Cees Zweistra is filosoof en docent rechtstheorie aan de Erasmus Universiteit. Waarheidszoekers is zijn tweede boek, dat amper een jaar na Verkeerd verbonden verschijnt. Het is een lijvige en filosofische studie over complotdenken. En dus bijzonder actueel. Toch kan de titel iemand op het verkeerde spoor zetten. Die suggereert dat complotdenkers waarheidszoekers zijn. Zweistra beargumenteert in dit boek echter dat hedendaagse complotdenkers echter precies het tegenovergestelde zijn van waarheidszoekers.
Klassiek complotdenken
Klassieke complotdenkers – denk aan mensen die menen dat 9/11 een ‘inside job’ was van de Amerikanen, of denk aan theorieën dat in Area 51 de Amerikaanse overheid neergestorte ufo’s inclusief lijken van buitenaardsen bestudeert – zijn op zoek naar een waarheid die bewust verborgen wordt gehouden en die de verklaring is van de absurditeit van de werkelijkheid die ze waarnemen.
Het zijn vaak underdogs of sociale losers die zich aan klassiek complotdenken overgeven, als daad van verzet tegen de ongerechtigheid die ze voelen, maar ook als een zingevingsmechanisme. Over klassiek complotdenken valt uiteraard veel lelijks te zeggen, en dat doet Zweistra ook, maar hij erkent ook dat overheden vaak echt onwelgevallige zaken bewust onder de tafel houden. Als zodanig zijn klassieke complotdenkers tot op zekere hoogte nuttig in een democratie, omdat ze de wetgevende macht wakker houden. Denk bijvoorbeeld aan de Toeslagenaffaire, die ook als een soort complottheorie begon.
Hedendaags complotdenken
Anders is het gesteld met hedendaags complotdenken – denk aan Trump, QAnon, Lange Frans, Baudet en de ‘antivaxx-wappies’. Zij zijn niet op zoek naar een achterliggende, verborgen waarheid die de absurditeit van de wereld verklaart of ongedaan zal maken. Nee, zij maken gebruik van de hedendaagse technologie om een eigen waarheid uit te vinden, ‘te verzinnen’ zegt Zweistra, losgezongen van de échte wereld, louter en alleen om de macht van het individu verder te vergroten.
Hedendaagse complotdenkers leven in de absurditeit, gaan kritiek uit de weg en grossieren online in monologen. Het zijn vooral mensen die al gewend zijn in een eigen bubbel te leven – voetballers, BN’ers, influencers, vloggers – die de absurditeit van bepaalde claims over netwerken van pedofielen en kinderlijkjes in Bodegraven omarmen en accepteren. Het zijn dus geen waarheidszoekers. Ze hebben hun eigen waarheid al gevonden.
Caligulisme
Hedendaagse complotdenken heeft geen nut voor onze samenleving. Sterker nog, volgens Zweistra is het uiterst schadelijk. Het ondermijnt de rechtsstaat en bedreigt de samenhang van de samenleving als geheel. Zweistra noemt hedendaagse complotdenkers ‘caligulisten’, naar Camus’ typering van Caligula als een gewetenloos genotzuchtige, gevaarlijke en egoïstische maniak.
Caligulisme wil een nieuwe werkelijkheid scheppen die volledig draait om de macht van het individu en die niets met de realiteit te maken heeft. Het is als zodanig een totalitaire beweging en dus inherent gewelddadig. Want beheersing en controle worden ingezet ten koste van de werkelijkheid en dus ook ten koste van de ander.
Consumentenproduct
Hedendaagse complotdenken is een vorm van ‘tribaal neoliberalisme’. Het maakt gebruik van de moderne technologie, met name van sociale media, om de macht van het individu te vergroten. En daar komt een andere kant van het boek naar voren. Want waar het boek begint als een studie naar complotdenken, ontspoort het als een felle kritiek van de hedendaagse technologie van Silicon Valley, die mens en wereld als een commodity ziet, als consumentenproduct.
‘Waar dingen ons verbinden met onze omgeving, stellen apparaten ons in staat tot mateloos consumeren. Een ding helpt ons om te wonen in de wereld, een apparaat brengt ons de absurditeit’, schrijft Zweistra (294). Technologie vervreemdt ons van de realiteit. We raken er ‘thuisloos’ van, gevangen in het absurde. Zweistra’s beschouwingen over ‘thuis’ en ‘wonen’ worden omrand door een sterk nostalgisch of zelfs melancholisch aura. Alsof vroeger alles beter was.
Heidegger
Zweistra haalt op talloze plaatsen Heidegger aan. En als je Zweistra hoort oreren over wonen als ‘de mogelijkheid om tussen mensen, de dieren en de dingen te leven’ (282), dan hóór je als het ware Heidegger en zie je Zweistra bijna gebroederlijk naast de Teutoonse filosoof wandelen door de volle bossen van Heideggers geliefde Zwarte Woud.
