Lemaître: Geestelijk vader van de oerknaltheorie (boekbespreking)

Het is bijna onvoorstelbaar, maar over de Belgische wetenschapper Georges Lemaître zijn vrijwel geen boeken voorhanden. Noch in het Duits, noch in het Engels is er een fatsoenlijke biografie verkrijgbaar. De enige biografieën die er zijn, zijn Franstalig en tot op heden onvertaald. En dat is erg jammer, want het is een fascinerende figuur. Niet alleen is Lemaître de grondlegger van de huidige oerknaltheorie, maar hij was bovendien een Rooms-Katholiek priester. Dit betekent dat hij uitgesproken denkbeelden had over de relatie tussen geloof en wetenschap. Lemaître is wat mij betreft een figuur die in het huidige debat over geloof en wetenschap onterecht vergeten is. Hij is een lichtend voorbeeld van hoe geloof en wetenschap kunnen samengaan.

Wat een geluk derhalve dat onlangs deel 47 van de reeks “Wetenschappelijke biografie” van NWT, uitgegeven door Veen Media, helemaal gaat over Lemaître. Een bespreking van een voor Nederlandse begrippen baanbrekend boek…

Laat ik maar direct met mijn kritiek beginnen: het boek is wat onevenwichtig, maar dat heeft ook wellicht te maken met het karakter van de serie “Wetenschappelijke biografie”. Het wetenschappelijke gehalte van de biografie is hoog. Voor wie van kosmologie weinig tot geen kaas gegeten heeft, zal ongeveer de helft van het boek taaie kost zijn. De auteur van het boek – Dominique Lambert – weet wel waar hij over schrijft. Lambert is zelf fysicus en filosoof en op dit moment hoogleraar filosofie en wetenschapsgeschiedenis aan de universiteit van Namen. Hij is ook lid van de Koninklijke Academie van België.

Ik heb Lambert in 2000 in Lyon ontmoet, tijdens mijn allereerste ESSSAT-conferentie. Hij nam toen de ESSSAT-prijs in ontvangst voor zijn boek over de verhouding tussen theologie en natuurwetenschap, want dit is een onderwerp dat hem interesseert. (Helaas is dat boek ook nooit in het Engels vertaald.) Vandaar wellicht ook zijn fascinatie voor Lemaître, over wie hij eerder al een lijvige biografie schreef, en van wie hij recentelijk dagboeken publiceerde (en waarin veel over het spirituele Anliegen van Lemaître duidelijk wordt). Al die boeken zijn – opnieuw – alleen in het Frans verkrijgbaar. 

Maar omdat Lambert zijn fysica kent, worden de kosmologische achtergronden van het natuurwetenschappelijke denken van Lemaître uitgebreid beschreven, en daarbij spaart Lambert de lezer niet. Hij probeert duidelijk te maken hoe vernieuwend Lemaîtres ideeën waren, waarbij hij dus ook de toenmalige kosmologische theorieën van bijvoorbeeld Einstein moet beschrijven. Het gaat allemaal tamelijk diep, en komt de leesbaarheid van het geheel niet ten goede. Wel moet gezegd worden, dat het boek – zoals de meeste boeken uit de reeks – prachtig geïllustreerd is.

De delen waarin Lambert over de persoon en het leven van Lemaître schrijft, zijn echter schitterend! Het hele leven van Lemaître wordt in een krappe 160 pagina’s (inclusief de talloze illustraties) beschreven, van zijn geboorte, zijn jonge jaren, de oorlogsjaren (Lemaître diende in de Eerste Wereldoorlog in het Belgische leger), zijn theologische vorming en zijn natuurwetenschappelijke carrière, zijn buitenlandse bezoeken en contacten, zijn moeilijke jaren ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, en zijn periode daarna, inclusief een humoristische impressie van zijn chaotische stijl van lesgeven. (Ik wist werkelijk niet dat Lemaître ook een expert in programmeertalen was en dat hij bijdragen aan het probleem van kosmische straling had geleverd!) En natuurlijk zijn ideeën over geloof en wetenschap – waarbij uiteraard ook zijn moeite met de uitspraken van Paus Pius XII die suggereerde dat Lemaîtres oerknaltheorie de bevestiging van de christelijke scheppingsleer was, ruime aandacht krijgen. Lemaître stelde nadrukkelijk:

Ik heb te veel eerbied voor God om van Hem een (wetenschappelijke) hypothese te maken.

Hij zag de verhouding tussen geloof en wetenschap als “twee wegen”:

Er waren twee wegen om de waarheid te bereiken. Ik besloot ze beide te volgen. Niets in mijn beroepsleven, niets van wat ik heb mogen leren in mijn wetenschappelijke of theologische studies heeft me op andere gedachten kunnen brengen. De wetenschap heeft mijn geloof in de religie niet aan het wankelen gebracht en de religie heeft me er nooit toe gedwongen om de conclusies die ik door wetenschappelijke methoden heb bereikt ter discussie te stellen.

Toch zag hij geloof en wetenschap niet als strikt gescheiden, want het was de persoon van de (gelovige) wetenschapper waarin beide samenkwamen. Het gaat dus om een vereniging van geloof en wetenschap zonder vermenging, of zoals hij het tijdens een katholiek congres in Mechelen uitdrukte:

[Het geloof van de wetenschapper] maakt zowel de hoogste als de nietigste activiteiten bovennatuurlijk! Hij blijft een kind van God wanneer hij het oog aan de microscoop zet, en in zijn ochtendgebed plaatst hij zijn hele werk onder de bescherming van zijn hemelse Vader. Wanneer hij denkt aan de geloofswaarheden, weet hij dat zijn kennis van microben, atomen of zonnen geen toevlucht en geen hindernis zullen vormen.

