Zowel in kranten als op internet werd er de afgelopen tijd al over bericht: een neurochirurg die een bijna-doodervaring heeft en daar een boek over schrijft! Het moet niet gekker worden! Die neurochirurg was Eben Alexander. Na een levensbedreigende bacteriële infectie raakt hij in coma. Terwijl hij in coma is, bezoekt hij een andere werkelijkheid, zo schrijft hij zelf. Over zijn ervaringen in die andere werkelijkheid heeft hij een boek geschreven dat enkele weken terug verscheen: Proof of Heaven. Een boek waar ik ambivalent over ben. Een indrukwekkend verhaal, dat moet ik toegeven, maar op zijn Amerikaans verteld, en helaas met verrassend weinig inhoud. De mysterieuze “geestelijke reis” tijdens zijn coma blijkt vooral voor Alexander zelf proof of heaven te zijn. Hieronder bespreek ik het boek.
Eben Alexander, Proof of Heaven: A Neurosurgeon’s Journey into the Afterlife. New York: Simon & Schuster 2012. 196 pp., ISBN 9781451695182.
Eben Alexander is en was een neurochirurg in Boston. In 2008 liep hij zonder aanwijsbare oorzaak een bacteriële meningitis op, een ziekte die naar eigen zeggen weinig volwassenen treft, en die meestal dodelijk afloopt. In het geval van Alexander ging het om E. Coli-bacteriën, en als die in de hersenen terecht komen, beginnen die zich direct, zo weet Alexander te melden, met hersencellen te voeden. De bacterie is erg moeilijk te bestrijden. Meestal overlijdt de patiënt dan ook, en zo niet, dan zijn de hersenen zodanig beschadigd (met name de hogere cognitieve functies worden het eerst aangetast) dat een normaal leven er niet meer in zit.

Alexander lag een week op de IC, op het randje van de dood, in een diepe coma. De artsen geven hem uiteindelijk op. En na zeven dagen, plotsklaps, net voordat de artsen zijn lifesupport willen onderbreken, doet hij zijn ogen open, en spreekt helder tegen zijn familie en de verblufte artsen die rond zijn bed staan. Hij heeft het overleefd. Een lange revalidatie volgt, maar hij blijkt uiteindelijk weer volledig de oude te worden. Nee, toch niet helemaal. Want het blijkt dat hij tijdens de periode dat hij in coma was, een werkelijkheid ervaren te hebben, die zo bizar is, dat er eigenlijk geen woorden voor zijn. Een wereld waarin hij in de bodem vastzit, die hij kan ontstijgen, door een tunnel, zo een hemelse werkelijkheid in, vol met engelen, en met een Kern: God, die liefde is. Ziehier, dit is zo ongeveer de inhoud van het hele boek in twee alinea’s.
Onuitsprekelijk
Dat de werkelijkheid die hij tijdens zijn coma bezocht bizar is en woorden ontstijgt, geeft Alexander ook toe. Alle woorden die hij vindt om zijn ervaring weer te geven, blijken inadequaat, want behorend bij een menselijke belevingswereld die vreemd is aan de werkelijkheid die hij heeft betreden. Zelfs het opschrijven van de ervaring, zo stelt hij, is uiteindelijk een reconstructie om datgene bevattelijk te maken, wat het gewone mensenverstand overstijgt.
Alexander zegt dat hij altijd atheïst is geweest, religie volstrekt irrelevant vond, maar dat hij door deze ervaring tot bekering is gekomen. Let wel, hij is geen christelijke evangelical geworden. Alexander beschrijft zijn religiositeit eigenlijk in tamelijk New Age-achtige termen. Hij spreekt over God als “Om”, het Al. Jezus komt niet ter sprake. Het blijft allemaal rijkelijk vaag.
Een typisch Amerikaanse bestseller
Uiteindelijk krijgt hij na zijn ervaring het advies om zijn ervaringen zo snel mogelijk op te schrijven. Het boek Proof of Heaven, dat onlangs verscheen en direct op nummer 1 binnenkwam in de New York Times nonfictielijst, is het uiteindelijke resultaat. Ik had verwacht dat het een boek zou zijn waarin hij zich voornamelijk bezighoudt met bijna-doodervaringen, maar dat is niet het geval. Het boek is een reconstructie van zijn eigen ziektegeval, opgetekend na gesprekken met familieleden en artsen. Het leest als een roman, met slechts af en toe wat bespiegelingen (met name tegen het eind). Af en toe vond ik het tenenkrommend Amerikaans, want het is een boek wat een heel register aan emoties opentrekt, inclusief cliffhangers aan het eind van de hoofdstukken.
Een voorbeeld (met spoiler alert). Tijdens zijn bijna-doodervaring wordt Alexander vergezeld door een mooie jongedame met vlindervleugels. De dame komt hem vaag bekend voor, maar hij weet niet waarvan. In de loop van het verhaal blijkt dat Alexander geadopteerd is. Hij gaat uiteindelijk zijn echte ouders opzoeken, en dan blijkt dat hij een oudere zus heeft gehad, die hij nooit heeft gekend, en die overleden is. Als hij dan aan het eind van het boek uiteindelijk een foto van haar ziet, blijkt dat zij zijn begeleidende “vlinder” was die hem door het hiernamaals begeleidde.
Het is een aangrijpend verhaal, en het is echt goed geschreven. (Ik heb me tijdens het lezen niet aan de indruk kunnen onttrekken dat het boek door een ghostwriter is geschreven, vermoedelijk in nauwe samenwerking met Alexander.) Het boek leest als een trein, je bent er in het Engelse origineel in een dag doorheen, en ik ga er dan ook vanuit dat het niet lang zal duren voordat een (vermoedelijk religieuze) uitgeverij dit boek in het Nederlands zal vertalen. In Amerika is het hoe dan ook een bestseller.
En de ervaring zelf?
Maar het boek mag nog zo goed geschreven zijn, uiteindelijk staat de ervaring die hij gehad heeft, centraal. Daar draait het boek om. En dat viel toch tegen. Het aantal pagina’s waarin Alexander zijn ervaringen beschrijft bedraagt welgeteld 32 (van de in totaal 196 bladzijden waaruit het boek bestaat). Alexander doet in het hiernamaals niet veel, behalve wat vastzitten in een soort aarde en opstijgen naar een soort hemel, en daar wat rondzweven, af en toe een bezoekje brengend aan God. Ik geef toe, uiteindelijk wordt het indrukwekkende van de ervaring wel voelbaar (tenminste als je je scepsis even laat varen). Zoals gezegd, het boek is goed geschreven. Terwijl Alexander in coma lag, bewusteloos, volstrekt van de wereld, en met een infectie waarbij bacteriën zich tegoed doen aan zijn hersenen, heeft deze neurochirurg een ervaring waarin hij zich volstrekt bewust is van wat er gebeurt. (Alexander stelt zelfs dat het bewustzijn dat hij in het hiernamaals had scherper was dan zijn normale bewustzijn, hoewel hij daar wel zijn geheugen helemaal kwijt was.) Het is en blijft raar.
Wat voor ervaring was dit? Een bijna-doodervaring? Alexander zelf zegt nergens met zoveel woorden dat hij een bijna-doodervaring heeft gehad. Hij is immers nimmer klinisch dood verklaard. Wel stelt hij, als hij zich naderhand in BDE’s verdiept, dat er raakvlakken zijn tussen zijn ervaring en BDE’s. Maar strikt gesproken, dat beseft Alexander, is hij niet dood geweest. Bovendien heeft zijn eigen ervaring kenmerken die andere BDE’s niet hebben. Toch heeft hij een ervaring gehad, die strikt genomen (en gezien de conditie van zijn hersenen) onmogelijk was. Een ervaring die allerlei hogere hersenfuncties vergt, die echter waren uitgeschakeld.
De centrale vraag bij dit boek is: Heeft Alexander werkelijk het hiernamaals bezocht? Heeft hij een BDE gehad? Dit is namelijk wat de titel claimt. Strikt gespro
ken is Alexander niet dood geweest, maar heeft hij “slechts” zeven dagen in een diepe coma gelegen. Toch zijn zijn ervaringen opmerkelijk, tenminste voor wie daarvoor open staat. Mijn eigen insteek is meestal – en ook in dit geval – dat ik het verhaal dat mensen vertellen serieus neem en accepteer als een authentiek beleefde ervaring. En dus neem ik aan dat Alexander heeft ervaren wat hij in dit boek heeft opgeschreven. Wat die ervaring impliceert, en of de ervaring veridiek was, dat zijn vragen waarover je verder kunt discussiëren, maar die in principe onoplosbaar zijn en blijven – wellicht totdat we zelf het hiernamaals, als dat er is, bezoeken. (Jammer is dan wel dat we daar dan niet verder over kunnen berichten.)
De titel maakt het boek niet waar
Ik sta volledig open voor de mogelijkheid dat er meer is tussen hemel en aarde. Ook ikzelf heb in mijn leven ervaringen gehad, die me sterk aan het denken zetten. Toch heb ik zo langzamerhand ook zoveel over hersenwetenschappen gelezen, dat ik weet dat mijn zelfervaring niet altijd overeen hoeft te komen met wat er werkelijk aan de hand is. Een neurochirurg als Alexander zou ook moeten weten dat onze eigen hersenen ons soms een loer draaien. Als je iets ervaren lijkt te hebben dat zo bizar is dat het vrijwel onmogelijk lijkt, moet je je toch even op je achterhoofd krabben. Niet dat Alexander dat overigens niet heeft gedaan. In het boek schrijft hij dat hij vanuit zijn eigen neurowetenschappelijke kennis prima de fysieke onmogelijkheid van zijn ervaring besefte.
Toch schrijft Alexander in dit boek zo naïef-realistisch over de ervaringen die hij tijdens zijn coma opdeed, en die in zijn optiek reëler waren dan zijn normale bewustzijn, dat ik sceptisch blijf, ook al geloof ik hem op zijn woord als hij zegt dat hij iets ervaren heeft. Ik besef best dat het boek op nummer 1 van een bestsellerlijst belandt vanwege het alom bekende autoriteitsargument: het is geschreven door een neurochirurg die zelf een BDE heeft gehad, dus… Maar net zoals een psychiater ook een psychose kan krijgen, zo is ook een neurochirurg een mens met menselijke hersenen die wel eens op hol kunnen slaan. Ik wil daarmee Alexanders ervaring niet bagatelliseren of suggereren dat het allemaal flauwekul is, maar het is raadzaam om bij dit soort boeken een kritische blik te behouden. Alexander mag dan overtuigd zijn van zijn eigen ervaring, er is simpelweg niet genoeg houvast om de lezers die zo’n ervaring niet gehad hebben te overtuigen van de werkelijkheid en waarheid ervan.
Uit het boek wordt echter duidelijk dat Alexanders ervaring vooral voor hemzelf proof of heaven is. Het lijkt er niet op dat hij een nieuw evangelie wil uitdragen, maar wel wil hij dat de verhalen van anderen die soortgelijke ervaringen hebben gehad serieus worden genomen. Iets dat hij voorheen zelf ook niet deed. Maar hij heeft nu het licht gezien. En daarom ook direct maar een stichting opgericht.
We zullen nooit weten of Alexander werkelijk het hiernamaals bezocht heeft. Ik vind dat zelf ook niet zo belangrijk, maar de suggestie of pretentie van werkelijkheid en waarheid is natuurlijk wel wat de verkoopcijfers opdrijft. Ik weet ook eigenlijk niet of we na dit boek nog wat van Alexander zullen horen. Zijn verhaal is wel verteld, en daarmee klaar.
Of toch niet helemaal? Ergens schrijft hij in het boek dat hij van God in de Kern informatie heeft gekregen – die informatie “had” hij gewoon toen hij in de Kern was – en die informatie is er nog altijd, sluimerend, en is langzaam bezig om terug te komen, om weer bewust te worden. Alexander gaat op de inhoud van die informatie niet verder in. Wellicht dat in de toekomst nog eens een boek van hem verschijnt waarin hij die goddelijke informatie over hoe alles in elkaar zit, met de wereld deelt. Ik moet toegeven dat ik daar toch wel nieuwsgierig naar zou zijn. Want stel dat waar is wat Alexander beschrijft, dat het met de dood echt niet helemaal afgelopen is, hoe je het ook wendt of keert, dat is dan toch een hoopvolle boodschap, ofschoon we er in dit leven praktisch weinig aan blijken te hebben, behalve dan dat het de angst voor de dood enigszins vermindert. Maar dat laatste zou toch al heel wat zijn, toch?
Al met al dus een sympathiek boek, dat wellicht aan het denken zet, maar de titel maakt het niet waar. Het boek is een biecht, een persoonlijk document, maar geen definitief bewijs van bijna-doodervaringen.
Verder lezen:
http://www.lifebeyonddeath.net/
http://www.eternea.org/index.htm
http://www.samharris.org/blog/item/this-must-be-heaven (kritische bespreking door Sam Harris, die alle stokpaardjes van stal haalt om te “bewijzen” dat BDE’s onmogelijk kunnen).
http://www.samharris.org/blog/item/science-on-the-brink-of-death (nogmaals Sam Harris, maar dit keer heeft hij het boek ook echt gelezen; zijn kritiek is echter niet anders).
http://www.bernardokastrup.com/2012/10/sam-harris-critique-of-eben-alexander.html (repliek tegen Harris).
http://www.bernardokastrup.com/2012/11/sam-harris-proud-and-prejudiced_13.html (nogmaals Kastrup tegen Harris).
Voor wie het Duits goed machtig is, hier een goede site met een aantal hele goede links: http://www.forum-grenzfragen.de/aktuelles/011112-neues-zur-nahtodforschung.php.
En natuurlijk Google.
