden. Althans, zo verging het mij. (Ik besef dat andere mensen het boekje misschien totaal anders lezen.)
Misschien – maar hier speculeer ik enigszins – komt dat ook precies omdat de schrijvers vooral niet op de stoel van de dominee willen gaan zitten. De schrijvers zijn namelijk geen traditionele kerkgangers of gelovigen (en Ger Groot is zelfs uitgesproken atheïst). En terwijl Jezus met de parabels zijn toehoorders een lesje wilde leren, merk je dat veel schrijvers van dit boekje worstelen met dat moraliserende aspect. Immers, zoals een aantal schrijvers het verwoorden: de traditie heeft geleerd dat je teksten ook makkelijk voor je eigen karretje kunt spannen. Maar die angst om te misleiden resulteert in een zekere oppervlakkigheid die wat mij betreft dit boek opbreekt.
Het is een boek waarin veel gezegd wordt, maar dat je je kunt vragen aan wie wat gezegd wordt eigenlijk gericht is – wie is de beoogde lezer van dit boekje? – en waarvan ik bovendien het idee heb dat veel van wat gezegd wordt niet echt iets nieuws toevoegt.
De flaptekst rept het over ‘vertrouwde teksten’ die ‘juist op een dwarse manier gepresenteerd’ worden. Tsja, traditioneel zijn de interpretaties niet, maar is dat dan meteen ‘dwars’? En is het dwars genoeg om op te vallen in de gigantische hoeveelheid literatuur die er maandelijks verschijnt? Is het dwars genoeg om te beklijven? Voor een recensent zou hierover iets zeggen de grens overschrijden van wat nog redelijkerwijs gezegd kán worden…
Opnieuw gelezen. Hedendaagse schrijvers over de parabels.
Paul van Tongeren en Rob van Woerkom (red.).
Uitgeverij Klement, 2017. Paperback. 186 pp.
ISBN 9789086872039. € 19,99