Vaak is Lemaître verweten dat zijn oerknaltheorie een poging was om God in de wetenschap binnen te smokkelen. Lambert laat zien hoe hiervan absoluut geen sprake was, en dat Lemaître zelf zijn theorie van het “oeratoom” zag als de “antithese van de bovennatuurlijke schepping van de wereld”!

Genoemde uitspraken zijn in het boek terug te vinden. Ik ga er niet teveel over zeggen, het doel van deze bespreking is om zelf aan het lezen van dit boek te zetten. Het is een bij vlagen zeer moeilijk boek, maar voor wie geïnteresseerd is in de verhouding tussen geloof en wetenschap, is dit boek een absolute must.

Ik hoop dat dit boek de interesse voor de ideeën van Lemaître zal aanwakkeren en dat uitgeverijen ook werk zullen maken van een vertaling van de andere Franstalige boeken van Lambert over Lemaître (wellicht in samenwerking met een Vlaamse uitgeverij).

Er zit heel veel in het religieuze gedachtegoed van Lemaître dat op dit moment buiten het Franse taalgebied nog vrijwel onontgonnen terrein is, met name wat betreft zijn persoonlijke spiritualiteit, zijn interesse in mystiek en hoe die interesse zijn ideeën over geloof en wetenschap beïnvloed heeft. Met dit boek wordt de eerste schep in dat terrein gezet.

AANVULLING: Op Facebook attendeerde iemand mij erop dat ook Helge Kragh in het Engelstalige gebied over Lemaître en diens kosmologie heeft gepubliceerd, als een van de weinigen. Er is dus wel wat over Lemaître in het Engels te krijgen. Dat klopt uiteraard, ik heb voor een hoofdstuk van mijn God en de menselijke maat uitgebreid gebruik gemaakt van het werk van Kragh. Lambert verwijst ook naar een aantal boeken van Kragh in de bibliografie. Kragh is een van de weinigen die in het Engels over Lemaître gepubliceerd hebben, ook zeer de moeite waard, en ook hij besteedt aandacht aan Lemaîtres ideeën over geloof en wetenschap. Toch heb ik het idee dat Lambert dat laatste iets beter doet, vooral omdat hij geen historicus is, maar vooral een filosofische interesse (en vermoedelijk ook een persoonlijke interesse) in Lemaîtres ideeën heeft. Kragh heeft vermoedelijk meer grip op de historische aspecten. Een goede vergelijking zou inhouden dat ook de meer omvattende werken van Lambert over Lemaître bekeken worden. Lambert heeft bijvoorbeeld inzage (gehad?) in de privé-correspondentie van Lemaître, zijn dagboeken en aantekeningen, en volgens mij verwijst Kragh alleen naar Lemaîtres officieel gepubliceerde papers en boeken. Voor zover ik weet zwijgt Kragh ook over Lemaîtres bijdragen aan discussies over kosmische straling en aan zijn kennis van programmeertalen en zijn gebruik van (zeer vroege) computers. Al met al lijkt Lambert daarmee een all-round kennis van Lemaître te hebben dan Kragh.

5 gedachten over “Lemaître: Geestelijk vader van de oerknaltheorie (boekbespreking)”

  1. Een heel interessante man, Lemaitre, zeker !

    Maar ik zou hem toch niet ‘de’ grondlegger van de oerknaltheorie noemen, wel ‘een’ grondlegger. De rus Alexandr Friedmann was hem trouwens enkele jaren voor, maar toen was er nog geen internet …

    Lemaitre had het inderdaad over een ‘oeratoom’ waarin alle materie van ons huidige heelal zat, en wat vervolgens expanderde. De moderne ‘oerknaltheorie’ (nog altijd een bijzonder slechte naam !) wijkt in vele aspecten af van wat Lemaitre voorstelde, maar het idee van expansie is er nog steeds.

    Als extraatje, nog wat recente artikelen over het Hubble vs. Lemaitre debat:
    http://www.nature.com/nature/journal/v480/n7377/full/480321c.html
    http://hubblesite.org/newscenter/archive/releases/2011/36/full/

    Dan hierover:
    “Toch zag hij geloof en wetenschap niet als strikt gescheiden, want het was de persoon van de (gelovige) wetenschapper waarin beide samenkwamen. Het gaat dus om een vereniging van geloof en wetenschap zonder vermenging, …”

    Ik zou zeggen dat hij geloof en wetenschap dus wel degelijk strikt gescheiden hield, maar geloof en wetenschapper niet. En dat geldt in mijn ervaring voor de meerderheid van gelovige wetenschappers (wat dan weer een minderheid onder de wetenschappers vormt).

  2. Heel fijn dat Lamberts boek in het NL is uitgegeven. Ik ken Dominique Lambert persoonlijk heb zijn boek over geloof en wetenschap gelezen (in het Frans, een taal die ik behoorlijk goed ben gaan beheersen): voor mij een openbaring, te zieh hoe geloof en wetenschap samenhangen. Lambert is bekend als een groot Lemaître-kenner.

Reacties zijn gesloten.