Gisteren is mijn recensie van Kevin Nelsons De goddelijke hersenstam (vertaling van The Spiritual Doorway in the Brain: A Neurologist’s Search for the God Experience) online geplaatst. Het is een recensie voor VPRO’s Noorderlicht Recensie Team.
Je kunt de recensie HIER lezen. Het is een fascinerend boek, dat ik voor mijn gevoel toch niet helemaal recht doe met de korte (maar toch al te lange) recensie op de Noorderlicht-website. In ieder geval hoop ik er nog eens wat uitgebreider op terug te komen, als ik er de tijd voor vind.
(Hieronder de tekst van de recensie, voor het geval die ooit van internet verdwijnt:)
Het Spirituele Brein
Met een leven na de dood of een eindeloos bewustzijn hoef je bij Kevin Nelson niet aan te komen. Spiritualiteit is stevig geworteld in het brein, schrijft hij in De Goddelijke Hersenstam.
En voor wie het zich afvraagt: de laatste zin van de recensie (over geloof en wetenschap) weerspiegelt Nelsons eigen mening.
Het is op zijn minst ironisch te noemen dat uitgeverij Ten Have nu een boek publiceert dat lijnrecht ingaat tegen de boodschap van twee boeken die eerder bij diezelfde uitgeverij werden uitgegeven: Pim van Lommels bestseller Eindeloos bewustzijn: Een wetenschappelijke visie op de bijna-dood ervaring (2007) en Het spirituele brein: Bewijzen voor het bestaan van de ziel (2008) van Mario Beauregard en Denise O’Leary.
Cardioloog Van Lommel meent dat bijna-doodervaringen bewijzen zijn voor een eindeloos bewustzijn, waarbij onze hersenen slechts fungeren als de ontvangstapparatuur (zoals een radio bepaalde radiosignalen opvangt). Neurowetenschapper Beauregard en journaliste O’Leary nemen onderzoek naar mediterende nonnen tot uitgangspunt voor een snoeihard betoog vóór het dualisme van lichaam en ziel en tégen de materialistische tendens die zij waarnemen binnen de neurowetenschappen.
Bron van spiritualiteit
In de Nederlandse vertaling van The Spiritual Doorway in the Brain: A Neurologist’s Search for the God Experience (dat in het Nederlands de wat beperktere titel De goddelijke hersenstam: Een neuroloog verklaart bijna-doodervaringen heeft gekregen) veegt de Amerikaanse neuroloog Kevin Nelson behoorlijk de vloer aan met Van Lommels ideeën en Beauregards nonnen-onderzoek. En hij komt met een alternatieve, allesverklarende theorie: menselijke spiritualiteit, zo betoogt Nelson, vindt haar biologische wortels in de werking van de hersenstam.
De hersenstam is cruciaal. Wanneer we iets zintuiglijk waarnemen, dan gaan signalen van buitenaf allereerst door het ‘filter’ van de hersenstam, voordat ze via de thalamus naar de cortex geleid worden, waar we ons van die signalen bewust worden. Maar veel hersenprocessen zijn onbewust (zoals onze ademhaling en het kloppen van ons hart), en worden gereguleerd door de hersenstam.
De hersenen kennen daarmee drie bewuste toestanden: waken, REM-slaap (de situatie waarin de meeste van onze dromen voorkomen en die gekenmerkt wordt door het snelle bewegen van de ogen) en non-REM-slaap. In al die drie toestanden vindt er hersenactiviteit plaats, gereguleerd door de hersenstam, ook al zijn wij ons daar – slapend – niet bewust van:
Mensen kunnen dood lijken, maar toch springlevend zijn. De hersenen kunnen zich zelfs bewust zijn en alles wat er gebeurt registreren als ze schijnbaar onwerkzaam zijn. Ik heb mijn twijfels over bijna-doodervaringen waarbij wordt aangenomen dat de betrokkenen bewusteloos zijn maar toch registreren wat er om hen heen gebeurt. Onduidelijkheid over wat het bewustzijn is en niet is heeft allerwegen tot misverstanden en mythen geleid, niet alleen in het geval van bijna-doodervaringen, maar van een heel scala van spirituele ervaringen. (pag. 47)
Geen bewijs
Bijna-doodervaringen zijn geen bewijs voor het bestaan van een onsterfelijke ziel. Nelson beschrijft dat wanneer het hart ophoudt met kloppen, dat dan weliswaar de persoon het bewustzijn verliest, maar dat de hersenactiviteit nog enige tijd doorgaat. Niet alleen zet de hersenstam in dat geval bepaalde mechanismen in werking ten behoeve van het overleven van de persoon, maar ook is het mogelijk dat de hersenen nog ‘input’ van de zintuigen registreren. Het zou pas echt miraculeus zijn, aldus Nelson, als iemand die ook hersendood is geweest (waar dus alle hersencellen van zijn afgestorven) opnieuw tot leven zou komen en ervaringen zou beschrijven, maar dat is volgens hem nog nooit gebeurd.