Hoi Taede. Disclosure: ik heb het boek niet gelezen. Maar desondanks zou ik er het volgende over kwijt willen. Wat er fascinerend aan is vanuit epistemologisch oogpunt is het volgende: wat is de evidentiële waarde van een religieuze ervaring (ik zie BDE als een vorm van religieuze ervaring, en ben eerder skeptisch over hun bovennatuurlijk statuut) voor *jezelf* versus wat is de evidentiële waarde ervan voor *anderen*? Om een minder spectaculair voorbeeld te nemen. Ik heb al met veel evangelische en andere ervaringsgerichte Christenen gesproken over hun “testimony”, “baptism in the Spirit”, enzovoort. Nu, ik kan mij nooit van de indruk ontdoen dat die testimony in de meeste gevallen niet geweldig spectaculair is. Vaak is het een banale gebeurtenis, en soms is het verbijsterend. Bijvoorbeeld, onlangs, iemand die mij vertelde dat hij zijn priesterroeping kreeg toen een vriend van hem op jonge leeftijd een erg zeldzame vorm van kanker kreeg en daar langzaam, ondanks alle zorgen, gebeden etc. aan doodging! Je zou eerder denken dat dit fenomeen (natuurlijk kwaad) zou doen twijfelen aan Gods bestaan. Maar neen, deze man voelde zich juist aangetrokken door religie en dichter bij God groeien. En zo kan ik diverse voorbeelden vernoemen: van geen enkele van de enkele tientallen testimonies die ik tot nu toe heb gehoord kan ik zeggen dat ze duidelijk bewijs vormen voor Gods bestaan.
Maar het punt is dat voor de mensen die de ervaring hadden er wél die link is. Als we een Alstoniaans perspectief nemen: het is een beetje zoals perceptie. De priester waarmee ik sprak redeneerde natuurlijk niet als volgt “mijn vriend ging dood aan kanker, daarom bestaat God” (dat is een heel vreemde en invalide redenering). Maar eerder: “door het proces van ziekte en overlijden van mijn vriend heb ik Gods nabijheid ervaren”. Het lijkt me dat deze persoon gerechtvaardigd is om te geloven in God als hij inderdaad een soort basic belief krijgt dat God bestaat op basis van de ervaring. Aangezien ik niet in de epistemische positie ben, kan ik evenwel niet diezelfde conclusie trekken.
Iets gelijkaardig doet zich voor bij BDE. Als die een basic belief uitlokken (in dit geval, in de hemel), dan lijkt het mij niet ongerechtvaardigd om op basis daarvan te geloven. Een complicerende factor hier is dat de man een neurochirurg is, en dus op de hoogte moet zijn van defeaters (zoals naturalistische verklaringen) voor zijn ervaring. Die defeaters lijken mij sterk genoeg om de evidentiële waarde van alle BDE in twijfel te trekken. Maar zelfs dan kan ik me voorstellen dat de overtuiging overeind blijft indien ik een BDE zelf had ervaren. Het is daarbij interessant dat niet iedereen die een BDE krijgt daar dezelfde conclusies uit trekt, net zomin als iedereen die een vriend verliest aan kanker een priesterroeping krijgt. Daarentegen, aangezien ik niet in de evidentiële positie ben als de auteur (nooit een BDE meegemaakt) denk ik dat de evidentiële waarde van zijn testimony voor mij (en anderen zonder BDE) relatief laag is. Het doet er niet toe hoe goed zijn beschrijving is, het perspectief maakt veel verschil.
Taede, weet je zeker dat hij eerst atheïst was? In de kranten die erover berichtten stond dat hij lid van een kerk was, al was hij niet erg actief gelovig. Dat laatste veranderde door zijn ervaring. Maar ik heb het boek niet gelezen.
Verder: als je zegt dat onze hersenen “ons een loer kunnen draaien” dan zegt dat nog niets over welk concreet geval dan ook. Dat weet jij natuurlijk wel, maar het lijkt me goed om dat te blijven benadrukken. Zoiets is namelijk nooit een argument om welke ervaring dan ook te ontkrachten. We zullen altijd moeten laten zien dat er ook in dit concrete geval sprake is van een hallucinatie. Het is niet genoeg om te zeggen dat wij ons kunnen vergissen, als niet aangetoond is dat er ook in dit geval een vergissing is begaan.
We kunnen het ook omdraaien en met talloze volken en culturen zeggen dat juist dit soort ervaringen ons in contact brengen met de realiteit die betekenis geeft aan onze empirische werkelijkheid. Een teveel aan scepsis maakt ons daarvoor immuun.
Iets een “loer draaien” noemen of een “hallucinatie” neemt als uitgangspunt dat een ervaring niet beantwoordt aan enige werkelijkheid. Maar weten we dat ooit? Het lijkt me dat we juist bij ervaringen die we niet kunnen controleren (tenzij misschien na onze dood) beter een zorgvuldig agnostisch jargon kunnen hanteren (zoals Helen doet). Anders zitten we zomaar een naturalistisch geloof in te richten i.p.v. aan wetenschap te doen.
Steven,
Alexander vertelt in het boek dat hij inderdaad lid van een kerk was, maar dat hij dat was omdat dat bij de cultuur hoort, en niet uit overtuiging. Een aantal persoonlijke ervaringen zorgden ervoor dat hij door het probleem van het kwaad zijn al geringe geloof volledig verloor en een atheïst werd die godsgeloof onzin vond. Zijn overtuiging was die van een keiharde materialist die meende dat de geest door de hersenen waren voortgebracht en dat bijna-doodervaringen (die hij ook in zijn werk tegenkwam) gewoon flauwekul zijn, hallucinaties veroorzaakt door minimale hersenactiviteit. Al dit veranderde door zijn eigen ervaring.
Wat betreft je overige opmerkingen: daar ben ik het volledig mee eens. Het was absoluut mijn bedoeling – en ik dacht dat ik dat helder had gemaakt – om Alexanders ervaring af te doen als een hallucinatie of flauwekul. Integendeel, ik zeg expliciet dat ik hem op zijn woord geloof. Mijn probleem is dat Alexander in het boek betrekkelijk weinig kritisch is op zijn eigen ervaring. Hij accepteert gewoon de ervaring als veridiek, leest verder nog wat boekjes over BDE (ik chargeer even) en concludeert dan dat hij een onverklaarbare ervaring heeft gehad. Dat laatste mag zo zijn, maar als de titel suggereert dat hij “proof of heaven” gaat geven, dan vind ik dat hij niet erg zijn best doet om zijn lezer te overtuigen. Akkoord, er staat achterin het boek een appendix met twee pagina’s verklaringen voor zijn BDE die hij met argumenten afwijst. Maar veel verder dan dat gaat Alexander niet. Dat zorgt ervoor dat het boek niet boven dat van een persoonlijke ontboezeming uitstijgt. Ik geef toe, dat zegt niets over de waarheid van zijn ervaring, maar ik voelde mij als lezer toch wel wat bedrogen.
Daar komt nog bij dat hij zelf allerlei argumenten op tafel legt die hem toch wel aan het denken zouden moeten zetten – en dat soms ook wel lijken te doen, maar dan weer fietst hij er vrolijk over heen. Zoals de verschillen met andere BDE’s, die reppen van overleden familieleden die ze ontmoeten (op zijn zus – die hij tijdens zijn ervaring nog niet kende – na, zag Alexander geen familieleden), of ten aanzien van geheugenverlies (Alexander was volledig zijn geheugen kwijt ten tijde van de ervaring, hij wist niets meer van zijn aardse leven, in tegenstelling tot veel andere BDE’s die vaak zelfs reppen van een “videoband” die opnieuw, versneld, wordt afgespeeld). Alexander zelf geeft aan dat hij deze verschillen raar vindt, maar heel veel meer dan dat wordt het niet.
Persoonlijk ben ik van mening dat BDE’s best eens waar zouden kunnen zijn, ook die van Alexander. Wetenschappelijk kunnen we er niet bijkomen, dat is duidelijk. Er zijn in het boek wat documenten opgenomen van de behandelende artsen die verklaren dat Alexanders ervaring op basis van zijn lichamelijke gesteldheid volstrekt onmogelijk is. Maar toch lijkt er iets gebeurd te zijn. Een bezoek aan een hogere dimensie? Wie weet klopt het dat onze hersenen slechts “radio-ontvangers” van bewustzijn zijn (zoals James meende). Ook Alexander zelf stoeit met dat idee. Ik ben van mening dat we die ideeën niet bij voorbaat kunnen afwijzen. Mijn punt met het boek is dat het suggereert een bewijs te geven voor BDE’s, dat Alexander tot op de bodem heeft uitgezocht – ongeveer zoals Van Lommel dat pretendeerde te doen – hoe BDE’s mogelijk zijn. En dat doet het niet.
En daarmee werkt het boek een beetje misleidend. Want het blijkt dus eigenlijk niets meer te zijn dan het verhaal van iemand die een BDE heeft meegemaakt. De status die het boek in de media krijgt, is afkomstig van het feit dat het hier een neurochirurg betreft. Het boek drijft dus op zijn autoriteit als neurochirurg, wat de suggestie wekt dat die (a) een betrouwbaarder getuige is dan “de man of vrouw in de straat”, en (b) meer verstand van BDE’s heeft dan de gemiddelde burger omdat hij een hersenexpert is. Uit het boek blijkt echter dat beide suggesties misleidend zijn, omdat Alexander eigenlijk helemaal geen raad weet met zijn ervaring, en er als neurochirurg ook helemaal niets mee kan, omdat de ervaring blijkbaar niets met hersenprocessen te maken heeft (hij lag immers in een coma, terwijl zijn hersenen werden aangevreten door bacteriën).
Met andere woorden: ik ben het dus volledig met Helen eens, dat de ervaring voor Alexander blijkbaar onontkoombaar is, maar dat ik als buitenstaander er niet zoveel mee kan. Dat zegt echter niets over de waarheid of authenticiteit van de ervaring, en ik ben het met je eens dat we dan niet moeten doorslaan naar de materialistische-naturalistische tegengestelde conclusie dat het dus allemaal onzin is. Dat hoeft het niet te zijn. Ons rest niets meer dan agnosticisme ten aanzien van BDE’s. Dat is de wetenschappelijke houding. Mijn persoonlijke houding ten aanzien van BDE’s is anders. Ik heb in mijn leven met een aantal mensen met BDE’s gesproken, die iedere keer weer ontroerd raakten als ze erover spraken, en die heel hun leven in een antimaterialistische, altruïstische levensstijl hadden omgezet. Dat heeft mij zeer geraakt en ik kan me dan ook niet aan de indruk onttrekken – maar dat is mijn persoonlijke houding, een soort intuïtie waarvoor ik geen harde of wetenschappelijke argumenten kan geven – dat er bij BDE’s meer aan de hand is, dat het geen hersenspinsels zijn. Maar nogmaals, dat kan ik niet wetenschappelijk hardmaken, het blijft een hunch.
Helen,
Je hebt het briljant verwoord. Ik ben het dan ook volledig met je eens. Jij verwoordt hier in filosofische termen precies mijn ambivalente houding ten aanzien van het boek. Overigens zou ik het niet zo verwoorden als dat de persoon die bijv. zegt Gods nabijheid ervaren te hebben, dat die een “basic belief” vormt op basis van die ervaring. Immers, dan is die belief niet “basic”, maar is juist gebouwd op of geworteld in die ervaring. Een basic belief, in de terminologie die bijv. Plantinga gebruikt, is een belief dat niet te reduceren of te herleiden valt tot andere beliefs. Beliefs die voortkomen uit bijv. zintuiglijke ervaring of het samenbrengen van andere beliefs, zijn geen basic beliefs en kunnen dat ook niet worden. Een basic belief kan dan ook niet “uitgelokt” worden (jouw term). Maar wat betreft de strekking van je opmerking, ben ik het volledig met je eens.
Hoi Taede: ik gebruik basic belief in een wat bredere betekenis dan Plantinga dat doet, maar bijvoorbeeld meer zoals Robert Audi dat doet. Volgens Audi is het niet zozeer de origine van een geloofsovertuiging, als wel het fenomenologisch karakter ervan dat het al of niet basic maakt, i.e., een overtuiging die je aanneemt als waar zonder argumentatie, inductie, of andere inferentiële processen. Dus bijvoorbeeld de overtuiging “er staat een appelboom in mijn tuin” is basic als zij gevormd is op basis van perceptie. Audi meent zelf (en ik ben geneigd het met hem eens te zijn) dat zelfs beliefs gebaseerd op testimony basic kunnen zijn. Bijvoorbeeld: Ik geloof, in the basic way, dat ik geboren ben op 1 september 1978. Die overtuiging is natuurlijk gebaseerd op testimony, maar wanneer ik mijn geboortedatum opschrijf, denk ik niet “Ik heb via mijn ouders en andere bronnen zoals mijn geboortecertificaat, paspoort e.d. dat ik geboren ben op die datum, die bronnen zijn vermoedelijk betrouwbaar, dus ik ben geboren op die datum”. Neen, ik twijfel gewoon niet aan het feit dat ik op die datum geboren ben. De priester die ik vermeldde in mijn eerdere commentaar twijfelde geen moment dat God hem geroepen had, dus ik ben geneigd dat een basic belief te noemen.
Taede, dank voor je reactie. Ik ben het geheel met je eens. Het feit dat BDE’s e.d. (anders dan willekeurige hallucinaties) vaak leiden tot aanzienlijke gedragsveranderingen (een meer altruïstische levensstijl e.d.) is overigens misschien een reden om aan te nemen dat hier meer aan de hand is dan een ontspoorde hersenfunctie. Ten slotte is het belangrijk dat we een theorie hebben die in staat is om betekenis te geven aan het geheel van de ervaring (inclusief de gevolgen ervan en de interpretatie van degene die hem ondergaat – en die de ervaring bijv. meestal prima weet te onderscheiden van zinsbegoochelingen en dromen). Het lijkt mij dat een religieuze verklaring daartoe beter in staat is dan een naturalistische.
Wat ‘basic beliefs’ betreft: ik ben geen expert, maar volgens mij schaart Plantinga wel degelijk beliefs die voortkomen uit onmiddellijke gewaarwordingen (evenals uit herinneringen, introspectie e.d.) onder basic beliefs. Beliefs die niet basic zijn, zijn gebaseerd op andere beliefs. Een ervaring is geen belief, maar kan wel een belief produceren. Als de ervaring niet voor anderen toegankelijk is, gaat het om een basic belief (prima rationeel, maar niet bewijsbaar). Jij lijkt basic beliefs hier te beperken tot puur logische/wiskundige inzichten, maar Plantinga gaat volgens mij verder.
