Wandelen temidden van de reuzen van de microwereld: Werner Heisenberg over quantumfysica, metafysica, ethiek en religie in ‘Het deel en het geheel’. (boekrecensie)

Omslag van ‘Het deel en het geheel’
Illustratie: Bol.com

Het boek is onopvallend verschenen. Ik heb nergens een aankondiging gezien van een presentatie. Het boek lag er gewoon ineens, in verschillende boekwinkels, in de filosofiehoek, met een rode omslag, zonder een plaatje, de nieuwe zakelijkheid. Ik heb het over Het deel en het geheel, de Nederlandse vertaling van het klassieke werk van de quantumfysicus (jazeker, met q-u-a!) Werner Heisenberg.

Onbepaaldheidsprincipe

Heisenberg (1901-1976) is de ‘bedenker’ van het onbepaaldheidsprincipe (soms wat onzuiver het ‘onzekerheidsprincipe’ genoemd): het idee dat van een ‘deeltje’ de snelheid én de positie nooit tegelijkertijd gemeten kunnen worden. Heisenberg is een van de grote reuzen van de twintigste-eeuwse natuurwetenschap. Hij kreeg in 1932 de Nobelprijs voor de Natuurkunde. Zijn naam wordt vaak samen genoemd met die van Albert Einstein, Niels Bohr, Max Planck, Wolfgang Pauli, Paul Dirac – noem maar op. Zij legden de grondslagen voor het hedendaagse beeld van de microwereld die zowel onze alledaagse wereld ís maar tegelijkertijd zo ongelooflijk vreemd en ver weg lijkt.

Die vreemdheid zorgde ook Heisenberg en de overige genoemde wetenschappers grijze haren. Want deze hooggeleerde heren – ja, dames blijven in hun tijd nog vrijwel volledig op de achtergrond – wisten weliswaar dat de wiskunde in staat was om deze microwerkelijkheid feilloos te beschrijven. Maar hoe breng je die abstracte werkelijkheid van symbolen onder woorden? Hoe moet je over die werkelijkheid waar die symbolen betrekking op hebben denken? Gaat die wiskunde werkelijk ergens over?

Vreemdeling in een vreemd land

Wat dus opvalt is hoe Heisenberg, Bohr, Einstein en de anderen voortdurend verzeild raken in filosofische vragen omtrent taal en werkelijkheid. Ze gaan niet te rade bij filosofen, het zijn zelf filosofen. Daarnaast zijn Heisenberg en zijn medewetenschappers zich ook terdege bewust van de ethische dimensie van hun werk. Het is immers een roerige tijd waarin ze werken. Heisenberg maakte twee wereldoorlogen mee, zag de gewelddadige naweeën van de eerste wereldoorlog in Duitsland en maakte de opkomst van het Nazisme en Hitlers Derde Rijk mee. Heisenberg was – althans volgens zijn eigen herinneringen die hij in Het deel en het geheel heeft opgeschreven – fel antinazistisch. Maar terwijl veel van zijn medewetenschappers hun heil elders zochten, koos Heisenberg ervoor in Duitsland te blijven werken, ook al moest hij daardoor allerlei concessies doen aan de Nazi’s. Zijn redenen formuleert hij als tweeledig: als hij zou emigreren, zou hij een vreemdeling zijn in een vreemd land, en dat vermoedelijk ook altijd blijven; en hij verwachtte dat Duitsland zou instorten en dan wilde hij aan de wederopbouw van de wetenschap in Duitsland meehelpen.

Heisenberg in 1933
Bron: Door Bundesarchiv, Bild 183-R57262 / Onbekend / CC-BY-SA 3.0, CC BY-SA 3.0 de, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=5436254

Heisenbergs verantwoordelijkheidsgevoel ging diep. Hij besefte dat hij als quantumfysicus met vuur speelde. Toen Otto Hahn de mogelijkheid van kernsplijting van uranium demonstreerde, werd het Heisenberg en zijn mede-wetenschappers duidelijk dat de politiek zich er weldra mee zou gaan bemoeien. Enerzijds zou er door deze techniek vreedzame energie voorhanden komen in de vorm van kernenergie. Maar anderzijds realiseerde Heisenberg dat er ook de mogelijkheid was dat iemand een atoombom zou maken. De Nazi’s drongen er bij Heisenberg op aan dat hij kernsplijting zou gaan bestuderen, ze wilden zien of quantumfysica militair nuttig kon worden gemaakt. Heisenberg wilde de boel traineren. Hij voorzag dat de atoombom sowieso nog ver weg was vanwege de enorme technologische uitdagingen om er een te maken, maar hij wilde de Nazi’s ook zo ver mogelijk van het denken aan de mogelijkheid ervan weghouden.

