Michiel van Elk, “Extase: Over de godhelm en andere religieuze experimenten” (boekrecensie)

Extase van Michiel van Elk (bron illustratie: Bol.com)

Het boek Extase: Over de godhelm en andere religieuze experimenten telt ongeveer 180 pagina’s en heb ik in pakweg een dag uitgelezen. Echt weer zo’n boek waar ik blij van word! Een boek dat goed geschreven is, waarin een topwetenschapper in staat blijkt om voor een breed publiek uit te leggen wat hij aan het doen is. Waarbij hij bovendien eerlijk aangeeft wat de grenzen zijn van de onderzoeken die hij beschrijft – grote claims zoals je die vaak in kranten tegenkomt blijven achterwege. En een boek waarin ook Van Elks eigen persoonlijke drive goed uit de verf komt. Gewoon een heerlijk boek om te lezen, dat nieuwsgierig maakt, dat uiteindelijk ook hongerig maakt naar meer.

Michiel van Elk is onderzoeker aan de UvA en hoofd van het Religion, Cognition & Behavior Lab. Eerder schreef hij het boek De gelovige geest (dat ik hier besprak: https://tasmedes.nl/michiel-van-elk-de-gelovige-geest-boekrecensie/). In dat boek ging hij vooral in op cognitieve verklaringen van religieus gedrag. Het in 2017 (wat vliegt de tijd!) verschenen Extase is breder van opzet: het gaat over religieuze fenomenen in brede zin, en dus ook over bijvoorbeeld bijna-doodervaringen, mystieke ervaringen, ervaringen van ontzag en verwondering, ervaringen met psychedelica en paranormale ervaringen.

Van Elk is gebiologeerd door religie, zoveel is duidelijk. Van Elk is zelf gelovig opgegroeid. Hij groeide op als een Pinkstergelovige, viel van zijn geloof en noemt zich nu agnost (dus géén atheïst). Het boek ademt een openheid voor religie die verfrissend is. Van Elk geeft zelf toe: veel van zijn collega’s worden gedreven door een innerlijke drang om religie te ontluisteren, tot illusie te verklaren. Van Elk heeft die behoefte niet. Hij lijkt religie te willen begrijpen, hij wil weten hoe en waarom de mens religieus is en welke rol de hersenen daarin spelen.

Over sommige religieuze fenomenen is hij sceptischer dan over andere (uit het boek wordt duidelijk dat hij echt weinig moet hebben van allerlei paranormale zaken). Maar hij heeft niet de behoefte om religie te bekritiseren. Sterker nog, de uiteindelijk conclusie is ronduit positief: religie heeft zoveel aantoonbaar positieve effecten dat we religieuze ervaringen actief zouden moeten najagen. Ervaringen die ontzag opwekken maken mensen opener, bewuster, spiritueler en prosocialer.

De mooiste stukken uit het boek vond ik die momenten waarop Van Elk, misschien zonder dat bewust te doen, het mysterie van zijn wetenschappelijke werk blootlegt. Zo gaat één van de hoofdstukken over bijna-doodervaringen. Dit is zo’n hoofdstuk waarin de sceptische Van Elk om de hoek komt kijken. Hij windt er geen doekjes om dat hij Van Lommels kwantummechanische verklaring en de hele filtertheorie van bewustzijn weinig aantrekkelijk vindt. En ook blijkt er bij bijna-doodervaringen een sterke culturele component te zijn; bijvoorbeeld het zien van een tunnel en een licht aan het einde blijken vooral Westerse fenomenen. Alle ingrediënten om BDE’s als illusies te ontmaskeren zijn dus aanwezig.

Maar toch blijken bijna-doodervaringen uiteindelijk ongrijpbaar. Want Van Elk wijst naar onderzoeken die laten zien dat de herinneringen van de ervaringen die mensen beweren te hebben gehad toen ze hersendood waren, net zo reëel blijken te zijn als herinneringen aan waargebeurde fenomenen. De mensen die zo’n bijna-doodervaring hebben meegemaakt, zijn niet gek. Van Elk erkent dat mensen écht iets hebben ervaren, maar wat precies, dat blijft een mysterie. En dus zegt Van Elk níet dat BDE’s illusies zijn (in de zin van: waanbeelden), ofschoon ik uit het hele hoofdstuk wel wat proef dat Van Elk niet in BDE’s gelooft.

En dat is het mooie van dit boek: het geeft een overzicht van allerlei aspecten van neurowetenschappelijk onderzoek naar religieuze fenomenen, waarbij de hersenen weliswaar een rol spelen, maar waarbij er telkens ook iets van mysterie overblijft.

Het gaat over hallucinaties, meditatie, mystieke ervaringen, psychedelische middelen (waar Van Elk ook zelf ervaring heeft), experimenten met de godhelm (hij haalt Persingers reductionistische these behoorlijk onderuit), ervaringen van beschermengelen etc., maar dus ook over de vraag of religie gezond of ongezond is. Van Elk is enerzijds pragmatisch, en moedigt dus mensen aan om zich open te stellen voor religieuze ervaringen en er voluit voor te gaan, juist omdat talloze onderzoeken laten zien dat religie de psychische en lichamelijke gezondheid bevordert – interessanterwijze zelfs als je er überhaupt niet in gelooft! Anderzijds blijft Van Elk een agnost: over de waarheidsvraag doet hij geen uitspraak. Of zoals hij het zelf verwoordt:

De ervaringen die ik heb meegemaakt zetten mijzelf ook aan het denken. Sommige dingen die we meemaken, lijken soms té toevallig om zomaar af te doen als dom toeval. Zelf heb ik ook een aantal van die ‘toevallige’  ervaringen meegemaakt tijdens het schrijven van dit boek. Ik heb ervaren hoe een sjamaan mijn gedachten kon lezen, hoe een meditatiegroep op mij wachtte op een willekeurige plek in het bos en dat ik tijdens het bezoek aan de Vineyard-kerk in Palo Alto alle liederen bleek te kennen – waaronder de favoriete hits uit mijn religieuze jeugd. Een collega vroeg mij: ‘Maar hoeveel toevallige gebeurtenissen heb je nodig om ervan overtuigd te raken dat het niet toevallig is?’ Dat is een vraag waar ik nog geen antwoord op heb. (10)

Ik hoop dat Van Elk nog veel studies mag uitvoeren, dat hij onze kennis van religie nog lang mag verdiepen en dat hij vooral door blijft gaan met het schrijven van zulke verrukkelijke boeken!

Extase: Over de godhelm en andere religieuze experimenten.
Michiel van Elk.
Boom, 2017. Paperback. 207 pp.
ISBN 9789024408566. € 21,00

4 gedachten over “Michiel van Elk, “Extase: Over de godhelm en andere religieuze experimenten” (boekrecensie)”

  1. “Maar hoeveel toevallige gebeurtenissen heb je nodig om ervan overtuigd te raken dat het niet toevallig is?’ Dat is een vraag waar ik nog geen antwoord op heb. (10)”
    Ik zelf vond statistiek ook altijd een moeilijk vak, maar ik heb wel de boeken van John Allen Paulos gelezen: A mathematician reads the newspaper (1995) en Innumeracy (1988). Ik zie in bol dat een Nederlandse vertaling verkrijgbaar is van de laatste: ‘Ongecijferdheid. de gevolgen van wiskundige ongeletterdheid’ voor een schappelijke prijsje. Meerdere boeken van hem zijn verkrijgbaar in bol. Je snapt het idee: als je iets over toeval wilt zeggen, moet je voldoende van statistiek begrijpen…

Reacties zijn gesloten.