Anne Nijburg is theoloog en politicus voor de ChristenUnie in Nieuwleusen. Zijn boek In alle talen: Communicatie van het evangelie in de Bijbel is recent verschenen bij de Kampense uitgeverij Van Warven. Centraal in het boek is de focus op taal in de Bijbel. De geschiedenis zoals die in de Bijbel verteld wordt, is de geschiedenis van taal. Nijburg gaat de grote lijnen van het Oude en Nieuwe Testament na. Nijburg leest de Bijbel met een focus op taal, taalgebruik, vreemde talen, noem maar op. Wat levert dat op?
In Genesis is het allereerst God die spreekt. God schept door te spreken. Hij roept in aanzijn. Hij roept ook de mens ter verantwoording wanneer die zich door de listige slang in de Tuin van Eden laat inpakken. Nijburg neemt Genesis letterlijk. Hij speculeert dat Adam en Eva het eerste mensenpaar op aarde waren en een soort proto-semitisch spraken, ‘Edenics’ of ‘de taal van Eden’. Zij spraken nog één taal. Na de Zondvloed zou die proto-taal de basis worden van alle andere talen die gesproken worden.
Eenheid en oordeel
Eén taal hebben betekent volgens Nijburg een eenheid zijn, helder kunnen communiceren. Als de ander die taal ook spreekt, weet hij wat er bedoeld wordt. Eén taal hebben betekent dus: vrede, harmonie. Maar taal kan ook macht betekenen. Zo proberen overheersers hun taal vaak aan de onderdrukte op te leggen. De taal van de overheerser spreken, betekent capituleren aan de macht. Taal is daarmee ook een ambigu fenomeen. Dat heeft de Bijbel goed begrepen, aldus Nijburg. Na de Zondvloed zie je dan ook dat de proto-semitische taal versplintert en talloze talen, en dan gaat het bergafwaarts. Babelse spraakverwarring loopt uiteindelijk uit op slavernij in Egypte, dan komt bevrijding, maar uiteindelijk ook opnieuw overheersing en diaspora, de verstrooiing van het volk Israël over de hele aardbol. Omdat ze Gods geboden niet konden houden.
De veelheid van de talen die in de wereld gesproken worden is voor Nijburg min of meer een direct uitvloeisel van de zondeval. Het is de straf van God voor de ongehoorzaamheid van Israël. Verderop in het boek behandelt Nijburg een brief van Paulus en beschrijft hij de veelheid van talen als een ‘oordeel’ over Israël, een teken voor ‘de ongelovige Joden’. Nijburg mag dan Paulus naspreken in diens veroordeling van joden die Jezus niet als Messias willen accepteren. Toch kon ik me niet helemaal aan de indruk onttrekken dat Nijburg van dit christelijke antisemitisme geen afstand neemt of het zelfs accepteert.
Het draait uiteindelijk, niet geheel verrassend, uit op de centraliteit van Jezus Christus. Gek genoeg zit juist daar in het boek een enorme lacune. Van een beschrijving van de geschiedenis in het Oude Testament springt Nijburg direct over naar het bijbelboek Handelingen en daarna naar de brieven van Paulus. De hele periode van Jezus’ leven, werken en dood komt letterlijk niet ter sprake, behalve af en toe in enkele uitweidende passages in het boek. Nijburg lijkt bijna niet te kunnen wachten om zich op de boodschap van Paulus aan de christelijke gemeenten te kunnen storten.
Geen stem
Want die boodschap is ook aan gelovigen vandaag de dag gericht. Nijburg meent dat in de christelijke gemeente van verleden en vandaag eenheid en vrede centraal staan en ook moeten staan. Alles moet in het teken staan van de opbouw van de gemeente. En dus moet er volgens Nijburg één taal gesproken worden. Er moet als het ware met één mond gesproken worden. En dat impliceert weer dat zoveel mogelijk vreemde elementen uit het hart van de gemeente moet worden geweerd. Afwijkende meningen krijgen geen stem. Mógen geen stem hebben. Of in Nijburgs eigen woorden: ‘Als een vreemde taal niet vertaald wordt of kan worden, moet de spreker zwijgen. Er is immers niets wat de gemeente opbouwt. Sterker gezegd, misschien wordt de gemeente wel afgebroken en wordt God geloochend of bespot. Want je weet niet met welke geest je te maken hebt’ (254-255).
Ik vind dit wringen. Dit riekt naar conformisme. Andersdenkenden worden de mond gesnoerd, alles wat afwijkt van de norm moet zwijgen om de lieve vrede in de gemeente te bewaren. Maar is dit wat Nijburg ook zelf vindt? Is dit wat hij uit de brieven van Paulus haalt? En wat zou Jezus hiervan zeggen? Was het niet juist Jezus die juist aan de onaangepaste, die niet gehoord of gezien werd, woorden en aanzien gaf?
