Bespreking van: Bas Haring, Voor een echt succesvol leven. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar, Antwerpen: Houtekiet 2007. 173 pp. ISBN 9789052409221.
“Er is geen lachende derde die ons voor zijn karretje spant. Of het moeten onze denkbeelden zelf zijn die ons voor hun karretje spannen, maar eerlijker vind ik het beeld dat we onderdeel zijn van een voortbestaande machinerie. Een machinerie die we zelf in stand houden door er onderdeel van te zijn, maar en machinerie die niet het beste met ons voorheeft. Er zit geen baas achter de machinerie, niet iemand die we het kwalijk kunnen nemen. Daarom is de machinerie ook zo lastig te herkennen misschien. Ik heb er niet eens een goed woord voor. ‘Machinerie’, dat is alles waar ik mee kan komen.” (122)
Dit citaat laat goed Harings schrijfstijl zien, en geeft tegelijkertijd het antwoord op de vraag die ten grondslag ligt aan dit boek: Waarom proberen we toch uit alle macht succesvol te zijn? Waarom bepaalt succes ons leven, en waarom nemen we niet met middelmatigheid genoegen? Een prangend voorbeeld dat Haring aanhaalt, is de beschrijving van een overledene door zijn dochter tijdens een begrafenis: louter een opeenvolging van successen. Haring vraagt zich daarbij af of die man werkelijk gelukkig was, of hij in zijn neus pulkte, rustig van aard was of zich in een file opwond, of hij 8 uur per nacht sliep en dergelijke. Daarover werd niets verteld, want die zaken hadden met succes niets te maken.
Haring doet in dit boek een pleidooi voor middelmatigheid en een levensstijl die zich aan succes niets gelegen laat liggen: “Petje af voor de vaders en moeders bij wier begrafenis niets te melden is dan dat hij of zij lekker sliep, een zeeaquarium had en hield van nasi goreng.” (173) Hij steekt daarbij ook niet onder stoelen of banken dat de ambivalentie over succes ook hemzelf aangaat. Haring is immers een toonbeeld van succes: hoogleraar aan de Universiteit Leiden, presentator van succesvolle tv-programma’s en schrijver van twee boeken die bestsellers zijn geworden.
Met behulp van gortdroge humor en ironie, en zeer veel voorbeelden probeert Haring die drang naar succes te duiden. Hij komt daarbij uit bij een biologisch verklaringsmodel: in de evolutie overleeft slechts datgene wat succes biedt; al het andere verdwijnt. Zo is het ook in ons sociale leven, meent Haring, getuige het bovenstaand citaat: de drang naar succes is een sociaal fenomeen, een systeem dat zichzelf in stand houdt. Wie zich aan dat systeem conformeert, streeft naar succes en kan wellicht iets bereiken. Wie zich er niet aan wil conformeren, verdwijnt onopvallend in de coulissen. Het is een keuze die iedereen heeft. We neigen ernaar om succes te prefereren boven middelmatigheid. Haring meent echter dat die voorkeur arbitrair is.
Harings boekje is geslaagd voor wie zich niet stoort aan halve zinnen en niet-academisch taalgebruik. Het boekje heeft geen academische pretenties en is geschikt voor jong en oud (hoewel het thema volwassenen meer zal aanspreken dan jongeren). Haring schrijft zoals hij spreekt. De voorbeelden zijn daarbij sprekend en zeer treffend, afkomstig uit het leven van alledag. Maar hoe kinderlijk eenvoudig – in positieve zin – dit boekje ook mag zijn, het heeft ook een diepere boodschap over de waarde van eenvoud, die in onze hectische tijd, waarin boeken over mindfulness, spiritualiteit en meditatie bestsellers zijn, op gewillige oren kan rekenen.
Haring moraliseert daarbij niet, hij constateert slechts, beschrijft, en laat aan de lezer de keus. Die vrijblijvendheid is echter tegelijkertijd de grote zwakte van het boek: als je het boekje na een paar genoeglijke uurtjes met een glimlach weglegt, ben je de inhoud meteen al weer vergeten…
Er zit een interessante gedachte in Harings voorstelling van de zaken:
1) het universum en het leven is een machine, jouw leven is onderdeel van een machinerie
2) succes is de drijfveer van de machinerie (al het andere verdwijnt!)
3) onze voorkeur voor succesvol zijn tegenover gewoontjes, is arbitrair
Arbitrair betekent (ongeveer): willekeurig.
Dus: onze voorkeur is willekeurig (succes is een keuze!), maar de machinerie prefereert succes. Onze keuze voor middelmatigheid is dan een ‘rage against the machine’ (ditzelfde aspect van de menselijke geest kom je tegen bij Dawkins). Daaruit zou je m.i. mogen concluderen dat de menselijke geest in staat is om tegen de drijfveren van de menselijke natuur in te gaan. Laat dit nou net de kern van de boodschap van Jezus (en Paulus) zijn! Er zit volgens Haring geen baas achter de machinerie, maar dan toch zeker wel achter de opstand van de mens tegen de zinloosheid van de natuur. ‘Rage against the machine!’ zou Jezus vandaag de dag zeggen :-).
Taede, bedankt dat je het gelezen hebt en je verslag. Ik heb nog niet de kans gehad het te lezen. Ik mag zijn stijl van denken wel. Ik was indertijd enthousiast over zijn debuut Kaas en de evolutietheorie. Hij is eigenlijk de Nederlandse Richard Dawkins, een popularisator van evolutie, maar vooral een filosoof die waarschijnlijk meer observeert en filosofeert dan de vakliteratuur leest.
Taede, dit vond ik op het internet en is van toepassing op het streven naar succes:
“In de chimpansee kolonie krijgen alle vrouwtjes jongen maar de vader van die jongen is bijna altijd een van de top-apen.
Voor mannen is er dus een sterke selectie druk op ambitie. Wie de top van de hierarchie bereikt krijgt meer kinderen dan diegenen die onderaan blijven staan. Voor de vrouwen is die selectie druk er niet, zij krijgen allemaal even veel jongen.
Voor de vrouwen is er wel een op een ander punt selectie druk. Wie zorgt voor een goede relatie met de top-aap krijgt bescherming een heeft dus meer kans om de eigen jongen ook groot te brengen.”