Hiroshima

Gezien de geïsoleerde positie waarin Duitsland verkeerde, kwam het voor Heisenberg dan ook een volslagen verrassing toen hij en zijn collega’s in 1945 vernamen dat de Amerikanen in de laatste jaren van de oorlog in staat waren gebleken een atoombom te maken, waarvan de vernietigende kracht vervolgens op Hiroshima en Nagasaki werd gedemonstreerd. Dit feit was voor Heisenberg en zijn medewetenschappers verpletterend – hij beschrijft in het boek hoe de ontdekker van kernsplijting, Otto Hahn, bijna waanzinnig wordt van spijt en ze ervoor vrezen dat hij zichzelf iets zal aandoen.  Heisenberg en zijn medewetenschappers werden zo van de een op de andere dag fanatieke tegenstanders van kernwapens die via o.a. pamfletten fel van zich lieten horen en bewust contact zochten met politici om hen te bewegen zo ver mogelijk van kernwapens te blijven. Dit waren wetenschappers die hun verantwoordelijkheid námen.

Duitse omslag
Bron: Amazon.de

Uit dit alles blijkt wel dat het boek Het deel en het geheel een buitengewoon veelgelaagd boek is. In dit boek, dat al in 1969 als Der Teil und das Ganze verscheen en nu pas in een Nederlandse vertaling verschijnt, beschrijft Heisenberg de geschiedenis van de quantumfysica aan de hand van zijn eigen herinneringen. Het boek is sterk geïnspireerd door Plato: het eerste en laatste hoofdstuk draaien om Plato, en het boek zelf is opgebouwd aan de hand van dialogen met zijn collega-wetenschappers, net zoals Plato’s geschriften dialogen zijn. Dit boek toont je de wetenschapper als persoon, als mens. Het boek leest veelal als een roman. Ik vond het bij vlagen adembenemend spannend en soms ronduit ontroerend. Het is wellicht niet allemaal historisch accuraat: Heisenberg geeft in het voorwoord toe dat hij sommige dialogen heeft opgeschreven zoals ze gebeurd zouden kunnen zijn, wat dus impliceert dat hij niet meer precies weet hoe de gesprekken in werkelijkheid hebben plaatsgevonden.

Grensganger

Maar ook als je dat alles in je achterhoofd houdt, valt er heel veel in dit boek te genieten, tenminste als je houdt van intellectuele en diepgaande filosofische gesprekken over wetenschap, bewustzijn, werkelijkheid, God en de onderliggende orde van de werkelijkheid, de verhouding van wiskunde en werkelijkheid, ethiek en politiek. Het verbaast dus ook weer niet heel erg dat dit boek in Nederland bij de filosofieboeken ligt, ofschoon het Duitse origineel in Duitsland vrijwel altijd bij de sectie natuurwetenschappen ligt. Dit boek is zelf een grensganger, zoals ook Heisenberg en zijn collega-wetenschappers in veel opzichten grensgangers waren.

Het boek is bovendien fantastisch vertaald door Maarten van Buuren, die we natuurlijk kennen als vertaler, maar vooral als filosoof en schrijver van boeken over Spinoza. Van Buuren schreef een uitgebreide inleiding op het boek, waarin hij nog wat meer historische achtergronden en feiten geeft. Uit die inleiding wordt ook enigszins duidelijk waarom hij ervoor heeft gekozen dit boek te vertalen (ik hoorde van de uitgever Lemniscaat dat de vertaling van dit boek volledig Van Buurens eigen initiatief was). Heisenberg beschouwde zichzelf namelijk als religieus mens. Hij was niet zozeer godgelovig – alle wetenschappers in dit boek hebben (terecht) grote moeite met het idee van een persoonlijke God – maar hij geloofde in een onderliggende ‘centrale orde’ van de werkelijkheid die hij met behulp van de wiskunde bestudeerde. En daarmee lijkt er, zo zegt Van Buuren in zijn inleiding, een sterke verwantschap te zijn met de filosofie van Spinoza, ook al komt die in Heisenbergs boek helemaal niet ter sprake.