De dreiging van buitenlanders
Dat afwijkende geluiden eigenlijk storend zijn komt in Nijburgs boek al eerder aan de orde. Hoofdstuk 10 heeft als titel ‘De vreemdeling binnen de poort’ en gaat over het vreemdelingschap in het Oude Testament. In het Oude Israël had ‘de buitenlander’ veel rechten, schrijft Nijburg, maar dat droeg ook een groot gevaar met zich mee: ‘De grove fout die Israël heeft gemaakt is, dat het soms de leefstijl, inclusief de godsdienst, van de andere volken, de vreemdelingen heeft overgenomen’ (95). Zo bouwden Salomo en andere koningen immers huizen waar afgodendienst kon plaatsnemen.
Dus hebben ‘buitenlanders’ in Israël volgens Nijburg altijd een dreigend aspect: ‘Vreemde volken, die vreemde talen spreken, worden in het Oude Testament vooral gezien in relatie tot vreemde goden, die Israël van het juiste godsdienstige spoor af kunnen brengen en zorgen voor vreemde overheersing. Desalniettemin moet de houding van de Israëlieten jegens de vreemdeling liefdevol zijn’ (97). De vreemdeling moet je dus dulden, ze zelfs rechten geven, maar je moet je nooit aan hun gebruiken aanpassen, lijkt Nijburg te suggereren.
Ook in het vroege christendom was de verleiding van de vreemdeling altijd aanwezig, schrijft Nijburg, zoals in de ‘occulte’ rituelen van vloekteksten die ook christenen hanteerden, inclusief voodoo-achtige rituelen als het slaan van spijkers door een plaat. Natuurlijk beschrijft Nijburg hier zaken uit de oudheid, maar is het vreemd als dit soort beschrijvingen en de manier waarop Nijburg ze opdist resoneren met Nederlandse discussies over ‘buitenlanders’ vandaag de dag? Nijburg is politicus, en weet dus als geen ander wat de macht van taal is. Macht en manipulatie liggen soms dicht bij elkaar.
Exclusivisme
Volgens Nijburg, die in dezen Paulus napraat, zijn de vele talen in de wereld een teken voor de ongelovige joden en heidense volken dat God geoordeeld heeft en dat in Jezus de relatie weer kan worden rechtgetrokken. Want: ‘Voor heidenen en Joden geldt, dat er geen andere weg tot behoud is dan de genade van Jezus Christus en dus niet door de werken van de wet’ (265). Uiteindelijk zullen alle volken tot inzicht komen en: ‘Zij, alle heidenen, zullen de Here zoeken. Het draait hier dus om Jezus. De behoudenis is in niemand anders, er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden’ (266). Nijburg hanteert een ouderwetse, exclusivistische visie op het heil: het heil is alleen in Jezus te verkrijgen. ‘In alle talen van de wereld zal het evangelie van het Koninkrijk van God worden verkondigd tot een getuigenis voor alle volken en dan zal het einde gekomen zijn’ (267).
Het mag duidelijk zijn dat dit boek niet voor vrijzinnige denkers als ik geschreven zijn. Ik heb op zoveel manieren moeite met dit boek. Zoals met het als letterlijk waar nemen van Genesis (en ook het boek Jona) of met het weggemoffelde antisemitisme en de angst voor ‘buitenlanders’. Nijburg klemt zich vast aan eenheid en eenstemmigheid, omwille van de lieve vrede. Maar hoezeer dit boek over taal gaat, de taal der liefde vind je er amper in terug.
Dit boek lijkt vooral geschreven te zijn voor de orthodoxe achterban van Nijburg zelf. Het lijkt vooral bedoeld voor christelijke gespreksgroepen, zo suggereren ook de studievragen achterin het boek (die eerlijk gezegd het niveau van open deuren amper ontstijgen). Het blijft onduidelijk wat Nijburg nu met dit boek wil bereiken. De centrale boodschap blijft vaag. Welke vraag wil het boek beantwoorden? Is het een boek over de Bijbel? Is het een bijbelstudie? Moet het de gelovige in zijn of haar geloof stichten? Of is het een boek dat uiteindelijk een ideaalbeeld voor christelijke gemeenten uiteenzet? De inleiding verschaft geen helderheid. Het boek is bovendien aangevuld met allerlei aanhangsels die meer verwarring scheppen dan helderheid. Al met al geen aanrader dus.
Meer info: https://uitgeverijvanwarven.nl/in-alle-talen/
In alle talen: Communicatie van het evangelie in de Bijbel.
Anne Nijburg.
Van Warven, 2020. Paperback. 306 pp.
ISBN 9789493175266. € 19,95
Vind je mijn blogs de moeite waard? Zo ja, zou je dan misschien een kleine bijdrage willen overwegen?
Mijn weblog bestaat al sinds 2005. Met veel plezier schrijf ik in mijn eigen tijd en op eigen kosten recensies en andere blogbijdragen. Echter, de kosten van o.a. webhosting lopen ieder jaar verder op. Donaties stellen me in staat om content te plaatsen en nieuwe initiatieven te ontwikkelen.
Mocht je willen doneren, dan kan dat hier: https://tasmedes.nl/doneren/
Alvast ontzettend bedankt voor je steun!
– – Taede Smedes