Plantinga klasseert beliefs gebaseerd op perceptie ook als basic, inderdaad, maar ik denk niet dat hij dat ook doet met bijv testimony. Als een religieuze ervaring in relevante opzichten is zoals perceptie (zoals Alston en Swinburne menen), dan lijkt het mij niet zo gek om beliefs die worden uitgelokt op die manier basic te noemen?
Over testimony gesproken: ken je dit http://ukcatalogue.oup.com/product/9780199219162.do#.UKpABBywLw4 ?
Hoi Steven,
Ja, dat boek ken ik en, sterker nog, heb ik ook (maar, zoals zovaak, nog niet gelezen). Ik denk dat dit een tamelijk belangrijke studie is, en ik hoop daar nog eens op terug te komen.
Steven & Helen,
Wat Plantinga betreft: ik baseerde me op herinnering, dus ik kan me inderdaad vergissen. Hij doet het zeker niet wat betreft testimony, maar het zou inderdaad kunnen dat hij wel zintuiglijke kennis als bron voor “basic beliefs” gebruikt. De vraag blijft dan of “zien als” (zoals ik Helens voorbeelden interpreteer, naar Wittgenstein) ook onder zintuiglijke ervaring en dus als bron voor basic beliefs valt. Maar daar moet ik nog verder onderzoek naar doen (hoop ik in de toekomst nog toe te komen, maar daarover hopelijk later nog eens).
Lackey heeft een heel interessante positie over testimony. Zij is het niet eens met reductionisten (die zeggen dat je altijd positieve redenen moet hebben om de testifier te geloven, en dat testimony een fundamentele vorm van kennisverwerving is, zoals perceptie en geheugen), noch met anti-reductionisten (die zeggen dat je als default mag aannemen wat anderen zeggen, en dat testimony geen fundamentele vorm van kennisverwerving is). Ik denk dat de filosofische testimony literatuur heel relevant is voor hoe we moeten omgaan met testimonies zoals die van Eben Alexander. Ik ben geneigd het met Taede eens te zijn: net als hem neem ik mensen die een religieuze ervaring rapporteren meestal serieus (en als ik hen persoonlijk ken, neem ik die testimonies altijd serieus), en accepteer ik die als authentieke ervaringen. Maar tegelijk hou ik de weg open voor skepticisme (i.e., ik betwijfel niet dat ze de beleving hebben gehad, maar twijfel wel aan de overtuigingen die ze maken naar aanleiding van die ervaringen).
Ja, volgens mij heeft ze veel over dit thema te vertellen. Laatst woonde ik een lezing van haar bij over de vraag of kritiek van epistemic peers je aan het wankelen zou moeten brengen in je basale overtuigingen (denk aan biologische kritiek op BDE’s). Het ging op mitrailleursnelheid in heel technisch Engels, maar als ik het goed heb begrepen had ze vooral kritiek op gangbare definities van epistemic peers.
Helen, je kunt toch alleen twijfelen aan de overtuigingen die op die ervaringen zijn gestoeld, wanneer je twijfelt aan de mechanismen die de ervaringen hebben geproduceerd? Immers, als Alexander gelooft in de hemel, omdat hij daar in zijn ervaring is geweest (of die heeft gezien), dan is dat toch een prima en redelijke overtuiging, tenzij we redenen hebben om aan te nemen dat de ervaring zelf op de een of andere manier niet deugt?
Of snap ik niet wat je bedoelt?
Steven,
Ik ben er niet zo zeker van of een religieuze verklaring beter is dan een naturalistische. Het probleem is wat als “religieuze” verklaring zou kunnen gelden. Ik zag bijvoorbeeld dat er ook een heel aantal religieuze websites zijn die Alexanders boek als “blasfemisch” verwerpen, omdat hij claimt een bezoek aan de hemel te hebben gebracht en direct te hebben gecommuniceerd met God. Dit geeft m.i. al aan dat Alexanders boek een probleem oproept bij religieuze mensen. Alexander stelt namelijk uitdrukkelijk dat wat hij opschrijft gefilterd is, alle woorden die hij gebruikt om zijn ervaring op te schrijven moeten dus als analogieën en metaforen worden beschouwd, omdat die woorden behoren tot de menselijke werkelijkheid. Communicatie in de hemel ging direct, via een soort intuïtief schouwen. Hiermee suggereert Alexander in het boek dat ook eventueel religieuze kennis, dus via openbaring, altijd geïnterpreteerde kennis is. En daarmee suggereert hij weer dat religie is toegesneden op menselijke maat. En dat is natuurlijk tegen het zere been van veel tamelijk letterlijk-gelovigen, die religieuze voorstellingen als plaatjes van het goddelijke beschouwen (even gechargeerd geformuleerd). Met andere woorden, Alexanders boek bevat een impliciete religiekritiek op al te menselijke voorstellingen van het goddelijke. Daarmee wordt de vraag hoe een “religieuze verklaring” een betere verklaring voor BDE’s zou kunnen zijn dan een naturalistische. Immers, beide maken gebruik van menselijke voorstellingen die uiteindelijk, volgens Alexander, het goddelijke nog niet eens benaderen! Een naturalistische of religieuze verklaring zitten dus, gezien vanuit de BDE zelf, in hetzelfde schuitje. Dat maakt de discussie dus zo ingewikkeld. Ik geef wel toe dat een religieuze verklaring wellicht adequater is dan een naturalistische, omdat die in principe open blijft voor het “bovennatuurlijke” (vreselijk woord!) en dus nimmer uitsluit dat er een hogere werkelijkheid bestaat. Maar ik denk wel dat Alexander zal zeggen dat iedere concrete invulling van zo’n hogere werkelijkheid in termen van religieuze voorstellingen zoals die in bijv. de grote godsdiensten een rol spelen, volstrekt inadequaat zijn. (Ik heb nl. een dergelijk gesprek wel eens gevoerd met iemand die een BDE had gehad, die persoon was religieus, maar kon eigenlijk met de voorstellingen die hem in kerken etc. werden aangeboden niets, omdat die in zijn ogen verzinsels waren.)
Hoi Steven: heb je een titel van die lezing van Lackey. Lijkt me een interessante vraag. De consensus lijkt te zijn “neen”, bijvoorbeeld voor zaken als 2 + 2 = 4, maar het wordt echt interessant als we het hebben over religieuze ervaringen.
Om op je latere vraag te antwoorden: ik ben nog over de kwestie aan het nadenken, dus wat ik schrijf is misschien niet altijd maximaal consistent met eerdere dingen. Het lijkt mij inderdaad dat perceptie en geheugen een uitstekende grond vormen voor Alexanders geloof in de hemel. De asymmetrie zit hem in het feit dat Alexander gelooft dat p (de hemel bestaat) als resultaat van perceptie en geheugen (zijn BDE of wat het ook was), en achtergrondkennis, zoals de culturele transmissie van geloof in de hemel. De grond voor geloof in p voor mij en anderen die het boek lezen is echter anders: voor ons is er enkel culturele transmissie, en testimony van ervaringen zoals die van Alexander. Waar ik nog niet uit ben is of de mogelijke defeaters dezelfde rol kunnen spelen voor Alexander als voor mij, i.e., het lijkt me dat je criteria voor defeaters een stuk sterker moeten zijn als je overtuiging gebaseerd op perceptie en geheugen dan als je het hebt van anderen.
Naturalistische verklaringen voor BDEs zijn zulke defeaters, en ongetwijfeld is Alexander daarvan op de hoogte als neurochirurg (zegt hij daar iets over?) maar het lijkt me dat ze voor hem minder kracht hebben dan voor mij. De reden daarvoor is dat naturalistische verklaringen voor BDEs een stuk minder solide zijn dan, zeg maar, naturalistische verklaringen voor vreemde ervaringen tijdens dronkenschap. Er moet nog heel wat worden onderzocht over wat er precies gebeurt na BDE, bijvoorbeeld structureel neurologisch. Hopelijk komt er iets interessants uit de Immortality Project!
Hoi Helen,
De titel van Lackey’s lezing is “Taking Religious Disagreements Seriously”.
Wat testimony betreft: is op dit punt ook niet een sociaal-cultureel issue aan de gang? Ik bedoel: het lijkt me logisch dat gelovigen van alle tijden vrij massaal hun geloof baseerden op de getuigenissen van enkelingen. Neem alleen al de ervaring van de opstanding van Jezus (of van de verschijningen na zijn dood) door zijn leerlingen.
Er is dus blijkbaar iets in onze cultuur gebeurd dat wij ervaringen van specifieke anderen (heiligen enz.) niet meer zomaar vertrouwen. Dat zal iets te maken hebben met individualiseringsprocessen, lijkt me. We moeten nu ALLEMAAL die ervaring hebben, wil die voor ons geldigheid hebben.
De vraag is of dit een redelijke ontwikkeling is, of dat we onszelf hiermee zozeer in de hoek hebben gemanoeuvreerd dat er teveel buiten ons blikveld blijft. Immers, buiten de religie geloven we heel veel op gezag. Vrijwel alle wetenschappelijke resultaten nemen we aan op basis van testimony. Dat geldt zelfs voor de resultaten die we eventueel zelf zouden kunnen narekenen.
Over BDE’s weten we nog niet genoeg, dat is duidelijk. Maar het lijkt me dat we de eventuele waarheid van BDE’s of soortgelijke ervaringen nooit kunnen vaststellen door nog langer naar de hersenen te kijken. Hetzelfde geldt bijv. voor HADD: of dit ons voor de gek houdt, kunnen we niet vaststellen door nog meer te weten te komen over het HADD, maar door achter een struik te kijken of er inderdaad een tijger zit. Dat laatste is, lijkt me, niet mogelijk bij BDE’s. Althans, hoe zou dat moeten?
Wat dronkenschap betreft: die ervaringen verschillen ook structureel van BDE’s. De gevolgen zijn bijv. meestal heel anders. Mensen die BDE’s ondergaan, kunnen die ook prima onderscheiden van dromen, dronkenschap of psychoses.
Taede, dat is inderdaad nog weer een ander issue: de verhouding tussen taal en (bovennatuurlijke) werkelijkheid. Ik begin dan overigens altijd maar graag dichtbij: het is voor mij zelfs moeilijk om ‘precies’ te omschrijven wie mijn vrouw is. Bijna alle taal is metaforisch (Lakoff/Johnson, Soskice, enz.). Dus dat probleem ontstaan niet ineens wanneer we het over God hebben. Daarom is het woord ‘bovennatuur’ inderdaad zo vreselijk – of in elk geval potentieel misleidend. Het suggereert dat we over de ‘natuur’ wel helder, eenduidig kunnen spreken en dat onze taal hier wel een adequaat instrument is om de werkelijkheid te beschrijven. Maar ook in het hier en nu onttrekt de werkelijkheid zich altijd (enigszins) aan ons taalinstrument. Met uitzondering misschien van formules en wiskundige taal. Maar die kunnen maar een heel beperkt deel van de werkelijkheid beschrijven.
Kortom, ik vraag me af of het punt van Alexander wel zo vreselijk interessant is.
Tijdens zijn bijna-doodervaring wordt Alexander vergezeld door een mooie jongedame met vlindervleugels. De dame komt hem vaag bekend voor, (…) blijkt dat zij zijn begeleidende “vlinder” was die hem door het hiernamaals begeleidde.
Goh…Ze heette zeker niet toevallig ook Paprika?
Steven,
Als het alleen bij taal blijft, is inderdaad Alexanders punt niet vreselijk relevant (hoewel ik bij iedere lezing die ik geef weer merk hoe weinig mensen toch enige notie hebben van zoiets als “negatieve theologie”). De angst van sommige gelovigen voor Alexanders ervaring (en wellicht voor de BDE van anderen) komt vermoedelijk voort uit de angst dat hun geloof er wel eens naast zou kunnen zitten. Neem Eben Alexander, een atheïst, iemand die naar de kerk gaat voor de vorm maar er verder geen barst van gelooft. Hij zweeft op het randje van de dood en wordt nota bene toegelaten tot de hemel, en sterker nog, tot God zelf. God spreekt met hem, geeft hem informatie die voor stervelingen verborgen blijft. Zou iemand als Alexander niet in de hel moeten zijn beland? Over de hel wordt in het boek niet gesproken. De suggestie die het boek wekt, is die van een alverzoening. Mensen kunnen niet stuk bij God. Ik kan daar een heel eind in meegaan, maar als je nu kijkt naar de meest recente PKN-synodevergadering, daar is nog eens heel stellig geformuleerd dat de alverzoening niet bijbels is en dus verworpen moet worden. — Dat is wat ik bedoel met de impliciete religiekritiek in Alexanders boek.
Iedere BDE is voor (bepaalde) gelovigen angstwekkend of op zijn minst irriterend, omdat het suggereert dat degenen die een BDE hebben gehad, direct toegang tot het goddelijke hebben gehad, en daarmee meer of betere informatie heeft dan de gefilterde en misvormde informatie die gewone stervelingen hebben. BDE’ers hebben letterlijk het licht gezien. Immers, de informatie die Alexander en andere BDE’ers heeft gekregen is niet door horen-zeggen of via de zintuigen (lezen, horen) tot stand gekomen, maar is direct, door een soort mystieke schouwing of intuïtie tot hen gekomen. Er zit een subversief element in BDE’s en ik kan me prima voorstellen dat dit voor sommige mensen bedreigend is. Het is dus niet alleen een taalkwestie, het is een autoriteitskwestie. (Maar volgens mij zijn we nu wel een beetje afgedwaald van je oorspronkelijke punt. Tsja, zo gaat dat soms.)