Met andere woorden, de patiënten die Van Lommel hun ervaringen vertelden, zijn niet echt dood geweest, hooguit bewusteloos, maar met actieve (bewuste) hersenen aangestuurd door de hersenstam. Nelson geeft in het boek verklaringen voor een heel scala aan fenomenen die vaak optreden bij bijna-doodervaringen en andere spirituele ervaringen, zoals daar zijn:
Het zien van een tunnel (verklaard door een zwakke bloedtoevoer naar het netvlies van de ogen), licht (eigenlijk licht uit de omgeving en visuele activering door REM), het gevoel hebben buiten het lichaam te treden (te wijten aan de deactivering van het temporopariëtale gebied door REM), het fenomeen dat men zijn leven als een film aan zich voorbij zag trekken (verklaard door herinneringen aan vecht-of-vluchtsituaties), en een gevoel van gelukzaligheid (te wijten aan het beloningssysteem in het limbisch systeem).
Met name Nelsons idee van ‘REM-intrusie’, dat in sommige gevallen de hersenen het REM-bewustzijn binnendringt in het waakbewustzijn en een droomachtige bewustzijnstoestand creëert, wordt door veel neurologen serieus genomen als een kandidaat-verklaring voor bijna-doodervaringen.
Nuchter en objectief
De Goddelijke Hersenstam is geen gemakkelijk boek. Nelson gaat zeer gedetailleerd in op de werking van onze hersenen en schuwt technische verhandelingen niet. Maar wie doorzet, leert er ongelooflijk veel van. Bovendien blijft Nelsons betoog boeien, omdat hij veel gevalsbeschrijvingen geeft die zijn punten concreet illustreren. Nelson blijft nuchter en objectief, hij geeft vaak toe dat er nog veel onzeker is en dat hij slechts (beargumenteerde) hypothesen op tafel legt.
Of zijn verklaring van REM-intrusie werkelijk hout snijdt, moet – zo geeft Nelson zelf ook toe – door verder onderzoek nog blijken. Wel is zijn boek een helder en behoorlijk overtuigend argument dat spiritualiteit een sterke biologische en neurologische component heeft, en wellicht zelfs niet uniek menselijk is.
Nelsons boek is bovendien geen anti-religieus of anti-spiritueel boek. Nelson geeft toe dat een biologische of neurologische verklaring geen uitspraak kan doen over de authenticiteit van de ervaringen zelf. Nelson gaat dus niet mee met Dawkins en anderen die op basis van biologische verklaringen concluderen dat spirituele ervaringen illusies of waanbeelden zijn.
Maar hij is met name kritisch op schrijvers als Van Lommel en Beauregard, die proberen spiritualiteit te funderen in (in Nelsons ogen ondeugdelijke) wetenschap. Geloof en wetenschap, dat zijn volgens Nelson toch twee verschillende zaken die je vooral niet moet vermengen, ofschoon de mens wel beide nodig heeft om zin en betekenis in dit leven te kunnen vinden.
Titel: De goddelijke hersenstam – Een neuroloog verklaart bijna-doodervaringen
Auteur: Kevin Nelson
Uitgever: Ten Have, 2011
paperback, 297 pagina’s, 24,90 euro
ISBN: 9789025960513
Taede, Jan Riemersma geeft nu op mijn blog een interpretatie van de citaten die ik uit jouw boek haalde en ik vraag me af of dat juist is en ik vraag me af of ik jouw gedachtengang (en bedoeling) juist heb weergegeven. Hier is Jan’s comment:
Gert, Taede bedoelt dat … 01 December, 2011 17:40
@ Taede
wat me opvalt is dat de Engelse titel toch beduidend verschillend is,
The spiritual doorway in the brain – daaronder versta ik ‘doorgang’ ,de titel
‘de goddelijke hersenstam’ is veel meer materialistisch gericht.
Weer een boek over het brein. Weer een boek waarin brein en bewustzijn 1 op 1 gekoppeld zijn. Weer een boek waarin het lichaam/geest-probleem niet opgelost is, hetgeen waarschijnlijk ook nooit zal gebeuren.
Dan gooien we het maar eens over een heel andere boeg. We hebben een “”open mind” nietwaar dus dit kan er nog wel bij.