Dat Heidegger zelf een complotdenker was die, geïnspireerd door de Protocollen van Sion, geloofde in een wereldwijde joodse samenzwering, zoals uit zijn Zware Schriften naar voren komt, blijft bij Zweistra onbesproken.
Waar technologie staat voor mateloosheid, daar wil Zweistra terug naar een werkelijkheid waarin we ‘de kans hebben om ons betekenisvol te kunnen invoegen in het geheel van de wereld’ (286). Wonen heeft volgens hem zowel een actieve component (in het maken of vervaardigen van dingen als tafels en stoelen), maar het accent ligt bij Zweistra toch wel op het passieve van het wonen als het ‘in staat zijn onze omgeving zichzelf te laten zijn; wanneer we die vrijlaten en niet in onze macht proberen te brengen’ (289).
Constructivisme
Er is veel in Waarheidszoekers te vinden dat het boek de moeite waard maakt, als je maar kritisch blijft lezen. Zweistras analyse van het hedendaagse complotdenken als caligulisme, de manier waarop het gebruik maakt van sociale media en de relatie tot het absurde – al die beschrijvingen zetten aan het denken. Er zit zeker een kern van waarheid in wat Zweistra schrijft.
Maar toch blijft het boek als geheel teveel hangen in een constructivisme: hapsnap worden voorbeelden van hedendaags complotdenken genoemd, maar nergens geeft Zweistra ook echt een reconstructie van daadwerkelijke complotten. Daardoor lijkt het alsof Zweistra een stroman optuigt om die vervolgens met Heidegger als vlegel ervan langs te geven. Bovendien is het idee dat hedendaagse complotdenkers totaal niet geïnteresseerd zijn in de waarheid en hun eigen waarheid verzinnen niet plausibel. Zo goedgelovig als Zweistra mensen voorstelt, is simpelweg niet geloofwaardig.
Ik kan me uiteindelijk ook niet helemaal aan de indruk onttrekken dat het boek als puntje bij paaltje komt helemaal niet gaat om complotdenken, maar uiteindelijk draait om een vlammende maatschappij- en vooral technologiekritiek. Bij vlagen lijkt het hedendaagse complotdenken te worden gebruikt om de werkelijke vijand – het ‘tribale neoliberalisme’ en de invloed van Big Tech – te kunnen ontluisteren. Want in hoeverre zijn hedendaagse complotdenkers werkelijk de slechteriken? Zijn ze immers niet zelf het slachtoffer van de caligulistische illusies die Big Tech hen voorschotelen? Immers, we bevinden ons allemaal op de glijdende schaal richting caligulisme (277), alleen hebben Baudet, Trump en de wappies zich al eerder laten gaan. Wappies en wij: allen zijn slachtoffer van Big Tech.
Grimmige visie
Er rijst een grimmige visie uit Waarheidszoekers op, en dat beseft ook Zweistra zelf. Hoopvol is hij niet, geeft hij in de laatste pagina’s toe. Je kunt eigenlijk niet praten met complotdenkers, dus feiten tegen hun visies inbrengen helpt niet. Zweistra denkt dan ook dat het verdomd moeilijk wordt om het tij nog te keren. Dat kan alleen als de politiek zal durven door te zetten en de instrumenten kapot zal slaan die complotdenkers gebruiken om hun ideeën te verspreiden.
Dat betekent dat Big Tech aan de leiband zal moeten. De macht van de technologie zelf moet gebroken worden. Dat is de enige optie die Zweistra nog ziet. En dat leest als: terug naar de donkere Middeleeuwen, alleen dan is er nog hoop.
Met andere woorden: als we Zweistras diagnose mogen geloven, bevinden we ons vandaag in een niet te benijden positie. Of zoals de Engelsen zo mooi zeggen: caught between a rock and a hard place. Misschien kan alleen een god ons nog redden?
Waarheidszoekers: Wat bezielt complotdenkers?
Cees Zweistra.
KokBoekencentrum, 2021. Paperback. 320 pp.
ISBN 9789043536660. € 24,99
Vind je mijn blogs de moeite waard? Zo ja, zou je dan misschien een kleine bijdrage willen overwegen?
Mijn weblog bestaat al sinds 2005. Met veel plezier schrijf ik in mijn eigen tijd en op eigen kosten recensies en andere blogbijdragen. Echter, de kosten van o.a. webhosting lopen ieder jaar verder op. Donaties stellen me in staat om content te plaatsen en nieuwe initiatieven te ontwikkelen.
Mocht je willen doneren, dan kan dat hier: https://tasmedes.nl/doneren/
Alvast ontzettend bedankt voor je steun!