Taede,
Ja, dat punt herken ik goed. Maar het werkt natuurlijk ook andersom: ‘religie’ (de talige, doordachte kant van de religieuze ervaring – beter misschien: ‘theologie’) werkt ook ‘ervaringskritisch’. Het is nogal een romantische gedachte om te denken dat alleen directe ervaring toegang geeft tot de werkelijkheid. Een mooie kathedraal binnenwandelen is inderdaad iets anders dan de plattegrond bestuderen, maar het is allebei nodig. De recente synodeuitspraak kan men dus ook verstaan als een impliciete kritiek op new age-achtige interpretaties van religieuze ervaring. Immers: men kan de vroegere fire and brimstone theologie goed verstaan als een weerspiegeling van een autoritaire samenleving, maar net zo goed kan men de huidige alles sal reg kom theologie verstaan als een weerspiegeling van een liberale samenleving (elk individu van goede wil en met de juiste middelen komt er wel, mits hij vrij gelaten wordt).
Daarom is er, lijkt mij, in de religie ook een intellectuele stroom nodig. De kunst is ervaring en doordenking niet teveel separaat te laten lopen, maar in kritische dialoog met elkaar.
Als ik Dennus’ trailer bekijk, lijkt het me overigens zeker niet uitgesloten dat Alexanders brein flarden van films heeft gereproduceerd. Dat zegt op zich niet dat er geen waarheid in zijn ervaring kan zitten, want ook als het om beelden gaat, moeten we het (net als met taal) doen met wat we in ons culturele repertoire hebben zitten. Wel blijft het de vraag hoe dit kon als A’s brein niet werkte of zijn geheugen was uitgeschakeld. Maar, bedenk ik me, zou het niet kunnen dat zijn ervaringen vooral / uitsluitend stammen uit de korte periode dat hij aan het bijkomen was uit zijn coma?
Steven, jij schrijft:
Dat is één van de mogelijkheden die Alexander dus niet onderzoekt. Daar zit dus ook een van mijn bezwaren, dat hij te weinig (zelf)onderzoek pleegt. Het boek is teveel mémoire en te weinig filosofische en wetenschappelijke beschouwing.
Vandaag in de Volkskrant interview ( Gezond met Sokrates) met filosoof Jules Evans. Kan er helaas niet rechtstreeks naar verwijzen (copyright; digitale krant). Evans heeft na een ernstig ski-ongeluk ook een bijzondere ervaring:
“’Mijn oom kwam naar beneden en zag mij in een plas bloed liggen. Hij zei alleen maar: ‘O mijn god, o mijn god.’ Ik wilde hem vertellen dat hij zich geen zorgen hoefde te maken, dat ik me beter voelde dan ooit; maar ik kon niet praten, ik lag maar een beetje onverstaanbaar te mummelen. In de weken daarna bleef ik me ontzettend prettig voelen. Ik was vervuld met liefde voor de medemens, ik vond iedereen geweldig en het kon allemaal niet beter. Na vier, vijf maanden zakte de euforie weg en kwam alle ellende weer terug. En toen ben ik me gaan verdiepen in de filosofie van de oudheid.’”
Evans verwerkt zijn ervaring ook door een boek te schrijven.
Hij (hij noemt zichzelf een soort sceptisch theïst) heeft het boek (Filosofie voor het leven en andere gevaarlijke situaties Uitgeverij Ten Have 19,95 ) zowel voor theïsten geschreven als voor atheïsten; ik wil laten zien dat Griekse filosofie nuttig kan zijn, of je nu wel of niet in God gelooft.
Hoi Nand,
Ja, ik heb het interview gelezen! Ik vond het een tamelijk indrukwekkend verhaal, ofschoon het in het interview zo tussen neus en lippen door verteld lijkt te worden. Het is niet echt een bijna-doodervaring te noemen (Evans was nog onder de levenden), maar Evans zelf koppelt zijn ervaring wel degelijk aan spreken over mystiek. Het is een wat vreemde gewaarwording, de afgelopen dagen kom ik plotseling heel veel van dit soort ideeën tegen in boeken die ik doorblader, op internet, en dus vanochtend in de krant. Of dat te maken heeft met selectieve waarneming, of dat dit een kwestie is van een nieuwe “emergerende” hype, weet ik niet. Overigens heb ik de indruk dat Evans’ “filosofische therapie” ook gekoppeld kan worden aan (belangstelling voor) mindfulness en meditatie. Dat het boek bij Ten Have verschijnt (die momenteel veel publiceert over mindfulness) versterkt die indruk.
@ Nand,
Je schrijft over Evans: ‘In de weken daarna bleef ik me ontzettend prettig voelen. Ik was vervuld met liefde voor de medemens, ik vond iedereen geweldig en het kon allemaal niet beter. Na vier, vijf maanden zakte de euforie weg en kwam alle ellende weer terug.’
Betekent dat dat die ervaring bij hem geen blijvend veranderd basis- of grondgevoel tegenover zijn medemens teweeg gebracht heeft, of een ander begrip? Is het zo dat hij het leven weer op dezelfde manier ervaart ervaart dan voor het ongeluk?
@ Trouwe Lezeres
Hij zegt zelf dat het de belangrijkste gebeurtenis was in zijn leven:
Het ski-ongeluk in 2001 was, zegt Evans, de belangrijkste gebeurtenis in zijn leven. ‘Toen ik daar in de sneeuw lag en me zo goed voelde, drong het besef door dat ik me geen zorgen hoefde te maken. Het was een onbeschrijflijke sensatie die bijna niet is uit te leggen. Ik wist opeens zeker dat ik niet beschadigd was, dat er diep in mij iets zat dat helemaal niet kón breken, dat er een sterke kracht in me aanwezig was. Ik kon mezelf accepteren zoals ik was. Alles wat ik nodig heb, zit in me: dat was wat ik voelde.’
Nand (& Trouwe Lezeres),
Ja, dat klopt, maar hij zegt in hetzelfde interview ook dat de ervaring na verloop van tijd wat vervaagt en dat het normale leven het dan weer overneemt. Hij valt dan ook in een soort van gat, en juist daardoor ontdekt hij de filosofie als therapie. Met andere woorden: het is wel de belangrijkste ervaring van zijn leven geweest, maar dat zegt dus toch niet alles.
Frappant is wel dat zijn hele verhaal me deed denken aan verlichtingservaringen van zenboeddhisten. Binnen sommige tradities van zenboeddhisme, is verlichting weliswaar iets waar naar gestreefd wordt, maar ten opzichte waarvan tegelijkertijd ook een soort ambivalentie heerst, juist omdat de verlichtingservaring zelf overwonnen moet worden. Uiteindelijk draait het om het gewone leven. De verlichtingservaring is dus weliswaar het summum waarnaar gestreefd wordt, maar tegelijkertijd moet die ervaring ook zo snel mogelijk weer worden achtergelaten, zodat het gewone leven doorgang kan vinden, want daar draait het uiteindelijk om. Het lijkt net alsof Evans zo’n verlichtingservaring heeft gehad, en niet wist wat hij ermee aanmoest. Uiteindelijk heeft hij de therapie van de filosofie nodig gehad om weer uit het dal te klimmen. Een bijzonder verhaal, dat zeker.
@ Taede @ Trouwe Lezeres
Grappig is ook wat Evans zegt over de overeenkomsten tussen de cognitieve gedragstherapie en de oude Griekse en Romeinse filosofie:
” Hij ging naar New York om Albert Ellis te interviewen, de grondlegger van die therapie. Hij sprak ook met Ellis’ collega Aaron Beck. ‘Ellis en Beck wezen me op de parallellen tussen cognitieve gedragstherapie en de ideeën van de oude Griekse en Romeinse filosofen. Wat ze daarover zeiden, kwam overeen met wat ik zelf ook had ervaren: een groot deel van ons lijden wordt veroorzaakt door onze eigen houding en gedachten. Ik vond het frappant dat cognitieve gedragstherapie zo veel op de oude filosofie leek en ik besloot dat verder te gaan onderzoeken. Filosofie voor het leven is het resultaat van vier jaar onderzoek en interviews.”
@ Nand, Taede e.a.,
Hoewel ik niet veel kennis heb van filosofie en slechts globaal iets weet van de grote religies en het (zen)boeddhisme, heb ik het idee dat het niet echt uitmaakt langs welk pad je de kern van de waarheid, het wezenlijke zoekt of vindt.
Eben en Evans en mystici door de eeuwen heen, verhalen op hun eigen manier over hun ervaringen omtrent de universele waarheid. Het lijkt wel alsof -omdat nu eenmaal ieder mens een unieke persoonlijkheid heeft- de universele waarheid voor iedereen te vinden is op een manier die juist die persoon op een bepaald moment in zijn leven raakt en aanspreekt, die juist bij die persoon en omstandigheden past. Je hoeft er slechts de persoonlijke nuances en inkleuringen, ook van tijd en cultuur, af te pellen om de universele waarheid van het ‘Eeuwige Zijn’ te kunnen zien. (Universele waarheid is voor mij – grofweg gezegd- het zijn in onvoorwaardelijke liefde en eeuwige verbondenheid met de Bron, daardoor en daarin verbonden met iedereen, met alles wat er is. In de kern, in wezen is er geen afgescheidenheid)
Wat mij vooral raakt is de volgende zin van Evans: ‘Ik wist opeens zeker dat ik niet beschadigd was, dat er diep in mij iets zat dat helemaal niet kón breken, dat er een sterke kracht in me aanwezig was. Ik kon mezelf accepteren zoals ik was. Alles wat ik nodig heb, zit in me: dat was wat ik voelde.’
Wat Evans en Alexander Eben hebben ervaren, geldt natuurlijk voor ieder mens, het geldt voor ons allemaal, ook al ervaart niet iedereen het. Voor ons allemaal geldt: alles wat we nodig hebben, zit in ons! We hoeven er ‘slechts’ mee in contact te komen, een dergelijk weten wordt je gegeven in een ervaring zoals bij Eben en Evans of je kunt het proberen te bereiken via de innerlijke weg.
Ik zie de verlichtingservaring als vergelijkbaar met het gevoel van verliefdheid. Net zoals de lichtheid en vreugde van verliefdheid over kan gaan in liefde, zal de bijzondere verlichtende vreugde en de bijzondere gemoedsgesteldheid van een verlichtingservaring overgaan in een soort bestendig grondgevoel van vrede, waarbij het verkregen inzicht is onomkeerbaar is.
Het lijkt me realistischer om eens te kijken welk boek er hier weer verkocht moest worden, en nu nota bene ‘besproken’ door de door mij meestal zeer gewaardeerde filosofe de Rek. ‘Gebruik je verstand’, lijkt me het oudste adagium van de filosofie. In dat interview in de VK was nou eens werkelijk helemaal niets nieuws te lezen. (Ik overweeg die krant na meer dan 40 jaar trouw lidmaatschap dan ook maar eens op te zeggen, en niet alleen wat betreft de filosofische reflecties.) Iedere generatie verbaast zich kennelijk opnieuw over dezelfde fenomenen, maar van de Rek had er hier wel een extra ‘bespiegeling’ bij gemogen. Impliciet lees ik haar ‘rapportage’ als het zoveelste ‘drijfzand’ in haar eigen ogen. Het zal aan mij liggen, zoals altijd, maar het is toch ook weer ‘onderkoeld’ te lezen wat ik las van haar. (Mijn ‘projectie’ dus misschien.) De cognitieve gedragstherapie komt er feitelijk op neer dat je in twaalf pagina’s (Ellis) kunt zeggen: gebruik je verstand! Maar tegen wie en in welke mate en met welke mate van empathie (Rogers). Heel wat ingewikkelder! Inderdaad, over goedgelovigheid gesproken. Gebruik je verstand, in de mate waarover je daarover beschikt.
Bijzondere ervaring gehad? Inderdaad, zet die eens in een echt bredere context? Welke eikel(in/es ) durft nog iets met een ‘profetie’ (buiten de politiek)?
Als je God (therapeut, goeroe, schrijver van boeken) was, dan wist je het eigenlijk wel van tevoren: het is de Liefde, liefst na een ongeluk, die raakt aan de hoop. Maar het boek moet na het verdwijnen van Ophrah toch niet bij Wilma? de Rek uitkomen… het is een wijze van lezen en schrijven van haar. Menselijke perceptie vanuit ‘behoefte aan betekenisgeving’, zullen we maar zeggen.
@ Taede Smedes
Eben Alexander (ik schreef eerst Eben Haezer), vermoedelijk in Newsweek : “I experienced something so profound that it gave me a scientific reason to believe in consciousness after death”. Deze zin alleen al doet mij zo ernstig twijfelen aan de serieusheid van de auteur dat ik het boek zeker niet zal gaan lezen. Ik sluit zelfs niet uit dat dit de eerste keer is dat iemand met behulp van de kenmerken van religieuze ervaringen van William James (ineffability, etc.) en flink wat New Age-lectuur een BDE bij elkaar fantaseert. Uit commercieel oogpunt zou dat toch eens een keer moeten gebeuren.
U hebt het boek wel gelezen, en het verheugt mij dat u nu aanzienlijk kritischer bent dan destijds over de colleges van Coen Vermeeren. Een paar opmerkingen/vragen.
“Ik heb in mijn leven met een aantal mensen met BDE’s gesproken, die iedere keer weer ontroerd raakten als ze erover spraken, en die heel hun leven in een antimaterialistische, altruïstische levensstijl hadden omgezet.”
Bij mij rijst de vraag of u dit persoonlijk hebt geconstateerd of dat betrokkenen u dit vertelden. Mochten zij inderdaad antimaterialistischer en altruïstischer geworden zijn na een BDE, is het dan niet logischer om te denken dat het verkeren at death’s door plus een zeer bijzondere ervaring alleen al voldoende kan zijn voor het omgooien van de levensstijl, eerder dan het veronderstelde uitstapje in hemelse dreven ?
Mensen gooien geregeld hun leven om, al dan niet na een ernstig life event ; daar zijn zelfs tal van tv-programma’s aan gewijd. Overigens, als mensen zeggen na een religieuze belevenis antimaterialistischer en altruïstischer te zijn geworden, dan veronderstelt dat een bepaalde sociaal-economische status ; ik heb dat nog nooit gehoord van een bijstandsmoeder.