Bewustzijn vanuit modern gnostisch perspectief
Niemand zal twijfelen aan het belang van bewustzijn. Door zijn hoge graad van bewustzijn/intelligentie is de mens een steeds grotere rol gaan spelen in het evolutionaire proces. Zover is de mens zelfs gekomen in dit proces dat we in staat zijn mensen op een andere planeet te zetten, dat we zodanig goede communicatienetwerken hebben (internet, facebook, twitter etc.) dat zelfs revoluties in landen mogelijk zijn via deze nieuwe massamedia etc. etc.. Maar ook :door de mens kan de huidige aarde zodanig aangetast worden hetzij door oorlogsgeweld (kernoorlog) hetzij door onbeheersbaar wordende milieueffecten (te grote opwarming van de aarde; milieuvervuiling), dat diezelfde mens gevaar loopt zichzelf uit te roeien.
Zijn de geleerden het wel eens over de grote betekenis van bewustzijn des te meer verdeeldheid is er over de oorzaak van bewustzijn. Tegenwoordig is het populair om te geloven dat bewustzijn slechts een bijverschijnsel is van hersenprocessen, culminerend in bv. de uitspraak van de bekende hersenwetenschapper Swaab “we hebben geen brein maar zijn ons brein”. Dit levert een uiterst negatief mensbeeld op. We zouden de gevangenen zijn van ons eigen brein en als geestelijke wezens nooit iets teweegbrengen. Tegen deze materialistische zienswijze pleit o.a. het feit dat het bewustzijn invloed heeft op allerlei psychologische en neurologische processen (neuroplasticiteit). Het bewustzijn is in staat de anatomie en de functie van de hersenen permanent te beïnvloeden. Onder invloed van bewuste aandacht, emoties en actieve denkprocessen, maar ook door beweging (sport), veranderen continu de neurale netwerken en daarmee ook de elektromagnetische activiteit van de hersenen. De kracht van het bewustzijn is in staat hersenfuncties te veranderen. In deze visie zijn de hersenen een interface, een tussenlaag, tussen ons bewustzijn aan de ene kant en ons lichaam samen met de materie die het omgeeft aan de andere kant. Door cognitieve gedragstherapie toe te passen is het bv. niet onmogelijk om van bepaalde verslavingen (rookverslaving, alcoholverslaving, eetverslaving etc.) af te komen. In feite komt het erop neer dat het bewuste ik weer de regie overneemt van de hersenen. De verslaafde leert langzaam maar zeker dat het mogelijk is tegen de hersenen te zeggen dat “ik” de baas ben en het brein nu anders programmeer aangaande dit verslavingsaspect.
Hoe functioneren onze hersenen en hoe worden we geconditioneerd door onze zintuigen? Het limbisch systeem is verbonden met de emoties en het is het centrum waar de prikkels van de zintuigen in de hersenen tot informatie wordt verwerkt. Het integreert via vele verbindingen met de beide andere hersendelen (reptiel-hersenen en hersenschors). Het heeft ook belangrijke verbindingen met de hypothalamus en daardoor met de hypofyse, die het centrum van ons hormoonsysteem is. Bepaalde hormonen vanuit de hypofyse beïnvloeden ons immuunsysteem, dat op zijn eigen manier onze identiteit bewaakt. Zo zien we een ingenieuze samenwerking tussen hersenen, hormoonsysteem en immuunsysteem , met als doel het beschermen en onderhouden van onze identiteit. Ons bewustzijn wordt in hoge mate bepaald door ons emotionele brein, dat alle informatie uit het gehele lichaam integreert en verbindt met het onbewuste geheugen van alle eerder opgedane ervaringen. Zo worden onze intieme overtuigingen, ons diepst gewortelde geloof en ons gedrag onbewust bepaald door deze ervaringen. Een ander belangrijk aspect: de mens moet in dit leven steeds gevaren onder ogen zien, lichamelijk en psychisch, om te kunnen overleven in het evolutionaire proces (struggle for life). De zintuigen brengen de bijbehorende signalen naar de hersenen en deze geven betekenis aan alles wat wordt waargenomen en beleefd aan de hand van vroegere indrukken die in de hersenen zijn opgeslagen, vooral in het emotionele brein. De hersenen activeren weer de overlevingssystemen om toch vooral onze identiteit, ons ego te kunnen handhaven. Zo begrijpen we hoezeer ons bewustzijn, onze gehele levensstaat en ons bloed in een zelfde egotrilling resoneren en worden vastgehouden (symbolische taal).
