"Analytische filosofie: Een inleiding" door Chris Buskes & Herman Simissen (red.). (boekbespreking)

Soms worden er boeken aangekondigd waar ik haast niet op kan wachten. Analytische filosofie: Een inleiding was zo’n boek. Ik wist dat er in het Nederlands geen boek verkrijgbaar was dat vergelijkbaar zou zijn met deze inleiding in de analytische wijsbegeerte, en dus was ik zeer benieuwd wat de kwaliteit ervan zou zijn.

Nu heb ik het boek. En ik heb het gelezen.

Tijd dus om het boek te bespreken om te zien of de hoge verwachtingen terecht zijn gebleken…

Laat ik maar met de deur in huis vallen: wie serieus geïnteresseerd is in filosofie, kan niet om dit boek heen. Ofschoon er talloze uitstekende Engelstalige inleidingen zijn tot de analytisch-filosofische methode, was er tot op heden in het Nederlands geen toegankelijke inleiding voorhanden. Tot nu toe dus.

Dit boek vult daarom een enorme leemte. De artikelen zijn stuk voor stuk boeken in zichzelf, en ofschoon alle artikelen behoorlijk inleidend zijn en nergens te diep gaan, zijn ze bijzonder geschikt voor wie een relatief snel maar toch erg goed overzicht wil krijgen van de terreinen waarmee analytische filosofen zich bezighouden.

Lastig definieerbaar

Al in de inleiding van Buskes en Simissen wordt duidelijk gemaakt dat analytische filosofie zich lastig laat definiëren. Analytische filosofie wordt vaak gecontrasteerd met continentale filosofie: “Waar de analytische filosofie verwant is met en geïnspireerd wordt door het ethos van de (natuur)wetenschap en de wetenschappelijke (analyserende) methode, daar is de continentale filosofie eerder verwant met kunst en literatuur. Veel continentale filosofen is het niet zozeer om verheldering en analyse te doen, als wel om originaliteit en de diepgang van het inzicht. In de continentale filosofie zijn de vorm en de stijl vaak net zo belangrijk als de inhoud, of zelfs belangrijker” (14).

Uit dit citaat wordt al duidelijk waarin het binnen de analytische filosofie gaat: om de analyserende methode die is afgekeken van de natuurwetenschappen, en waarbij de nadruk vaak ligt op taal (conceptuele analyse). Het gaat om helderheid, toegankelijkheid, en om de argumenten voor de positie die wordt ingenomen. Overigens zijn de redacteurs en de schrijvers van de verschillende hoofdstukken zich ervan bewust dat het onderscheid tussen continentale en analytische filosofie gemakkelijk in een karikatuur kan omslaan, terwijl in de praktijk duidelijk is dat veel hedendaagse filosofen verwijlen in zowel een analytisch als een continentaal-filosofisch discours.

Opbouw

Het boek beslaat in acht hoofdstukken vrijwel het hele (brede) veld van de analytische filosofie. Het gaat dan om (1) logica, (2) taalfilosofie, (3) kenleer, (4) wetenschapsfilosofie, (5) philosophy of mind, (6) ethiek, (7) filosofie van de religie, (8) filosofie van de geschiedenis. De opbouw van het boek is behoorlijk methodisch, er is goed nagedacht over de opbouw van de verschillende hoofdstukken. Zo gaat logica vooral om het denken, maar wordt gaandeweg het hoofdstuk duidelijk dat taal ook een belangrijke factor is. In hoofdstuk 2 wordt vervolgens dat talige aspect verder uitgediept, waarbij dan al duidelijk wordt dat taal en kennis aan elkaar gekoppeld zijn. Dat kenaspect wordt dan in hoofdstuk 3 verder uitgediept, etcetera.

Over het algemeen zijn de artikelen erg goed geschreven. Jargon wordt helder uitgelegd en al te technische discussies worden handig omzeild. Een enkel hoofdstuk balanceert af en toe op het randje van populariserend (zoals het godsdienstfilosofische hoofdstuk van Rik Peels, waarin de auteur zich in sommige zinswendingen een onnodig apologetische toontje veroorlooft). De hoofdstukken logica, taalfilosofie en kenleer, waarmee het boek opent, zijn de lastigste van het boek, ofschoon toch de rest van de hoofdstukken niet onderschat moet worden. Het gaat hier echt om een studieboek.