Overigens (bis) is dit een post hoc-argument.
“Wetenschappelijk kunnen we er niet bijkomen, dat is duidelijk. Er zijn in het boek wat documenten opgenomen van de behandelende artsen die verklaren dat Alexanders ervaring op basis van zijn lichamelijke gesteldheid volstrekt onmogelijk is.”
Hier rijst de vraag waarom wij bij psychoses, hallucinaties, drugservaringen en wat dies meer zij nooit zeggen dat we er wetenschappelijk niet bij kunnen komen. Waarom zouden we dat wel zeggen als het om BDE’s gaat ? Wellicht omdat het veel interessanter is om te geloven dat men speciaal was uitverkoren voor ervaringen die anderen gewoonlijk niet hebben, dan om te denken dat de hersenen het even niet goed deden ?
Het verschijnsel is onderhand minstens 30 jaar bekend en onderzocht en er zijn tal van normale medische verklaring van het fenomeen, in weerwil van wat de door de auteur genoemde artsen erover zeggen. Zie verder de site van Skepsis, waarop meerdere artikelen over BDE’s en Pim van Lommel.
“Wie weet klopt het dat onze hersenen slechts “radio-ontvangers” van bewustzijn zijn (zoals James meende).”
Wetenschappelijk gezien is er geen aanleiding om het bestaan van een loszwevend bewustzijn te veronderstellen met bijbehorende kijkjes in het hiernamaals, enz., en het christendom gaat evenmin van deze veronderstelling uit. James heeft dat idee vermoedelijk uit een Oosterse religie gehaald, daar zit wel het extreme dualisme in dat noodzakelijk is voor deze veronderstelling. Weliswaar kwamen de drie wijzen uit het Oosten, maar dat wil niet zeggen dat de waarheid daar per se vandaan moet komen.
“Alexander stelt namelijk uitdrukkelijk dat wat hij opschrijft gefilterd is, alle woorden die hij gebruikt om zijn ervaring op te schrijven moeten dus als analogieën en metaforen worden beschouwd, omdat die woorden behoren tot de menselijke werkelijkheid.”
Kort commentaar : Quatsch. Iets langer commentaar : de heer Alexander is naar eigen zeggen zover in goddelijke sferen opgestegen dat taal niet meer voldoende is om met de hoi polloi te kunnen communiceren (ineffability van James). Waarom zou ik als arme sterveling dan überhaupt kennis moeten kunnen nemen van zijn belevenissen ? Moet ik in aanbidding neervallen of zo ?
“Ergens schrijft hij in het boek dat hij van God in de Kern informatie heeft gekregen – die informatie “had” hij gewoon toen hij in de Kern was – en die informatie is er nog altijd, sluimerend, en is langzaam bezig om terug te komen, om weer bewust te worden. Alexander gaat op de inhoud van die informatie niet verder in.”
Ik weet niet hoeveel New Age-lectuur u hebt gelezen, maar is het u nooit opgevallen dat in New Age-kringen standaard zeer geheimzinnig wordt gedaan over hun ervaringen ? Bij navragen blijft het dan oorverdovend stil. Ik voorspel dan ook dat wij van verdere informatie verstoken zullen blijven (een gevoel van alwetendheid komt ook geregeld voor bij BDE’s , meen ik mij te herinneren).
Toch nog een uitzondering op de falende informatievoorziening : Hans Stolp heeft het in een van zijn boeken over het aantal vierkante meters kamerbreed tapijt dat hij in de zevende hemel had zien liggen. Of iets in die geest.
mv. Atsou,
wat een extreme vorm van aversie bemerk je toch telkens bij u.
Nog los van foute beweringen, zo weet u niks van oosterse levensbeschouwing blijkbaar, waar het ‘dulaisme’ juist wordt verloochend. Ook uw continue verwijzingen naar new age en dergelijke, alsof mensen die een BDE hebben gehad zonder meer new age figuren zijn, zweverige types enz. Beste mevrouw, het zou ú zomaar kunnen overkomen. Eben is jarenlang docent geweest in hersenchirurgie. Zulke mensen spelen eerder met hun beroep en hun geloofwaardigheid, wanneer ze met zulke ervaringen aankomen. Ook uw zin “Moet ik in aanbidding neervallen”? Ik kan met mensen als u niet overweg.
Als je het boek niet kent, er zijn ook boeiende beeld-luisterverslagen, onderstaande nog-wel van-skepp
Als je flink je kop stoot kun je al in Beethoven veranderen, dus waarom zou een ‘hemelse’ ervaring in dit geval niet mogelijk zijn. Lijkt me dan wel gewoon een hersenbeschadiging. Wel wonderlijk trouwens, die hersenen. Zie:
http://www.newappsblog.com/2012/11/four-people-who-gained-superhuman-abilities-from-brain-injuries-or-missing-senses.html
Een dergelijke beknopte mening ben ik niet van je gewend Lucas.
Ik zal het trouwens eens uitproberen, even flink mijn kop stoten,
en dan kijken of ik de 5de van Beethoven kan spelen. Lijkt me inderdaad “stoer”.
@ Theo
skeptiko.com van Alex Tsakiris is geen skeptische site, zo te zien een pseudoskeptische. Overigens krijgt men uit dat interview de indruk dat het hele verschijnsel BDE hem, Eben Alexander, volslagen onbekend was voordat het hem in 2008 zelf overkwam. Beetje raar voor een neurochirurg.
@ Steven
Wat is HADD ?
Hyperactive agency detection device.
Mew. Atsou-Pier, een Hadd is een op hol geslagen functie van het menselijk brein: en wel een hele specifieke functie, namelijk die om attent te zijn op levende wezens. Volgens de evolutionair psychologen hebben wij een dergelijke functie nodig, want het is belangrijk om de aanwezigheid van levende wezens op te merken. Immers, sommige mensen en dieren zijn gevaarlijk? Als nu deze functie zeer goed werkt, dan vermoedt u dat er levende wezens aanwezig zijn, ook als deze er helemaal niet zijn. Ja, zo goed werkt deze functie dan, dat u het gevoel bekruipt dat er onzichtbare wezens zijn (goden of God).
Lucas,
feit is dat jij het ook niet weet.
Dat is één zin.
@Atsou-Pier,
Alexander schrijft in zijn boek dat hij wel van BDE’s had gehoord, dat hij ook wel patiënten had gehad die hem over hun ervaringen vertelden, maar dat hij het flauwekul vond, tot hij er zelf één kreeg.
En inderdaad, HADD is het hyperactive agency detecting device, een hypothetisch vermogen van de mens om in bepaalde omstandigheden een actor (dier, medemens, bovennatuurlijke entiteit) aanwezig of handelend te vermoeden. HADD werkt vaak samen met ToM (Theory of Mind). Zo kan iemand die in het donker in het bos loopt door het ritselen van bladeren het idee krijgen dat iets of iemand hem volgt (HADD), met wellicht het idee om hem aan te vallen of te beroven (ToM).
@A. Atsou-Pier,
Even een paar opmerkingen mijnerzijds.
Tsja, als u met een evidentialistisch uitgangspunt begint – er moeten goede redenen zijn voordat we iets rationeel kunnen aannemen – dan houdt het op. Zoals gezegd, ik ga ervan uit dat Alexander oprecht is, totdat het tegendeel blijkt. Als we iedere schrijver die een boek schrijft direct van financiële motieven moeten verdenken, dan houdt het op. Overigens is het boek verre van New Age-literatuur en gaat het daar ook helemaal niet mee in discussie. Alexander schrijft in zijn boek zich nooit in BDE’s te hebben geïnteresseerd, en zich pas na zijn eigen ervaring in is gaan verdiepen, maar ook pas nadat vrienden en artsen hem hadden aangeraden om zijn ervaringen op te schrijven (m.a.w. Alexander beweert zelf dat zijn verwoording niet beïnvloed is door BDE-literatuur die hij gelezen heeft).
Waarom kunnen we er niet gewoon vanuit gaan dat klopt wat die mensen zeggen? Waarom moet er met een soort van argwaan een just-so-story verzonnen worden om een eventueel mysterie te ontmaskeren?
Ik wil niet impliceren dat BDE’ers hun bezittingen wegdoen, hun huis verkopen en in een doos op straat gaan leven of zo. Dat is natuurlijk onzin. Het punt is dat ze niet langer hechten aan bezittingen en geld. Ik heb mensen meegemaakt die een andere baan hebben gezocht, omdat ze zich in hun huidige baan niet langer op hun plek voelden na de ervaring. De mensen waar ik mee gesproken hebben, voelden zich in deze wereld niet langer thuis. (Ik heb geen reden om daar andere motieven achter te gaan zoeken.)
Het is bij psychoses, hallucinaties, etc. natuurlijker om te gaan denken dat daar lichamelijke of oorzaken een rol spelen, omdat deze fenomenen ook daadwerkelijk opgewekt kunnen worden, bijv. door drugs. Er is wel geclaimd dat ook een BDE met drugs opgewekt kan worden, maar telkens weer is vastgesteld dat er wellicht gelijkenissen zijn (lichtverschijnselen, tunnels, etc.) maar dat het gevoel en de heftigheid bij een werkelijke BDE volstrekt anders is dan bij drugs-geïnduceerde ervaringen. Er zijn overigens wel normale medische verklaringen voor het fenomeen geopperd, maar die verklaringen komen in mijn optiek niet boven het niveau van just-so-stories uit. Ik zeg niet dat BDE’ervaringen géén lichamelijke oorzaak hebben, ik sluit dat niet uit, maar voor alle natuurlijke verklaringen die sceptici opperen, zijn er artsen die het tegendeel beweren. Ik krijg soms het idee dat sceptici bijna bang zijn voor BDE’s en zich daarom vastklampen aan natuurlijke verklaringen, ook als die gewoon niet getoetst zijn.
Wetenschappelijk gezien is er ook geen aanleiding om aan te nemen dat het bewustzijn door de hersenen gegenereerd wordt. Weliswaar is er een correlatie tussen hersenfenomenen en bewustzijnservaringen, maar de hypothese van de hersenen als radio-ontvanger van bewustzijn is daar ook prima mee te vereenzelvigen. De filosoof Thomas Nagel geeft overigens in zijn boek Mind & Cosmos een uitgebreid pleidooi waarom dualisme weliswaar niet langer welkom is binnen filosofische en medische kringen, maar dat er geen enkel valide alternatief voorhanden is. Nagel is uiterst kritisch jegens het geloof dat de hersenen bewustzijn genereren. Juist als atheïst maakt hem dat zeer onrustig. Hij verwerpt dualisme maar ziet geen goed alternatief (geeft hij expliciet in zijn boek toe). Een Cartesiaans (substantie)dualisme is m.i. niet goed houdbaar, juist vanwege de problemen met de interactie tussen geest en materie, maar ik merk wel dat reductionistische verklaringen op steeds meer problemen stuiten, die Nagel goed benoemt.
Wat Alexander beschrijft, is een pendant van de negatieve theologie. Als u zo kritisch bent op Alexander zou u dat ook op het christelijk geloof moeten zijn. Het staat u overigens vrij om van de belevenissen van Alexander kennis te nemen of niet. Net als de tv een aan-en-uitknop heeft, zo staat het ook u vrij om het boek al dan niet te lezen.
Ik heb me overigens kritisch uitgelaten over de discrepantie die ik zie tussen de titel van het boek en de inhoud. Naar mijn smaak wekt de titel een verwachting die de inhoud niet waarmaakt. Ook zou ik liever hebben gezien dat Alexander zich kritischer had opgesteld ten aanzien van zijn eigen ervaring, en met eventuele tegenargumenten of tegenverklaringen in debat te gaan. Ik vind het boek te Amerikaans, teveel een tranentrekkend, sentimenteel geheel, in plaats van een doorwrochte analyse zoals de titel suggereert. Ik ben niet kritisch op Alexanders ervaring of zijn verwoording daarvan. Ik ga ervan uit dat hij dat zo ervaren heeft, ik neem dat als een gegeven aan, en ik blijf agnostisch ten aanzien van de verklaring van die ervaring. Ik sluit daarbij niet uit dat Alexander inderdaad werkelijk een geestelijke reis heeft gemaakt, dus dat waar is wat hij schrijft.
Dat punt 1 wat Taede vermeld, snapte ik ook meteen al niet,
waarom zou Eben er een commercieel belang bij hebben, een boek bij elkaar te fantaseren, volgens mij zat die man niet in geldnood. En u weet ook wel mev. Atsou dat succes net zo is verzekerd als je met een zeer rationeel/reductionistisch hersenboek komt zoals Swaab, werd tevens een bestseller. (Je kunt je dus afvragen of wat u noemt new age wel zo goed verkoopt.) Ik vindt argwaan nogal vreemd naar mensen die uit een zeer levensbedreigende situatie zijn gekomen. Of is dit een irrationele aanname van mij?
@ Taede Smedes
Het kan zijn dat ik een evidentialiste ben qui s’ignore, maar de E Wiki snap ik niet en Filosofie voor dummies is uitgeleend in de bibliotheek. Dat laat ik dus even zitten.
“De mensen waar ik mee gesproken hebben, voelden zich in deze wereld niet langer thuis.”
Dat is nogal wat. (Ik voel mij in deze wereld ook al jaren niet meer thuis, maar dat ligt meer aan de politiek).
Dit is een volstrekt begrijpelijke reactie. Het zal niet meevallen het ene moment op koffievisite bij God te gaan, en het volgende moment weer gewoon de vuilniszak buiten te moeten zetten.
Maar wat nu indien zij niet zelf op het idee van die goddelijke koffievisite waren gekomen, of erover hadden gelezen of gehoord, en de neurochirurg had hen na hun ontwaken uitgelegd dat er bij een coma van alles gebeurt met de hersenen ? Dan hadden zij zich wellicht wel weer thuis gevoeld in de wereld.