Hebben we het al eerder gehad over de mogelijkheid om bewustzijn specifiek te beïnvloeden/veranderen door middel van cognitieve gedragstherapie in geval van ernstige verslavingen, in de gnostiek is men ervan overtuigd dat ook in algemene zin het bewustzijn van het individu beïnvloed/vernieuwd kan worden. Wat is nu de rol van de hersenen in het vernieuwingsproces van het bewustzijn? Elk spiritueel proces begint in het hart, omdat zich daar het transcendent beginsel (sensus divinitatis, goddelijke vonk, geestvonkatoom ) bevindt. Het vuur, ontstoken in het hart, zal opstijgen naar het hoofd om daar te kunnen ontvlammen (niet letterlijk gelukkig;vergeef me de symbolische taal). Anders gezegd, het hoofd, en daarmee de hersenen, kan worden gegrepen door de vernieuwingkrachten die uit het hart opstijgen. In de gnostiek noemt men dit het bereiken van de eenheid van hoofd en hart. Als het “geestvonkatoom “ in het hart is “aangeslagen” en de werking ervan zich verheft tot in het hoofd, kunnen de hersenstructuren met deze nieuwe kracht beginnen te werken. We stellen nu dat de hersenen ontworpen zijn om de ontmoetingsplaats te worden met de Geest, de ontvangstruimte voor een alomtegenwoordigheidbesef. Wie allergisch is voor het woord “alomtegenwoordigheidbesef” leest er gewoon “God” voor of “Verlichting” (oosterse cultuur).
Natuurlijk worden ook hier bewustzijn en brein gekoppeld: de neurowetenschappen bestaan zo ongeveer bij gratie van die koppeling. Dat heeft niets te maken met een gebrek aan ‘open mind’, maar met respect voor de overweldigende wetenschappelijke evidentie die hiervoor pleit. Het dualisme bestaat al eeuwen en heeft ons weinig geleerd over bewustzijn, terwijl de neurowetenschappen – uitgaande van monisme – ons in korte tijd ongelofelijk veel daarover geleerd hebben, ook over de pathologie daarvan.
“Dit levert een uiterst negatief mensbeeld op.” Waarom? Ik zou zeggen: het levert een realistisch mensbeeld op.
“We zouden de gevangenen zijn van ons eigen brein en als geestelijke wezens nooit iets teweegbrengen.” Deze zin ons conceptueel verward: de “we” is een construct van dat brein, geen gevangene daarvan.
“Tegen deze materialistische zienswijze pleit o.a. het feit dat het bewustzijn invloed heeft op allerlei psychologische en neurologische processen (neuroplasticiteit).” Helemaal niet: elke materialist erkent neuroplasticiteit (die fenomeen is al een tijd bekend in de neurowetenschappen). Het ziet ernaar uit dat ons geestelijk leven bestaat uit representaties in neurale netwerken, en die kunnen elkaar beïnvloeden of beïnvloed worden van buitenaf (zintuigen, endocrien systeem, perifeer zenuwstelsel enz.). Er is alleen geen “ghost in the machine” (immateriële ziel/geest) nodig, om de uitdrukking van Gilbert Ryle te gebruiken.
@ Bart
Raakt je monistische geloof niet enigszins aan het wankelen bij het volgende:
alcoholdamp in de uitgeademde lucht kun je meten met een blaaspijpje , maar de “beleving” van diezelfde (materiële) alcoholdamp is iets “geestelijks”, van een andere orde dus.
@ Nand
Nee, integendeel: die beleving bestaat uit activiteit van neuronen, en die wordt beïnvloed door de alcohol (vooral de neurotransmitters gaba en glutamaat zijn hier gevoelig voor).
@ Bart
En waarom zijn de neurotransmitters gaba en glutamaaat gevoelig voor alcohol?
@ Nand
Door de biochemische eigenschappen van deze neurotransmitters. Een gedetailleerder antwoord vind je in handboeken biochemie, of beter: neurochemie. Ik kan je wel wat titels aanraden. Maar wat is je punt met deze vraag?
@ Bart
De bedoeling van mijn vraag wordt hopelijk duidelijk door dit artikel van Gerrit Glas “Wat kunnen de neurowetenschappen verklaren?”:
http://www.wapenveldonline.nl/viewArt.php?art=18
@ Nand
Net heb ik pas even de tijd gehad om de link te lezen. Over wat hij schrijft valt natuurlijk veel te zeggen, maar ik beperk me tot het voornaamste punt
Een eliminatief fysicalist beweert niet dat het mentale een bijverschijnsel (epifenomeen) is van neuronale processen (dat zou het mentale nog een zeker ontologische zelfstandigheid geven), maar dat wat we het mentale noemen in werkelijkheid neuronale processen <zijn. Analoog is leven geen bijverschijnsel van allerlei biochemische processen in de cel, maar is leven dat geheel aan biochemische processen. Hierdoor ontstaat het probleem met causale geslotenheid ook niet. Gerrit Glas maakt in dit stuk van het elininatief fysicalisme bijna een soort dualisme, en dat is inderdaad vragen om problemen.