Metaforisch taalgebruik

Heisenbergs visie op quantumfysica en religie komt bijvoorbeeld tot uiting in een gesprek met Wolfgang Pauli, waarin Heisenberg zegt:

In de natuurwetenschap kan de centrale orde daaraan worden herkend dat we metaforen gebruiken als ‘de natuur is volgens dit ontwerp gevormd’. In dit opzicht komt mijn waarheidsbegrip overeen met de werkelijkheid van de religieuze ervaring. Ik vind dat deze samenhang een stuk sterker aan het licht is getreden sinds we de quantumtheorie hebben begrepen. Want de quantumtheorie helpt ons geordende processen in een zeer uitgestrekt gebied te formuleren met behulp van een abstracte wiskundige taal. Maar als we deze geordende processen in alledaagse taal proberen te beschrijven, zijn we aangewezen op gelijkenissen, op complementaire manieren van beschouwen, waarin paradoxen en schijnbare tegenspraken op de koop toe worden genomen.

‘Het deel en het geheel’, p. 239

Hier formuleert Heisenberg dus een overeenkomst die hij ziet tussen de taal van religie en de taal van de quantumfysica: het gaat in beide gevallen om metaforisch taalgebruik dat een onzichtbare, onderliggende werkelijkheid probeert te benoemen die zich op een bepaalde manier aan de waarnemer openbaart. Dit is een religiositeit die je ook bij Einstein terug ziet komen en die je ook bij veel andere collega-natuurwetenschappers in de kring van Heisenberg kunt herkennen, ofschoon de ene wetenschapper gevoeliger blijkt voor die religieuze dimensie van de quantumfysica dan de andere.

Hoogtepunt

Kortom, dit vrijwel onopvallend verschenen boek is voor mij een van de hoogtepunten van dit jaar. Ook al gaat het om een boek dat in 1969 verscheen, er zit zoveel in dit boek dat vandaag de dag nog relevant is en tot denken aanzet. Zelfs de situatie ten tijde van de opkomst van het Derde Rijk die Heisenberg beschrijft vertoont griezelige overeenkomsten met ideeën die sommige politici er vandaag de dag op nahouden.

Het deel en het geheel is wat mij betreft nu al een klassieker, een boek dat niet gemakkelijk te categoriseren valt. Het zijn Heisenbergs memoires, het is ook geschiedschrijving, het is een wetenschapsgeschiedenis, het behandelt onderwerpen in de ethiek, metafysica en religie. Het is een boek waarin je je voor even begeeft tussen de reuzen van de microwereld. Een boek dus dat geen filosofisch of wetenschappelijk geïnteresseerde lezer ongelezen mag laten.

Het deel en het geheel: De wereld van de atoomfysica.
Werner Heisenberg. Vertaald en ingeleid door Maarten van Buuren.
Lemniscaat, 2019. Hardcover met stofomslag. 276 pp.
ISBN 9789047711636. € 39,95

2 gedachten over “Wandelen temidden van de reuzen van de microwereld: Werner Heisenberg over quantumfysica, metafysica, ethiek en religie in ‘Het deel en het geheel’. (boekrecensie)”

  1. Ik las ooit het volgende citaat van Heisenberg:
    “De eerste slok uit het glas van de wetenschap maakt je een atheïst, maar op de bodem van het glas wacht God op je.”

  2. Peter: waar staat dat citaat? welke boek, welke lezing? Of was dat ‘ooit’ zo lang geleden dat je het je onmogelijk kunt herinneren? Als dat zo is moet je het misschien meer niet meer ‘citeren’ ?

Reacties zijn gesloten.