Pim van Lommel en anderen spreken over echtscheidingen (en problemen op de werkvloer) nadat een van de partijen een BDE inclusief hemelbezoek had meegemaakt. Dat verbaast mij niets, de relatie wordt in zo’n geval wel erg ongelijkwaardig, nietwaar ?
“Alexander schrijft in zijn boek dat hij wel van BDE’s had gehoord, dat hij ook wel patiënten had gehad die hem over hun ervaringen vertelden, maar dat hij het flauwekul vond, tot hij er zelf één kreeg.”
Wat is dit in vredesnaam voor een neurochirurg ? Eerst zegt hij tegen zijn patiënten dat ze flauwekul vertellen, en nadat hij het zelf heeft meemaakt vertelt hij zijn patiënten dat ze echt in de hemel zijn geweest ???
Mocht ik zelf in coma raken, dan zal ik dat bij voorkeur in de omgeving van Gerrie Woerlee doen ; dan weet ik tenminste zeker dat ik bij mijn eventuele ontwaken niet met andermans religie zal worden lastig gevallen.
“Het is bij psychoses, hallucinaties, etc. natuurlijker om te gaan denken dat daar lichamelijke of oorzaken een rol spelen, omdat deze fenomenen ook daadwerkelijk opgewekt kunnen worden, bijv. door drugs. Er is wel geclaimd dat ook een BDE met drugs opgewekt kan worden, maar telkens weer is vastgesteld dat er wellicht gelijkenissen zijn (lichtverschijnselen, tunnels, etc.) maar dat het gevoel en de heftigheid bij een werkelijke BDE volstrekt anders is dan bij drugs-geïnduceerde ervaringen.”
Sam Harris (waar ik geen liefhebber van ben) wijst in een van zijn artikelen op de parallellen tussen de beschrijvingen van BDE’s en de effecten van een bepaalde drug. Er zijn ook eerdere verhalen van drugsgebruikers in de jaren 70. Of het opwekbaar zijn met drugs ergens een argument voor of tegen is weet ik zo niet. In ieder geval schijnen out of body experiences, die meestal deel uitmaken van een BDE, zonder hulpmiddelen opwekbaar te zijn, geheel natuurlijk dus. Comapatiënten krijgen van alles toegediend, weet niet meer of dat de BDE (mede) kan veroorzaken.
Blijft over het gevoel en de heftigheid van de ervaring. Onmogelijk om te controleren, en kan ook van de persoonlijke eigenschappen van betrokken afhangen. Psychosen, hallucinaties kunnen ook heel heftig zijn, zie het leed van psychiatrische patiënten.
Overigens, er zijn ook verhalen van zeer negatieve BDE’s., waar men verder niet veel over hoort. Ik wacht op een boek van iemand met een BDE die veridically in de hel geweest is (zelfs Ankh Hermes zal daar niet in geïnteresseerd zijn, vermoed ik). De conclusie zou dan moeten zijn dat de hel bestaat.
Overigens (bis), de meeste BDE-getuigenissen bevatten lang niet alle door iemand (Raymond Moody ?) opgeschreven kenmerken (Pim van Lommel, Lancet). Reden te meer om de voorkeur te geven aan medische verklaringen.
“Wat Alexander beschrijft, is een pendant van de negatieve theologie. Als u zo kritisch bent op Alexander zou u dat ook op het christelijk geloof moeten zijn.”
NEE !!!
Negatieve theologie, ik pluk een definitie van internet : Besef dat God een oneindig geheim is dat al onze begrippen en beelden te boven gaat. (ietsje overdreven, dit zou ieder geloof in God onmogelijk maken, wat evident niet het geval is).
New Age-er Alexander : ik ben zo geweldig dat ik gewoon bij God op visite kan gaan, om niet te zeggen dat er geen scheiding is tussen God en de mens, met andere woorden, ik ben zelf God. Hier ontbreekt de bescheidenheid van de mens ten opzichte van de geheel Andere, de Schepper van hemel en aarde (om van de aanbiddingswaardigheid van God nog maar niet te spreken).
Verder dient mijns inziens niet uit het oog worden verloren dat er een verschil zit in opvattingen over taal tussen christenen/atheïsten en New Age-aanhangers. Om het kort te houden, de eerste groep gebruikt taal zoals die is bedoeld, namelijk voor het uitdrukken van gedachten. Bij de tweede groep is dat meestal andersom, woorden worden door elkaar heen in verschillende betekenis gebruikt, het verschil tussen metaforen en hetgeen de metafoor moet uitdrukken verdwijnt, en nog zo het een en ander. Bij Alexander is het dus al zover dat alle woorden voor hem metaforen zijn. Dit is een van de redenen (of literaire technieken) waardoor New Age-verhalen zo geheimzinnig overkomen.
Helaas heb ik het boek niet bij de hand, maar ik zou graag eens de dubbelzinnigheden in de tekst aanstrepen (veridical is een goede graadmeter ; als hij het over God heeft, welke God bedoelt hij dan precies ?)
“Dit geeft m.i. al aan dat Alexanders boek een probleem oproept bij religieuze mensen.”
Ik zou zeggen : bij orthodoxe christenen. Niet bij de aanhangers van de religieuze beweging die we New Age noemen waarbinnen het per definitie alleen gaat om ervaren.
Dan loop je toch tegen een aantal problemen aan.
1. Het is een bekend verschijnsel dat mensen die hersenbeschadiging oplopen, daarna een sterk veranderde persoonlijkheid hebben. (Bron).
Als je nu veronderstelt dat het brein een soort radio-ontvanger van het bewustzijn is, roept dat de vraag op: wie gaf de echte Phineas Gage door? De eerste, of de tweede?
We zijn dan natuurlijk geneigd om te zeggen: ‘de eerste, want na het ongeluk was Gage z’n ‘radio’ beschadigd. Maar even los van het gegeven dat z’n hele omgeving, en ook Gage zelf, z’n gedrag ervoer als dat van een authentieke, consistente persoonlijkheid: wie kan garanderen dat de ‘radio’ van de eerdere Gage wel correct z’n bewustzijnsgolven weergaf?
2. Allerlei genetische invloeden werken in combinatie met omgevingsinvloeden in op de persoonlijkheid. Agressie bijvoorbeeld, avontuurlijkheid, of juist verlegenheid. Als je uitgaat van het radiomodel van James, dan roept dat de vraag op: zijn die factoren dan belemmeringen van de ontvangst van ons ‘werkelijke’ bewustzijn (dat dan ergens onlichamelijk in het luchtledige of een andere dimensie zweeft)?
En indien zo: kan er dan van iemand gezegd worden dat hij werkelijk zichzelf is?
Ik zet net naar een reportage te kijken of hoe boer Bert in Boer zoekt Vrouw neergezet werd. Die man praat als een echte boer. Hij is ook wat sociaal onhandig, lijkt het. Is dat nou hoe zijn bewustzijn ‘echt’ is, of is dat enkel belemmerde radio-ontvangst door het milieu waarin hij is opgegroeid?
En wat is de maatstaf aan de hand waarvan je zou kunnen beoordelen wie iemand ‘echt’ is? Als iemand routinematig heel kieskeurig is, lichtgeraakt en ongeduldig, is dat dan iemands persoonlijkheid of ligt dat dan aan de radio-ontvangst? En als iemand juist zorgzaam is, vriendelijk en geduldig? Valt er van nog van ook maar één karaktertrek te zeggen dat die tot iemands karakter behoort, en niet enkel tot de hardware? Maar als dat onderscheid eigenlijk niet te maken valt, waarom dan een onderscheid handhaven?
3. We kunnen met medicijnen aan de hersenen ‘tweaken’. Depressiviteit valt te verminderen met medicijnen, angsten kunnen geremd worden. Idem met alcohol: daar worden mensen vrolijk van, of juist prikkelbaar en agressief. Of ecxtasy, daar worden mensen knuffelig en sociaal van. Is die ecxtasy nou een manier om de ware ziel bloot te leggen (omdat we in dat metafysische zielenreservoir eigenlijk allemaal bonobo’s zijn)? En wordt de ziel nou juist beter doorgegeven door de radio te manipuleren met alcohol (bij iemand die vrolijk is); of slechter (bij iemand die ‘een gemene dronk’ heeft). Of komt gewoon ‘de ware aard’ boven, en zijn sommige mensen doorgaans vriendelijk, maar is hun ware ziel eigenlijk vals en gemeen?
4. Niet alleen mensen hebben een karakter. Ook mensapen, zoals gorilla’s en chimpansees. Lees Frans de Waal er maar op na. En varkens. En paarden. En koeien. En cavia’s. Sommigen zijn lui, anderen zijn speels, anderen avontuurlijk, en dat verandert ook nog naarmate – jawel (!) – het brein onderhavig is aan andere stofjes zoals hormonen ten gevolge van leeftijd.
Zijn de breinen van al die dieren (tot en met spinnen en neten aan toe?) dan ook ‘radio-ontvangers’ voor het ware bewustzijn dat ergens in het luchtledige of die andere dimensie zweeft?
En hoe ontstaat zo’n bewustzijn dan, op het moment dat er een nieuw diertje met een brein geboren wordt? Of was het er altijd al, en wacht het gewoon z’n beurt af totdat het zich aan een brein kan helpen om z’n ontvangst door te geven? En hoe werkt dat dan? Is daar een soort hemelse loterij voor? En hoe wordt zo’n individueel bewustzijn eigenlijk aan een brein gekoppeld? Gaat er ook wel eens iets mis: dat het brein van een mens per ongeluk aan het brein van een stokstaardje gekoppeld raakt (en andersom)?
5. Waarmee we uitkomen op Occam’s Scheermes: voor elke hypothese geldt, dat ‘ie sterker is naarmate hij meer verklaart, en de postulatie van minder hulphypotheses vereist.
Welnu, volgens mij laat ik in 1 t/m 4 zien dat de hypothese dat het brein bewustzijn genereert meer verklaart en aanzienlijk minder hulphypotheses behoeft dan de hypothese dat het brein een soort van ‘radio-ontvanger’ is, die het bewustzijn doorgeeft.
Het ”scheermes’ van Willem van Ockham is waarschijnlijk de enige filosofische opvatting van een franciscaner monnik dat als als een wetenschappelijke methode wordt beschouwd.
Kun je uit de conclusie dat een aantal factoren die het bewustzijn beïnvloeden dus afleiden dat bewustzijn voortkomt uit de materie, ofwel het brein? Misschien interessant om daar eens de theorie bij te onderzoeken van Stuard Hameroff. Volgens Hameroff werkt bewustzijn als een kwantumverschijnsel, bewustzijn zou zich zowel lokaal als niet lokaal bevinden, maar neemt ‘automatisch’ een lokale positie in. Zoals een deeltje in superpositie bij het meten één positie inneemt. Tegelijk zou bewustzijn, zoals bij bv. een ingrijpende gebeurtenis, een nonlokale positie kunnen innemen. Het valt daarbij moeilijk te constateren wanneer een bijna dood ervaring intreedt, buiten het hersengebeuren, of tijdens wederopwekking of ontwaken. Maar men zou dan daadwerkelijk de theorie van Hameroff moeten bestuderen, kwantumverschijnselen zijn bepaalt geen makkelijke kost.
Zodra lieden die niet gespecialiseerd zijn in quantummechanica de term ‘quantumverschijnsel’ hanteren om hun zweverige filosofietjes te bolsteren, moet je bullshit-detector gaan rinkelen.
Wat is de expertise van die man: hij is anesthesioloog. Kort vraagje: hoe brengt hij mensen ‘buiten bewustzijn’? Juist ja, door in te grijpen in de biochemische processen… van het brein!
Z’n website heet http://www.quantumconsciousness.org/
Zweverige new age holklap. ‘Nuff said.
Even een vraagje, Tjerk. Ben jij neurowetenschapper of breindeskundige? Of kenner van ME filosofie? Zodra iemand zulke lange teksten schrijft over hersenen, bewustzijn en beroemde scheermessen, vraag ik me af of je daar echt verstand van hebt of dat je een filosofietje aan het bolsteren bent. Overigens vond ik je verhaal wel plausibel klinken, hoor, maar ja: ik heb er dan ook geen verstand van. Van quantumdingen ook niet, trouwens. Jij wel?
Natuurlijk niet, Steven. Daarom haal ik er – in tegenstelling tot Stuard Hameroff – ook geen ‘quantumdingen’ bij.
Was je nog van plan op mijn argumenten in te gaan, of is dat te moeilijk voor je? Hoef je niet eens neurowetenschapper voor te zijn… Zijn gewoon common sense argumenten, namelijk.
T.Muller,
om nu te stellen, daarom haal ik er – in tegenstelling tot Stuart Hameroff – ook geen quantumdingen bij, alsof Hameroff er niks van snapt, dan moet je je toch eerst eens verdiepen in Hameroff. Het is altijd weer even makkelijk (dat merk ik overheen jaren) om iemand voor zweverige wat allemaal uit te maken, terwijl je er zelf nul van snapt, van quantumdingen of andere dingen, neurologie, hersenkunde enz. Opvallend dan juist iemand die er jaren voor heeft gestudeerd, zijn eigen ervaring niet snapt, zoals Eben. Of weet die man nu ook niks van hersenkunde volgens u?
Tjerk,
Jij zei:
“Zodra lieden die niet gespecialiseerd zijn in quantummechanica de term ‘quantumverschijnsel’ hanteren om hun zweverige filosofietjes te bolsteren, moet je bullshit-detector gaan rinkelen.”
Dat ben ik op zich met je eens. Maar je deed zelf precies hetzelfde in de post ervoor. Tenzij jij neurowetenschapper bent of kenner van de Middeleeuwse filosofie, vraag ik me af of mijn bullshitdetector niet moet gaan rinkelen na zo’n betoog over hersenen, bewustzijn en Ockham.