Boeken op zich

Er zijn hoofdstukken bij die een boek op zich zijn. Chris Buskes’ hoofdstuk over wetenschapsfilosofie geeft in ruim 30 pagina’s een overzicht van het hele veld van de wetenschapsfilosofie. En Marc Slors’ hoofdstuk over philosophy of mind is opgebouwd als een masterclass. Slors behandelt achtereenvolgens logisch behaviorisme, identiteitstheorie, functionalisme, computationalisme, interpretationisme, eliminativisme, en de lastige discussie over de notie van bewustzijn. Ook voor dit hoofdstuk geldt: wie het heeft doorgeworsteld, heeft een uitstekende helicopterview van het enorme veld van de philosophy of mind (en Marc Slors is een van de beste piloten die je in Nederland kunt vinden). Andere hoofdstukken geven niet zozeer een totaaloverzicht, maar geven instrumenten om een veld verder te exploreren. De hoofdstukken over logica (van Rob van der Sandt), taalfilosofie (door Bart van Beek en Bart Geurts) en kenleer (door Igor Douven) doen vooral dat laatste.

Het is lastig om kritiek te leveren op een boek als dit. Zoals gezegd zijn veel hoofdstukken tamelijk oppervlakkig. Daar staat tegenover dat dit een inleidend boek is, dat toegang wil verschaffen tot de terreinen waarmee de analytische filosofie zich bezighoudt. Ongetwijfeld zullen experts op bepaalde velden onderwerpen missen in het hoofdstuk dat hun vakgebied betreffen. Zo noemt bijvoorbeeld Rik Peels nergens de discussies over divine action binnen de analytische godsdienstwijsbegeerte, ofschoon die tot een aantal jaren geleden méér de toon zetten dan de discussies over argumenten voor het bestaan van God waar Peels sterk op inzet. Toch, ook deze lacunes zijn onoverkomelijk bij een inleidend boek als dit. De grenzen van dit boek zijn dus duidelijk. Maar wanneer die grenzen in ogenschouw worden genomen, moet gezegd worden dat er op dit moment geen boek in het Nederlands is dat de analytische filosofie beter introduceert dan dit boek. Petje af dus voor de redacteuren.

Herwaardering van de analytische wijsbegeerte

In Nederland wordt aan steeds meer universiteiten de analytische wijsbegeerte verdrongen door de continentale. Analytische wijsbegeerte wordt vaak gezien als kil en koud, dat een denkwijze vergt die bij hogere wiskunde hoort. En ja, wie sommige analytisch-filosofische boeken leest die vooral met het instrumentarium van de logica werken, dan lijkt die indruk enigszins gerechtvaardigd (ook al zijn de boeken van de continentaal-filosofische denker Badiou, die wiskunde gebruikt om een soort ontologie (zijnsleer) te beargumenteren, al helemaal ondoorgrondelijk).

Toch is het jammer dat de analytische filosofie zo’n slechte naam heeft. Wie dit boek leest kan er toch niet omheen dat de analytische filosofie een stuk opener en toegankelijker is dan de continentale filosofie. Helderheid en toegankelijkheid staan immers voorop? Bovendien blijft de persoonsverheerlijking binnen de analytische filosofie achterwege. Want waar de analytische filosofie vooral draait om terreinen die ontgonnen worden, lijkt de continentale filosofie vooral te draaien om de duistere geschriften van individuele filosofen (die dan ook nog vaak als halve godheden worden vereerd).

Ik besef overigens dat ik nu ook een karikatuur maak van het verschil tussen analytische en continentale filosofie, maar bestaat de continentale filosofie werkelijk uit meer dan een exegese en parafrase van de geschriften van Heidegger, Badiou, Zizek, Sloterdijk, Deleuze, en Meillassoux – om slechts een aantal namen te noemen? Niet dat die denkers geen interessante ideeën te bieden hebben, maar filosofie blijft daar toch vooral een kwestie van na-denken, terwijl de analytische filosofie meer inzet op zelf-denken. En ik heb nu eenmaal meer met dat laatste.

Laten we hopen dat Analytische filosofie: Een inleiding dan ook een breed lezerspubliek krijgt, dat ertoe bijdraagt dat de vooroordelen die leven over analytische filosofie zo gauw mogelijk de wereld uit geholpen worden.

Chris Buskes & Herman Simissen (red.), Analytische filosofie: Een inleiding.
Nijmegen: Vantilt Uitgeverij 2014.
ISBN 9789460041907, paperback, 318 pp., € 29,50.

4 gedachten over “"Analytische filosofie: Een inleiding" door Chris Buskes & Herman Simissen (red.). (boekbespreking)”

  1. Taede, dank je voor de mooie recensie. Ben wel benieuwd naar die “zinswendingen waarin de auteur zich een onnodig apologetische toontje veroorlooft” 😉

  2. De Aula-pocket Analytische Filosofie van Nuchelmans is ook een – ook voor ontwikkelde leken – zeer leesbaar boek. Het zou heruitgegeven moeten worden! Wat ik node mis in het boek van Buskes c.s. is een zaakregister (er is wel een Personenregister).

Reacties zijn gesloten.