– – Taede Smedes
Aangezien ik het boek niet gelezen heb, kan ik op het moment alleen reageren op deze recensie. Ik heb dus geen mening over het boek, want wat ik ervan weet is ‘van horen zeggen’.
Ik vind het vreemd om de technologie als zodanig de schuld te geven van complottheorieën. Technologie is vooral een communicatiemiddel, maar het zijn altijd nog mensen zelf die communiceren. Natuurlijk, algoritmen bepalen op sociale media wat iemand voorgeschoteld krijgt. Daardoor wordt het effect van de ‘bubbel’ versterkt. In die zin zijn sociale media een gemiste kans, want door de algoritmen om te draaien, zou bubbelvorming kunnen worden bestreden.
Echter, bubbels waren er altijd al. De meest schadelijke complottheorieën uit de 20e eeuw zijn nog altijd de theorieën ten nadele van de Joden, die leidden tot de Holocaust. Door het enorme aantal slachtoffers zijn dit objectief de meest schadelijke. Ook die complottheorieën ontwikkelden zich in bubbels, zoals b.v. de Ariosofen. Big Tech was er nog niet, maar de leden van de bubbels bevestigden elkaar in genootschappen, conferenties e.d. Helaas lukte het de nazi’s om zonder de moderne middelen een land in de verkeerde richting te mobiliseren.
Big Tech versnelt en intensiveert die processen, maar dat verschil is gradueel en niet principieel. Logischerwijs moet het ook mogelijk zijn om die theorieën via de technologie sneller en intensiever te bestrijden, want de technologie is op zichzelf neutraal.
Ik zie eerlijk gezegd ook niet zo’n essentieel verschil tussen ‘klassieke’ en ‘hedendaagse’ complottheorieën. Beiden wijzen nogal eens naar overheden en duistere clubs die de overheden zouden aansturen. Of het nu de Bilderbergconferentie is, of het World Economic Forum, of de samenwerkingsverbanden van Bill Gates, het zijn alle clubs met invloed waarop de ‘kleine man/vrouw’ weinig invloed heeft en waarvan ook vaak niet duidelijk is wat ze precies doen. Als er dan moeilijk verklaarbare feiten zijn, worden deze gremia al snel verdacht gemaakt. Dat mechanisme manifesteert zich zowel in de zgn. ‘klassieke’ als ‘hedendaagse’ theorieën, dus wat het nu het echte verschil?
Ik denk dat mensen – of ze nu complotdenker zijn, of niet – in principe allemaal graag de waarheid kennen. Ik denk dat de voornaamste onderscheidende factor vertrouwen vs. een vorm van paranoia is. Vertrouw je b.v. de motieven van Bill Gates? Propageert hij vaccinatie uit eerlijke bezorgdheid over de gezondheid van mensen, of omdat hij zijn macht wil vergroten? Wie uitgaat van het eerste, zal niet snel complotten vermoeden, maar wie uitgaat van het tweede gaat op zoek naar bewijs van kwade bedoelingen. Vervolgens verwarren complotdenkers meestal ‘mogelijkheid’ met ‘plausibiliteit’. Is het mogelijk dat 9/11 een inside job was? Ja. Is het plausibel? Nee. Een complotdenker ziet een theoretische mogelijkheid al snel als bewijs, in plaats van te eisen dat eerst bewezen wordt dat die mogelijkheid ook werkelijkheid is.
Verder bouwen nieuwe complottheorieën vaak voort op oude theorieën. Men beschouwt de oude als waar en legt verbindingen tussen de oude theorieën en nieuwe feiten. Dat zijn dat weer ‘mogelijkheden’, die meestal niet plausibel zijn, maar dat doet er niet toe. En zo wordt het geheel steeds absurder en vervreemd van de werkelijkheid. Maar, dat ze de waarheid willen kennen en menen te kennen, is een feit.
Het is zoiets als het verschil tussen een legpuzzel en een mozaïek. Bij een legpuzzel staat de afbeelding vast. Je moet deze alleen ontdekken. Bij een mozaïek bedenk je zelf een afbeelding en legt die met de voorhanden zijnde stukjes. De waarheid zoeken is als een puzzel oplossen. De waarheid vormt een logisch geheel en de zoektocht dient erop gericht te zijn dat logische geheel te vinden.
Een mozaïek is iets anders. Het lijkt om een puzzel, maar de stukjes hebben geen logisch verband. Het verband ontstaat door de zelf bedachte afbeelding te leggen. Zo werken complottheorieën. Feiten (en veronderstelde feiten) worden met elkaar verbonden, niet omdat ze een logisch verband hebben, maar omdat ze zo leiden tot de gewenste ‘afbeelding’.
Kwam via de ASR blog toevallig op deze recensie terecht. Heel mooi, genuanceerd en wijs. Ik ben geen filosoof maar een arts, maar dit kan ik goed volgen.