Nu, ik weet weinig tot niets van hersenen en bewustzijn, maar ik heb er wel het e.e.a. over gelezen, en daaruit heb ik afgeleid dat deze materie nog volop in ontwikkeling is. Als jij zegt dat jouw post gewoon van ‘common sense’ getuigt, dan denk ik dat je iets te optimistisch bent over wat er allemaal ‘common’ is aan jouw ‘sense’. De kennis hierover is bepaald nog niet uitontwikkeld, en er worden verschillende posities verdedigd mbt brein en bewustzijn. Dat maakt een beroep op Ockhams scheermes bij voorbaat riskant, omdat het nog helemaal niet duidelijk is of de hypothese dat bewustzijn wordt geproduceerd door het brein evenveel verklaart als andere hypothesen.
Bovendien is het niet alleen een kwestie van feitenkennis, maar ook van filosofie en helder redeneren. Daar heb ik dan wel een beetje verstand van. In jouw post gebruik je bijv. de begrippen ‘bewustzijn’ en ‘persoonlijkheid’ (en ook nog ‘karakter’ en ‘ziel’) door elkaar heen. Jouw hele betoog rust in feite op de aanname dat ‘bewustzijn’ en ‘persoonlijkheid/karakter’ hetzelfde betekenen.
Maar die twee begrippen zijn niet hetzelfde. ‘Bewustzijn’ zou ik zien als ons vermogen om onszelf gewaar te worden, op onszelf te reflecteren, e.d. ‘Persoonlijkheid’ en ‘karakter’, dat is wat anders. De definitie ervan is nog niet zo eenvoudig, overigens. Maar laten we zeggen: eigenheid, datgene wat jou maakt tot wie je bent.
Dan zie je al snel dat je die begrippen niet zomaar door elkaar heen kunt gebruiken. Iemand met een hersenbeschadiging zal een andere persoonlijkheid hebben dan voorheen. Maar hij/zij zal zich nog steeds bewust kunnen zijn van zichzelf en van wat er in hem/haar omgaat.
Je hebt dus helemaal niets gezegd, voor zover ik kan zien, over de vraag of het brein een radio-ontvanger is van bewustzijn of dat bewustzijn door het brein wordt geproduceerd. Je hebt veel gezegd over persoonlijkheid en karakter, maar da’s wat anders.
Let wel: intuïtief vind ik het ook een gekke gedachte dat het brein ‘bewustzijn’ zou opvangen (waar vandaan?). Het lijkt mij logischer dat dit ontstaat uit het brein (en dat het op zijn beurt ook ons brein weer beïnvloedt), maar dat is omdat ik me weinig kan voorstellen bij het alternatief van James.
Steven,
Ik heb hier een blogje (uit 2008) over James’ idee geschreven: http://tasmedes.wordpress.com/2008/07/25/william-james-o/.
Taede, dat is een interessante sprong van de verbeeldingskracht van James. Ik vermoed dat we hier de grenzen van de wetenschap bereiken.
Wel vraag ik me af wat hier nu precies bedoeld wordt met ‘bewustzijn’.
Steven,
Je zegt dat de grenzen van de wetenschap bereikt zijn. Dat is misschien zo. James claimt niet dat het idee zelf wetenschappelijk is, maar dat het compatibel is met de natuurwetenschappen. Bovendien – en dat was James’ drijfveer – is het compatibel met zijn bevindingen ten aanzien van mystiek, zoals hij die in zijn Varieties heeft uiteengezet.
Met andere woorden: de impliciete claim van zijn idee is dat het meer kan verklaren dan de reductionistische opvatting dat bewustzijn door de hersenen geproduceerd wordt. Immers, bij het reductionisme moet je ten aanzien van religieuze en mystieke ervaringen (en BDE’s) een verklaring van die verschijnselen zien te vinden op het niveau van het materiële. Dat doet vaak gekunsteld aan, en het niveau komt meestal niet hoger dan dat van andere just-so-stories. James beweert (en ik ben geneigd hem daarin gelijk te geven) dat zijn idee volledig compatibel is met de hersenwetenschappen, maar dat het bovendien recht kan doen religieuze en mystieke ervaringen.
Je moet goed bedenken dat momenteel ook een reductionistische visie op het bewustzijn (als (bij)product van hersenactiviteit) een uitgangspunt is, en geen bewezen zaak.
De filosoof Thomas Nagel legt in zijn boek de zere vinger op de kwestie dat we weliswaar correlaties tussen hersenactiviteit en vormen van bewustzijn kunnen vaststellen, maar dat dit op zich nog niets zegt – tenzij je al aanneemt dat bewustzijn een product is van de hersenen. Ik ben geneigd met met Nagel eens te zijn. Nagel opteert ervoor om bewustzijn als een basale categorie te zien – hij schrijft letterlijk dat bewustzijn in het universum net zo’n basale ontologische categorie is als ruimte-tijd en materie. Hij zegt dat hij op grond van onze huidige wetenschappelijke kennis niet anders kán dan dit accepteren, aangezien de wetenschap niet in staat blijkt te zijn bewustzijn adequaat te verklaren. Nagel schrijft in zijn boek expliciet dat hij niet weet hoe hij dat moet oplossen. Een dualisme lijkt onontkoombaar, maar ligt met name wat betreft de interactie tussen materie en geest moeilijk. Panpsychisme vindt hij heel aantrekkelijk, maar dat loopt uiteindelijk ook spaak, omdat niet duidelijk is hoe we ons moeten voorstellen dat materie zelf bewustzijn heeft. Dus uiteindelijk laat hij het antwoord open, waarbij hij vermoedt dat het op een soort emergentie-verhaal zal uitlopen, waar hij ook ontevreden over is (hij vindt dat emergentie ook gevaarlijk dualistische trekken heeft).
Let wel: bij Nagel is het geen kwestie van redden van religie, want hij is een atheïst. Het gaat hem erom dat alle claims die suggereren dat we bewustzijn kunnen verklaren gebakken lucht blijken te zijn. Hij vindt dat vooruitgang in de wetenschap geblokkeerd wordt door de obsessie met het metafysische idee dat bewustzijn voortkomt uit de hersenen.
Ik vind James’ idee aantrekkelijk omdat dit inderdaad recht blijkt te kunnen doen aan allerlei vormen van bewustzijn en bepaalde ervaringen, terwijl het volstrekt compatibel is met de wetenschap. Het lijkt uit te gaan van een bepaald dualisme (maar ook Nagel lijkt daar gezien zijn eigen argumentatie uiteindelijk ook niet aan te ontkomen). Het grote probleem is dan interactie.
Hameroff is volgens mij geen zwatelaar, wat Tjerk ook mag zeggen. Toegegeven, hij heeft speculatieve ideeën, maar heeft ook met Roger Penrose samengewerkt (sterker nog: Roger Penrose heeft zijn kwantummodel van bewustzijn ontleend aan de ideeën van Hameroff, zie ook hier: http://en.wikipedia.org/wiki/Stuart_Hameroff).
Voor zover ik kennis heb genomen van de ideeën van Hameroff, blijft hij bij zijn anesthesiologische leest door te betogen dat alle interacties in de hersenen uiteindelijk kwantumprocessen zijn, vanwege de kleinheid van de elementen. Dat is volgens hem gewoon een feit. Hij speculeert vervolgens dat bewustzijn wellicht ontstaat juist vanwege die kwantumprocessen. Hij vermoedt – voor zover ik daar kennis van heb genomen – dat het “kosmische” bewustzijn, dus die basale categorie van bewustzijn die ook Nagel accepteert – met die kwantumprocessen in de hersenen interacteert door golffuncties in de hersenen te “collapsen”. Daardoor ontstaan er in de hersenen materiële toestanden die corresponderen en correleren met dat kosmische bewustzijn.
Roger Penrose heeft in zijn tweede boek over bewustzijn vervolgens vanuit zijn eigen fysische expertise dat kwantummodel verder uitgewerkt. Hameroff en Penrose hebben daar samen artikelen over geschreven. Ik geef toe dat Hameroff wat in de New Age-wereld terecht is gekomen, maar dat is wellicht niet helemaal terecht (maar ik geef ook toe: ik blijf ook sceptisch). Hameroff is in ieder geval niet te vergelijken met Pim van Lommel die echt van kwantummechanica geen kaas had gegeten. Overigens komt Hameroffs model dicht in de buurt van dat van een andere fysicus, Henri Stapp, die ook een dergelijk interactiemodel heeft beschreven (http://en.wikipedia.org/wiki/Henry_Stapp). Er zijn dus meer fysici met dit soort vraagstukken bezig, juist omdat binnen de fysica de relatie tussen bewustzijn en materie cruciaal is, namelijk vanwege de rol van de waarnemer.
Hoe dan ook, Hameroffs model wordt door sommigen – waaronder dus Penrose – beschouwt als wellicht in staat om de interactie tussen brein en (“kosmisch”) bewustzijn, en dus het dualisme, te verklaren. Als het een plausibel model blijkt, zou James’ model aan verklaringskracht winnen.
Overigens bedoel ik hiermee niet te zeggen dat ik denk dat James’ model waar is of iets dergelijks. Ik merk echter wel dat een groeiend aantal filosofen op dit moment zich begint te roeren tegen de sterke reductionistische claims van bepaalde hersenwetenschappers. Die onvrede komt voort uit het probleem dat die hersenwetenschappers weliswaar correlaties weten aan te tonen, maar dat correlaties niet noodzakelijkerwijs ook verklaringen zijn (Nagel laat dat goed zien). Ik denk dat het in zo’n situatie gezond is om alternatieve verklaringsmodellen te hebben. James’ model is daar één van, en het is bovendien, op de kwestie van interactie tussen geest en materie na, een goede kandidaat. (Er zijn ook nog filosofen die panpsychisme verdedigen, dus dat zou ook nog een potentiële kandidaat kunnen zijn.) Hoe de discussie zich verder gaat ontwikkelen, dat zal de toekomst leren.
Zeer interessant, Taede. In elk geval bevestigt het mijn vermoeden dat ik tegen Tjerk uitsprak: er is op dit terrein wel sprake van veel ‘sense’, maar het is nog te vroeg om te spreken van ‘common’ sense. Het zou kunnen dat we hier uiteindelijk in Gödel-achtige dilemma’s terechtkomen, omdat verklaringen van bewustzijn nu eenmaal alleen geleverd kunnen worden met behulp van ons bewustzijn. Dat riekt naar onvermijdelijke zelfreferentie.
[q]Dat ben ik op zich met je eens. Maar je deed zelf precies hetzelfde in de post ervoor. Tenzij jij neurowetenschapper bent of kenner van de Middeleeuwse filosofie, vraag ik me af of mijn bullshitdetector niet moet gaan rinkelen na zo’n betoog over hersenen, bewustzijn en Ockham.[q/]
Je vergelijkt nu appels met pompoenen, Steven. De voorbeelden die ik geef zijn geen obscure of tentatieve wetenschappelijke data, aangelengd met uiterst speculatieve theoretische sprongen: de door mij aangedragen feiten zijn algemeen bekend (en ik geef er de bronnen bij, dus je kunt zelf nagaan of wat ik zeg juist is, of dat ik het uit mijn duim zuig).
Je doet net alsof iemand middeleeuwse filosofie als universitair hoofdvak moet hebben gehad om te kunnen weten wat Occam’s Scheermes inhoudt, of dat iemand breindeskundige moet zijn om te weten wie Phineas Gage was en welk effect alcohol op het gedrag en bewustzijn van mensen heeft (en dat dit effect verloopt via de hersenen).
Volgens diezelfde redenatie is een technisch ingenieur die algemeen bekende informatie over het oude Babylonië of Egypte aanvoert (in een argumentatie over godsdienst bijvoorbeeld), het equivalent van Immanuel Velikovsky.
[q]Als jij zegt dat jouw post gewoon van ‘common sense’ getuigt…[[/q]
Beter lezen, Steven. Tenzij je graag met stropoppen stoeit, omdat dit zoveel makkelijker is dan een werkelijk gesprek aangaan.
Ik schreef dat mijn argumenten “common sense-argumenten” zijn. Dat wil zeggen: de feiten die ik aandraag zijn ten eerste algemeen bekend en aanvaard; en ten tweede liggen de argumenten die ik aan die feiten ontleen nogal voor de hand.
– Dat ligt bij Hameroff en Penrose over het quantumbewustzijn wel even anders; hun ideeën daaromtrent zijn om het maar zachtjes uit te drukken uiterst controversieel, en als ik het onaardig uit wil drukken: hun ideeën over quantumbewustzijn worden wetenschappelijk nauwelijks serieus genomen (maar dat vertelt Taede er dan weer niet bij). –
Iedereen die die tien minuutjes nadenkt over de these dat de hersenen een soort van radio-ontvanger zijn, die het bewustzijn ontvangen, zou dezelfde contra-argumenten kunnen bedenken. En ik begrijp dus niet zo goed dat een intelligente kerel als Taede daar zelf niet op komt. Sterker nog, als geoefend godsdienstfilosoof zou hij die argumenten ongetwijfeld zonder veel moeite nog kunnen verfijnen en aanscherpen. Maar daar kiest hij blijkbaar niet voor (rara, waarom zou dat nou toch zijn?)
Wat ik hierboven beweer over de invloed van breinfuncties op de persoonlijkheid en het bewustzijn is zelfs zo algemeen bekend en aanvaard, dat William James zelf in 1897 reeds erkent dat het in zijn tijd al zozeer common knowledge is, dat medische studenten en leken het algemeen aanvaarden, en dat internationaal erkende autoriteiten het propageren. De onderkenning ervan vormt zelfs het uitgangspunt voor James’ eigen betoog.
Dat wil nog niet zeggen dat de argumenten die ik aanvoer persé leiden tot een juiste conclusie (dat beweer ik ook helemaal niet). Maar wel, dat ze van een totaal andere orde zijn dan de speculatieve theorieën van Stuart Hameroff.
[q]In jouw post gebruik je bijv. de begrippen ‘bewustzijn’ en ‘persoonlijkheid’ (en ook nog ‘karakter’ en ‘ziel’) door elkaar heen. Jouw hele betoog rust in feite op de aanname dat ‘bewustzijn’ en ‘persoonlijkheid/karakter’ hetzelfde betekenen.[/q]
(a) Nee, mijn betoog rust op de aanname dat ‘bewustzijn’ en ‘persoonlijkheid/karakter’ niet los van elkaar vallen te denken en voortdurend op elkaar ingrijpen. Tenzij je ‘bewustzijn’ louter cognitief wil opvatten, alsof ‘bewustzijn’ niet ook ‘beleving’ en ‘ervaring’ inhouden, en alsof die niet continue gevormd worden door en vormend zijn voor de persoonlijkheid.
