Filosoof Hans Achterhuis en letterkundige en publicist Maarten van Buuren komen beide uit een gelovig milieu. Dat steken ze niet onder stoelen of banken. Ze hebben er ondertussen afscheid van genomen, maar van enige rancune is niets te bespeuren. In hun recent verschenen boek Erfenis zonder testament: Filosofische overwegingen bij de tien geboden buigen ze zich over de Bijbel, of beter gezegd: over de tien geboden. Als nu seculiere denkers vragen Achterhuis en Van Buuren zich dan af: Hebben de tien geboden ons vandaag nog iets te zeggen?
Kan een seculiere samenleving, die God grotendeels achter zich heeft gelaten, nog iets met ethisch-religieuze leefregels van eeuwen geleden? Achterhuis en Van Buuren geven toe: dat vergt wel een vertaalslag, een overbrugging van een enorme historische kloof. Blijft er dan nog iets over?
In ieder hoofdstuk wordt een gebod eerst vakkundig onderzocht op zijn betekenis in de oorspronkelijke bijbels-historische en culturele context. Het is duidelijk dat zowel Achterhuis als Van Buuren hun theologische huiswerk daarbij goed gedaan hebben. Achterhuis studeerde ooit theologie, maar deed (tot zijn spijt) al zijn theologische boeken naar De Slegte (“Ik dacht die boeken als filosoof niet meer nodig te hebben. Dat was een ernstige vergissing. Wie onze westerse cultuur in al haar ontwikkelingen en varianten wil begrijpen en bestuderen, heeft niet genoeg aan Plato, Aristoteles en hun opvolgers, zoals ik aanvankelijk meende” , schrijft Achterhuis op pagina 36).
Na deze bijbels-historische exercitie wordt vervolgens de lijn doorgetrokken naar de actualiteit van vandaag, vaak via een grote denker en/of actueel thema. Denkers die voorbijkomen zijn Spinoza, Marcel Gauchet, Louis Althusser, Georges Bataille, Friedrich Nietzsche en anderen. Thema’s die besproken worden zijn bijvoorbeeld de link tussen monotheïsme en geweld, ideologie, de bankierseed, levensritmes, liefde en huwelijk en liegen. De auteurs geven in het voorwoord al aan dat deze opbouw van ieder hoofdstuk veel weg heeft van een preek, maar prekerig of moralistisch is het boek geenszins.
Uiteindelijk blijken de tien geboden te draaien om de beteugeling van allerlei vormen van geweld die de stabiliteit van de samenleving bedreigen. Voor kenners van het werk van Achterhuis zal dit geen grote verrassing zijn, omdat hij in eerdere boeken al uitgebreid over geweld heeft geschreven. Ook andere thema’s uit Achterhuis’ werk, zoals de grenzen van de vrije markteconome en utopieën, komen in het boek terug.
Ieder hoofdstuk is een essay op zich, een afgerond geheel, een verhaar dat verteld wordt, toegankelijk geschreven, met persoonlijke anekdotes en mijmeringen, filosofisch en met grote diepgang. Achterhuis en Van Buuren maken duidelijk dat de tien geboden ook vandaag nog niets aan relevantie hebben ingeboet en een bron van seculiere levenskunst kunnen zijn. Achterhuis en Van Buuren bieden dus een geslaagde vertaalslag, die nergens geforceerd aandoet en de enorme culturele kloof tussen verleden en heden in acht neemt.
Een prachtig, inspirerend boek dat interessant is voor een breed publiek van lezers die geïnteresseerd zijn in levensbeschouwelijke kwesties omtrent religie, filosofie, ethiek en levenskunst. Een boek dat zichzelf begeeft op het snijvlak van filosofie en theologie. Zowel gelovigen als filosofisch-geïnteresseerde ongelovigen zullen volop van dit boek kunnen genieten.
Hans Achterhuis & Maarten van Buuren, Erfenis zonder testament: Filosofische overwegingen bij de tien geboden.
Rotterdam: Lemniscaat 2015, 253 pagina’s, paperback.
ISBN 9789047707585, 19,95 euro.