(b) Stel je een man voor die een alcoholische versnapering drinkt aan een bar. Hij is in gedachten verzonken, of juist zeer bewust van zijn omgeving – afhankelijk van zijn persoonlijkheid. Hij is op de versiertoer, of zit verlegen om een praatje, of wil juist met rust gelaten worden – afhankelijk van zijn persoonlijkheid. Zelfs hoe hij zijn omgeving gewaar wordt en bewust is, is afhankelijk van zijn persoonlijkheid. Zijn individuele karakter vormt en kleurt voortdurend de ervaringen (en de interpretaties daarvan) waarmee zijn bewustzijn zich vult.
Dus volgens mij is het volstrekt gerechtvaardigd dat ik die zaken in één ruk doortrek, zoals William James dat trouwens zelf ook onbekommerd doet (daarover hieronder méér).
(c) Daarnaast blijven de meeste van de door mij aangevoerde argumenten van kracht, ook als je er ‘bewustzijn’ invult ipv ‘karakter’ of ‘persoonlijkheid’.
Neem mijn vierde punt. Dat valt eenvoudig te converteren naar: zo hebben dieren een bewustzijn. Zelfs schaaldieren en insecten hebben dat. Als hun bewustzijn niet door hun zenuwstelsel wordt gegenereerd (hetgeen volgens mij nogal voor de hand ligt, en de eenvoudigste verklaring biedt voor hun gedrag en voor het functioneren van dat zenuwstelsel), dan roept dat de vraag op hoe al die individuele bewustzijns die zenuwstelsels weten te vinden, hoe ze daarmee (in het etherische?) communiceren, hoe het kan dat het bewustzijn nooit ‘verkeerd verbonden’ raakt, etcetera, etcetera.
(d) William James onderscheidt zelf het bewustzijn evenmin van de persoonlijkheid (en aangezien ik tegen zijn stellingname argumenteer, ben ik dus gerechtvaardigd om de twee als nagenoeg uitwisselbare begrippen te hanteren, lijkt me).
In zijn Ingersoll Lecture van 1897 (“Human Immortality: Two Supposed Objections to the Doctrine“), en het voorwoord op de tweede druk 1898, gebruikt hij in het voorbijgaan de volgende synoniemen voor het bewustzijn, respectievelijk haar aardse manifestatie:
– “our finite personality here below”
– “a mental life”
– “the personal life”
– “the mental world”
– “the transcendent self”
– “the larger self of memories of our earthly passage”
– “our personal identity”
– “our spiritual life”
– “our inner life”
– “the soul”
– “our soul’s life (as here below it is revealed to us)”
En over hoe het functioneren van verschillende delen van het brein correspondeert met verschillende functies van het zieleleven, schrijft James onder meer:
Waarom zou hij de behoefte voelen dit aan te stippen? Dat lijkt mij alleen relevant indien James onder ‘bewustzijn’ ook het gevoelsleven en de persoonlijkheid verstaat. Merk op dat hij in één beweging overstapt van die delen van het brein die verantwoordelijk zijn voor het functioneren van abstracte gedachtenprocessen naar die delen van het brein die verantwoordelijk zijn voor het functioneren van het gevoelsleven, en waar bepaald wordt “of iemand een harteloze bruut of misdadiger zal zijn, een labiele sentimentalist, of een karakter dat in contact staat met z’n gevoelens, en desondanks evenwichtig.”
Mijn argumentatie heeft volgens mij – ook in z’n huidige vorm – dus zeer wel betrekking op het model dat James voorstaat.
(voorgaande reactie nog niet gelezen)
Ik ben niet onder de indruk van het artikel van William James, hoe geleerd het allemaal moge klinken. De vergelijking met glas klopt niet. Glas geeft licht door maar produceert het niet. Het bewustzijn zou dan zowel zaken produceren (gedachten) als doorgeven (bewustzijn). Of hij bedoelt dat het bewustzijn alleen een doorgevende functie zou hebben, dan komen mijn gedachten dus uit een soort bewustzijnsveld.
Het lijkt mij allemaal nogal gezocht. En speculatief, ik zie geen andere aanwijzing voor de transmissie-these dan een aantal zgn paranormale verschijnselen waar hij geen verklaring voor heeft. Het zij hem vergeven, het artikel dateert van 1898.
Hij switcht ook nogal heen en weer tussen gedachten, geest (mind), geest (spirit), ziel, het zelf en bewustzijn, daar wordt het stuk niet duidelijker van.
Qua onsterfelijkheid werd mij overigens niet duidelijk wat ik ermee op schiet.
Conclusie (voor zover ik het stuk heb begrepen) : typisch New Age, gnostiek verpakt in wetenschappelijk aandoende termen. Kan zo op de plank Esoterie bij Selexys.
Tjerk Muller, ik snapte ook niet wat het bewustzijn met karakter te maken had. En het karakter van dieren, dat ging mij helemaal te ver. Een kat die mij krabt kan ik wel vals noemen, maar dat slaat toch nergens op ? Dat is gewoon bij wijze van spreken.
Tjerk,
“Volgens diezelfde redenatie is een technisch ingenieur die algemeen bekende informatie over het oude Babylonië of Egypte aanvoert (in een argumentatie over godsdienst bijvoorbeeld), het equivalent van Immanuel Velikovsky”.
Dat is in mijn ervaring dan ook heel vaak het geval. “Algemeen bekende informatie” is doorgaans die informatie die in kranten of populaire tijdschriften heeft gestaan. Die is, zodra het gaat over zaken die iets verder van journalisten afstaan, meestal notoir onbetrouwbaar.
Kortom, ik ben niet onder de indruk van zgn. “common sense” argumenten, als je daarmee bedoel dat het “algemeen aanvaarde” argumenten zijn. Wat algemeen aanvaard is, is dat meestal omdat mensen iets willen geloven of omdat ze niet beter weten. Niet omdat ze er echt verstand van hebben.
Ik heb geen verstand van breinzaken. Wat je schreef, leek mij plausibel, maar aangezien jij noch ik er veel verstand van hebben, is dat weinig waard.
Voor het overige constateer ik dat je spreekt over de “aanname” dat bewustzijn en persoonlijkheid nauw met elkaar verbonden zijn. Ik wil dat graag met jou aannemen, maar ik weet er hoegenaamd niets van. In elk geval: een veranderde persoonlijkheid (door een hersenbeschadiging) hoeft niet te betekenen dat het bewustzijn net zo verandert. Ze zullen elkaar beïnvloeden, maar dat betekent nog niet dat ze samenvallen. En daar ging het om, volgens mij. Los daarvan: een beschadigde radio-ontvanger zal signalen vervormd doorgeven, maar dat betekent niet dat de signalen geproduceerd worden door de ontvanger.
Let wel: ik ben hier slechts aan het proberen wat gezond verstand los te laten op je redenering. Ik ben het met je conclusie aardig eens, maar dat is op basis van intuïtie, niet omdat ik je redenering nou zo sterk vind.
Steven (& Tjerk),
Ik heb momenteel even weinig tijd om te reageren, vandaar even kort. Steven schrijft:
Juist. Het zou best eens zo kunnen zijn – een hypothese – dat wat wij persoonlijkheid noemen komt door de interactie van bewustzijn en hersenen. Onze persoonlijkheid zetelt niet in het bewustzijn (dat laat Marc Slors in zijn boek al prachtig zien), maar is een samenspel van bewuste en onbewuste factoren die samen een min of meer coherent beeld van iemand laten zien, dat we “persoonlijkheid” noemen. Het zou dus best eens zo kunnen zijn dat persoonlijkheid, identiteit, “ik” etc. allemaal ontstaan inderdaad vanuit de hersenen, maar dan wel in samenspel met bewustzijn. Net zoals het karakter van het geluid van een stereo-set wordt bepaald door de hardware (boxen, versterker, etc.) en niet door het radiosignaal, zo constitueren de hersenen (in samenwerking met het lichaam en uiteindelijk ook in interactie met de omgeving, etc.) de persoonlijkheid van iemand, zonder dat dit iets zegt over de herkomst of aard van het bewustzijn. Dat is er gewoon en wordt gefilterd doorgegeven via de hersenen. De lichamelijke factor is dus uiterst belangrijk, dat zou James bijvoorbeeld direct erkennen (uit eigen ervaring met bepaalde geestverruimende middelen, etc.), wat dus ook geldt voor drugsgebruik, alcohol, hersenbeschadiging, etc. Al die zaken beïnvloeden dus niet het bewustzijn, dat is er gewoon, maar wel hoe het bewustzijn door de hersenen wordt doorgegeven, wat wij (als buitenstaander) ervan zien, en hoe de persoon zelf het wellicht ervaart.
Taede: ‘Al die zaken beïnvloeden dus niet het bewustzijn, dat is er gewoon,…….’
Een stapje verder: dan zou het best eens kunnen zijn dat al die uitingsvormen van bewustzijn van ons, van de dieren, van de planten en van alles wat er is -elk op z’n eigen wijze- , samen het Grote Bewustzijn is. Dan zou het best kunnen zijn dat wij allemaal en met alles wat er is, verbonden zijn in en door dat Grote Bewustzijn…..
@A. Atsou-Pier; is het u nooit opgevallen dat sommige katten aanhalig zijn, en anderen niks van mensen moeten hebben? Dat sommige katten graag binnen zitten, en anderen de hele dag (en soms ook de hele nacht) de hort op zijn? Dat sommige katten bang zijn voor vreemden, en anderen iedereen begroeten? Dat sommige katten goed op kunnen schieten met een andere kat in huis, en anderen continu ruzie maken met een andere kat in huis? Dat sommige katten lui zijn, en anderen juist veel activiteit nodig hebben?
Ik zou dat omschrijven als karaktertrekken. U niet?
@ Tjerk Muller
Nee. Nou ja, in de praktijk natuurlijk wel, maar karaktertrekken horen bij een “ik” en het is maar de vraag of een kat een “ik” heeft. Het gaat hier toch gewoon om het projecteren van menselijke eigenschappen op dieren ?
Alle voorgaande schrijvers, mijn dank. Zeer verhelderend. Even een paar kanttekeningen: de titel is, lijkt mij, duidelijk ingegeven door de uitgever. Wie zou nou een boek kopen met een titel als bijvoorbeeld: “A crack in the neuro-surgeon’s armour”. Daar moet je je dus overheen zetten. De kern van het boek is, lijkt mij, dat een puur reductionistisch denkend mens iets ervaart waarvan hij weet dat dat helemaal niet kàn – gezien zijn conditie. En hij is in de bijzondere positie dat hij dat als weinig anderen kan beoordelen. Het gevaar bestaat dat men zich doodstaart op de validiteit van een BDE, daarbij waar het werkelijk om gaat uit het oog verliezend. Wellicht zou het ook beter zijn te praten over een OBE (Out of Body Experience). Alexander is zozeer geraakt door die ervaring dat hij twee basis ideeen een bredere bekendheid wil geven: dat bewustzijn buiten het lichaam een realiteit is, en dat er een niet materiele wereld in en om ons heen bestaat. Een wereld met heel andere eigenschappen, bv. “tijdloos” en “ogenblikkelijke overdracht van informatie” – en ja, inderdaad, vervuld van “Love”. Vandaar, denk ik, dat hij accord gaat met die titel, maar dat is hem niet euvel te duiden. Ik denk niet dat geld daarbij een rol speelt. Eén manier om te reageren op dit boek is te kibbelen over de vraag “Maar hoe werkt dat dan”. De voorgaande discussie is daar een verhelderrend voorbeeld van. Een andere manier van reageren zou kunnen zijn om bij jezelf na te gaan wat de mogelijke consequenties zijn van dat externe (“kosmische”) bewustzijn voor jezelf, en de realitieit van die “andere wereld”. (We zouden eigenlijk een gemeenschappelijke terminologie moeten opzetten, zodat we weten wat we bedoelen). Ik merk voor mezelf dat ik me moet herorienteren op een groot aantal vragen, bv. wat is mijn relatie tot mijn naaste(n) als we allemaal verschijningsvormen zijn van dat Kosmisch Bewustzijn? In hoeverre wordt mijn dagelijks handelen (mede) bepaald door invloeden vanuit dat Kosmisch Bewustzijn? “Don’t judge” – er is meer gaande dan wat je kan overzien. Ideeën over Hemel en Hel, en Karma moeten allemaal op de schop – om nog maar te zwijgen over het idee “God”. En meer van zulke dingen. Allemaal heel persoonlijke zaken – en dat is, lijkt mij, de sterke kant van dit zeer persoonlijke boek: het doet een beroep op je om kritisch te kijken naar jezelf. Ik kijk uit naar zijn tweede boek dat mogelijk in maart verschijnt en waarbij, hoop ik, hij wat meer laat zien over zijn verkregen inzichten/kennis.
Lex
Dear Mr. Smedes,
I was disappointed that you did no see through the admittedly very commercial quality of the cover of “Proof of Heaven”. In addition, the title does NOT suggest that it is offering proof of NDEs – you made that up. But once you get beyond the cover I think Alexander gives a very honest and detailed account of his personal experience. If you are looking for “solid arguments” (can arguments ever be solid?), then the nature of this experience with a practically destroyed cortex is at least a strong indication of him experiencing that other realm. As such that realm is nothing new – mystics have known about it for ages. But rarely – if ever – was it experienced under such “impossible” circumstances. In short, I found your short book review shallow. The long version was much better although you still miss the point that this was not intended as a scientific treatise but as a very personal report, including the not totally irrelevant family stories.
Respectfully,
A.G.Voorhoeve, Seattle
Beste mensen, kijk eens naar het boek ” blik in het hiernamaals” wat volledig aansluit op de ervaring van dr. Ebeb Alexander